Resultaat op trefwoord : 'pijnevaluatie'


Aantal resultaten : 5 artikel(s) - 9 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review met meta-analyse toont aan dat manuele therapie geen voordeel oplevert op vlak van pijn, functioneren of ongewenste effecten bij patiënten met aspecifieke lagerugpijn met of zonder uitstraling in de onderste ledematen. Het maakt geen verschil uit of de manuele therapie wel of niet gericht is op wervels met de meeste symptomen.

Online yoga effectief voor patiënten met knieartrose?

Van Cauwenbergh S.

Minerva 2023 Vol 22 nummer 6 pagina 127 - 130


Deze pragmatische RCT met een belangrijk risico van selectie- en detectiebias toont aan dat een online ongesuperviseerd yogaprogramma in vergelijking met een controlegroep die alleen online educatie krijgt, een tijdelijk statistisch significant effect heeft op de verbetering van de fysieke functionaliteit maar niet op pijnreductie bij patiënten met knieartrose. Dit effect werd bovendien niet behouden op 24 weken en bereikte de klinisch relevante drempel niet. Deze studie kan het gebruik van yoga bij knieartrose dus niet onderbouwen.

Deze meta-analyse van goede methodologische kwaliteit levert bijkomend bewijs dat viscosupplementatie voor de behandeling van gonartrose geen significant klinisch voordeel oplevert en patiënten blootstelt aan een verhoogd risico van ernstige ongewenste effecten

Het effect van hypnose en mindfulnessmeditatie op chronische pijn?

Cornelis E.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 10 pagina 257 - 261


Deze methodologisch correct uitgevoerde open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat zowel hypnose, mindfulnessmeditatie als pijneducatie leiden tot een beperkte afname van pijn bij veteranen met chronische pijn van gemengde origine. Er werden geen statistisch significante verschillen gevonden tussen de interventies op het einde van de behandeling. Hypnose en mindfulnessmeditatie resulteerden in vergelijking met pijneducatie wel tot een grotere afname van pijn en andere secundaire uitkomstmaten 6 maanden na het stoppen van de behandeling. Verder onderzoek met klinisch relevante primaire uitkomstmaten lijkt dus zeker nuttig.

Curcuma als behandeling voor knieartrose?

Laekeman G.

Minerva 01 07 2021


In deze methodologisch correct uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie met een beperkt aantal patiënten bleek een preparaat met Curcuma longa wortel na drie maanden werkzamer te zijn dan placebo om pijn bij artrose van de knie te verminderen. De klinische relevantie van het pijnstillend effect is echter sterk twijfelachtig. Uitgebreider klinisch onderzoek met duidelijk gedefinieerde preparaten is noodzakelijk om de plaats van Curcuma longa in de behandeling van artrose te bepalen.

Deze gerandomiseerde studie met enkele methodologische beperkingen laat niet toe om aanbevelingen te doen over het effect op de door de patiënt gerapporteerde Oxford Knee Score, globale ernst van kniepijn, tevredenheid over de geopereerde knie of getimede starttest van een ambulant revalidatieprogramma in een gespecialiseerd centrum zes weken na een totale knieprothese bij patiënten met een risico van ongunstige uitkomst in vergelijking met een behandeling op basis van thuisoefeningen.

Is dextrose 5% een alternatief voor corticosteroïdinjecties ter behandeling van carpaletunnelsyndroom?

Van Overschelde O. , De Jonghe M.

Minerva 2020 Vol 19 nummer 3 pagina 31 - 34


Deze methodologisch goed uitgevoerde studie opent de deur voor een alternatief voor de injectie met corticosteroïden ter behandeling van matig ernstige carpaletunnelsyndroom. De studieresultaten tonen dat, in vergelijking met corticosteroïden, het gebruik van 5% dextrose 6 maanden na de injectie de pijn en de functionele capaciteit significant verbetert. Het relatief recente gebruik van dextrose voor de behandeling van carpaletunnelsyndroom is van groot belang gelet op de mogelijke bijwerkingen van corticosteroïden (neurotoxiciteit). Er is echter bijkomend onderzoek nodig om de klinische risico-batenverhouding op korte en lange termijn beter te beoordelen.

De auteurs besluiten dat vertebroplastiek als behandeling voor osteoporotische vertebrale compressiefracturen niet meer significante klinische verbetering van pijn geeft dan een SHAM-interventie die alleen bestaat uit de injectie van lokale anesthetica tijdens de opvolgingsperiode van 12 maanden. De vraag blijft dus naar het eventuele voordeel op lange termijn van cementvertebroplastiek op de statiek met repercussies op esthetiek, respiratoire en locomotorische functie. Bijkomende studies zijn noodzakelijk.

Deze systematische review en meta-analyse toont aan dat gesuperviseerde oefentherapie na 3 maanden een belangrijke meerwaarde heeft op vlak van (pijnvrije) loopafstand in vergelijking met een thuisoefenprogramma en wandeladvies (GRADE matig tot hoog). Verder onderzoek is nodig om het effect op lange termijn alsook op ziektespecifieke levenskwaliteit en andere functionele parameters, zoals wandelgewoonte en fysieke activiteit na te gaan.

Deze systematische review en meta-analyse van meestal kleine studies met belangrijke methodologische tekortkomingen toont aan dat er geen klinisch relevant verschil bestaat in pijnintensiteit en ongewenste effecten tussen oxycodon en morfine met verlengde afgifte.

Deze RCT van goede methodologische kwaliteit toont aan dat bij patiënten met niet-traumatische, niet-radiculaire acute lagerugpijn, de associatie van diazepam met naproxen na 1 week en na 3 maanden de functionele capaciteit en de pijn niet verbetert in vergelijking met de associatie van placebo met naproxen.

Aspirine 1 000 mg en paracetamol 1 000 mg zijn enigszins werkzaam voor pijnverlichting bij volwassenen met frequente periodieke spanningshoofdpijn, maar de bewijskracht is (zeer) gering voor aspirine. Voor paracetamol is de bewijskracht beter, maar het klinische voordeel is gering.

Deze studie met methodologische beperkingen toont aan dat epidurale corticosteroïdinjecties in monotherapie of in combinatie met een conservatieve behandeling (pijnstilling en kinesitherapie) niet superieur zijn aan de conservatieve behandeling alleen voor patiënten met niet-acute cervicale pijn die uitstraalt tot in de arm. Ander onderzoek is nodig om beter de werkzaamheid en de plaats van epidurale corticosteroïdinjecties in te schatten bij volwassenen met cervicale radiculaire pijn. Bij iedere therapeutische optie moet men de balans opmaken tussen de voordelen en de risico’s.

Kinesitherapie vroegtijdig starten bij volwassenen met acute lagerugpijn?

Feron J-M.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 5 pagina 118 - 121


Deze pragmatische RCT is van goede methodologische kwaliteit en includeert volwassenen met acute lagerugpijn (<16 dagen) zonder uitstralingspijn onder de knie, zonder klinische tekenen van wortelcompressie en met een matige functionele capaciteit. Bij deze populatie is er 3 maanden na het begin van de pijn geen verbetering van de functionele capaciteit door vroegtijdig te starten met kinesitherapie versus de gebruikelijke zorg en educatie.