Sommige studies maken gebruik van modellen die rekening houden met heteroskedasticiteit, ofwel een niet-constante variantie van fouten, zoals vaak voorkomt in longitudinale klinische gegevens. Variantie verwijst naar de mate waarin waarden rond hun gemiddelde verspreid zijn, met andere woorden: hoe sterk waarnemingen onderling verschillen. Niet-constante variantie (of heteroskedasticiteit) betekent dat deze spreiding van fouten niet uniform is over de verschillende niveaus van de onafhankelijke variabelen: sommige subpopulaties of aandoeningen kunnen grotere fluctuaties vertonen dan andere. Door deze eigenschap mee te nemen in de analyse, verkrijgt men robuustere schattingen, die de klinische realiteit beter weerspiegelen en foutieve conclusies door vertekende standaardfouten voorkomen.
niet-constante variantie