Resultaat van de auteur


Embo M.
vroedvrouw, UGent en Arteveldehogeschool
3 artikel(s) - 2 bondige bespreking(en)

Preventie van bevallingsgerelateerde posttraumatische stressstoornis

Embo M.

Minerva 2024 Vol 23 nummer 10 pagina 228 - 231


Deze systematische review en meta-analyse toont aan dat korte, trauma- en niet-trauma-gerichte psychologische secundaire preventieve interventies (die snel na een traumatische bevalling worden ingezet), de ernst van een bevallingsgerelateerde posttraumatische stressstoornis matig reduceren. De resultaten van deze systematische review moeten echter voorzichtig geïnterpreteerd worden wegens het kleine aantal studies over primaire (tijdens de zwangerschap) en tertiaire (ruim na zwangerschap wanneer er zich reeds symptomen voordoen) preventieve interventies en de belangrijke statistische heterogeniteit voor wat betreft secundaire preventieve interventies. Globaal vertoonden de meeste studies bovendien een hoog risico van bias door onvoldoende blindering van deelnemers en zorgverleners. Gezien de toenemende aandacht voor ‘respectvolle geboortezorg’ is meer onderzoek op het gebied van perinataal mentaal welzijn en preventie van bevallingsgerelateerde posttraumatische stressstoornis noodzakelijk.

Deze open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie met belangrijke methodologische tekortkomingen, uitgevoerd in één universitair ziekenhuis in Turkije, toont aan dat moeders die gedurende 2 maanden 24 uur per dag en 7 per week individuele counseling en ondersteuning via WhatsApp krijgen, op het einde van de interventie beter scoren op de zelfredzaamheidsschaal voor borstvoeding. Daarnaast zag men op bepaalde tijdstippen ook een verschil in lengte en hoofdomtrek van de baby’s tussen de interventie- en de controlegroep. Op basis van deze studie weten we echter niets over het verschil tussen beide groepen in verandering van uitkomstmaten over de tijd. Meer en correct uitgevoerde studies zijn nodig alvorens de resultaten eventueel naar de Belgische context gegeneraliseerd kunnen worden.

Deze unicenter enkelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie, uitgevoerd in een universitair ziekenhuis in Thailand, toont aan dat een psychosociaal ondersteuningsprogramma door vroedvrouwen en familieleden effectief is om postpartum depressie bij eerstbarende tienermoeders te voorkomen tot 3 maanden na de bevalling. Niettegenstaande het klinisch relevante effect, is verder onderzoek zeker aangewezen wegens een aantal methodologische beperkingen, waaronder het gebruik van zelfrapportage vragenlijsten, alsook wegens moeilijkheden met de extrapolatie van de resultaten naar de Belgische gezondheidszorgcontext.

Deze uitgebreide en methodologisch correct uitgevoerde systematische review en meta-analyse toont aan dat prenatale gestructureerde leefstijlinterventies bestaande uit voedings- en/of op lichamelijke activiteit gebaseerde interventies leiden tot een verminderde gewichtstoename tijdens de zwangerschap en gepaard gaan met een daling van het risico van ongewenste maternale en neonatale uitkomsten. De bevindingen ondersteunen de implementatie van dergelijke interventies in de routinematige prenatale zorg en het beleid.

Bevorderen educatieve en ondersteunende interventies de borstvoedingsduur bij primipare moeders?

Debonnet S. , Embo M.

Minerva 2021 Vol 20 nummer 10 pagina 123 - 127


Deze methodologisch goed uitgevoerde meta-analyse van 13 heterogene studies met vaak een onduidelijk risico van bias voor meerdere domeinen toont aan dat een multicomponente educatieve en informatieve interventie de borstvoedingsduur - exclusieve borstvoeding binnen de twee maanden en ≥6 maanden postpartum, gedeeltelijke borstvoeding alleen binnen de 2 maanden postpartum - verlengt bij gezonde primipare vrouwen na vaginale bevalling van een gezonde baby. Uit een subgroepanalyse blijkt bovendien dat een lange interventietijd (zowel pre- als postnataal), een combinatie van groepssessies, individuele coaching en telefonische follow-up, een face-to-face en indirect contact, theoretische onderbouwing en minstens 3 sessies het resultaat positief beïnvloeden, maar dit vraagt om verder onderzoek.