Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine



SSRI's en gastro-intestinale bloedingen


Minerva 2000 Volume 29 Nummer 3 Pagina 163 - 164

Zorgberoepen


Duiding van
DE ABAJO FJ, GARCÍA RODRÍGUEZ LA, MONTERO D. Association between selective serotonine reuptake inhibitors and upper gastrointestinal bleeding: population based case-control study. BMJ 1999;319:1106-9.


 

Minerva Kort biedt u korte commentaren op publicaties die door de redactie van Minerva zijn geselecteerd. Interessante en voor huisartsen relevante studies die niet direct in een ruimer kader kunnen of moeten worden besproken, krijgen een plaats in deze rubriek. Iedere selectie wordt kort samengevat en van enkele regels commentaar voorzien door een referent. De redactie van Minerva wenst u veel leesgenot.


 
 

In deze case-control studie tonen DE ABAJO et al. een verband aan tussen het gebruik van serotonine reuptake inhibitoren (SSRI’s) en een verhoogd risico op bloeding van de bovenste gastro-intestinale tractus. Zij onderzochten 1.651 incidente gevallen van bloedingen en 248 gevallen van geperforeerd ulcus en vergeleken deze met 10.000 gematchte controlepatiënten. De gegevens werden verzameld uit de geautomatiseerde "UK general practice research database". Zij vonden bij huidige gebruikers van SSRI’s een odds ratio van 3,0 (95% BI 2,1-4,4) voor het optreden van bloedingen ten opzichte van niet-SSRI-gebruikers. Het absolute risico wordt geschat op één geval per 8.000 voorschriften, wat ongeveer overeenkomt met het risico op gastro-intestinale bloeding bij gebruik van een lage dosis ibuprofen. Dit verhoogd risico blijkt onafhankelijk te zijn van duur en dosis van gebruik, en onafhankelijk van leeftijd en geslacht van de gebruiker. Er wordt in deze studie geen verband aangetoond tussen SSRI-gebruik en risico op ulcusperforatie. De auteurs tonen tevens een sterk verhoogd risico aan op gastro-intestinale bloeding bij het gelijktijdig gebruik van NSAID’s en SSRI’s (odds ratio 15,6 met 95% BI 6,6-36,6). Een medicamenteuze interactie tussen beide medicatiegroepen wordt vermoed. Het belang van deze studie bestaat erin dat voor de eerste keer het in case reports vermoede samengaan van SSRI’s en een verhoogd risico op bloeding nu ook epidemiologisch wordt bevestigd. De belangrijke rol van serotonine in de fysiologie van de hemostase bij vasculaire beschadiging kan hiervoor een mogelijke verklaring zijn. Het schijnbaar aangetoonde medicamenteuze "klasse"-effect waarbij de groep van SSRI’s verantwoordelijk zou zijn voor een verhoogd bloedingscrisico, kan echter niet verhelen dat in deze groep verschillende stoffen anders scoren. Vooral trazodon schijnt het bloedingsrisico sterk te verhogen. Bovendien houdt deze studie, mede door haar opzet, mogelijk onvoldoende rekening met "confounders", zoals het niet gemeten gebruik van laaggedoseerd aspirine (zonder voorschrift). Op basis van al deze gegevens is weliswaar een grotere voorzichtigheid geboden in het gelijktijdig voorschrijven van NSAID’s en SSRI’s, waarbij voornamelijk bij patiënten met risicofactoren voor hoge gastro-intestinale bloeding het best geopteerd wordt voor een NSAID met laag GI-risicoprofiel, zoals ibuprofen.

 

T. Declercq

 

Literatuur

SSRI's en gastro-intestinale bloedingen

Auteurs

Declercq T.
huisarts ; Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar