Resultaat op trefwoord : 'milde cognitieve achteruitgang'


Aantal resultaten : 7 artikel(s) - 6 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Behandeling van cognitieve kwetsbaarheid?

Dequiedt C.

Minerva 17 04 2024


Deze systematische review met netwerkmeta-analyse over de werkzaamheid van niet-medicamenteuze interventies voor de behandeling van cognitieve kwetsbaarheid toont aan dat collectieve multicomponentoefeningen de meest gunstige behandeling lijken te zijn op vlak van cognitieve functies en kwetsbaarheidsstatus en dat een voedingsinterventie effectiever lijkt te zijn bij gehospitaliseerde patiënten. Aërobische lichaamsbeweging en dubbeltaken zijn ook effectief voor cognitieve kwetsbaarheid. Geen enkel element vertoont een verhoogd risico inzake veiligheid. Dit onderzoek vertoont meerdere beperkingen waardoor voorzichtigheid geboden is bij de extrapolatie van de resultaten: de grote heterogeniteit tussen de studies, het lage niveau van bewijskracht en de kenmerken van de bestudeerde populatie.

Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review met meta-analyses toont aan dat diverse niet-medicamenteuze multidomeininterventies bij personen met MCI een beter effect hebben op algemeen cognitief functioneren en specifieke cognitieve functies (zoals executieve functies, geheugen en verbale vlotheid) in vergelijking met enkelvoudige interventies. De effectgrootte was echter telkens klein tot matig, waardoor de klinische relevantie onduidelijk is. Door de belangrijke mate van heterogeniteit laat de studie evenmin toe om een optimale samenstelling en duur van multidomeininterventies te bepalen.

Deze retrospectieve observationele studie toont aan dat de cognitieve MoCA-curve die rekening met de leeftijd en het opleidingsniveau tijdens herhaalde metingen van de MoCA-score sensitiever en specifieker is dan de MoCA-score met afkappunten om vroegtijdig milde cognitieve achteruitgang en dementie op te sporen. De cognitieve MoCA-curve is op een methodologisch correcte manier ontwikkeld op basis van de gegevens van een bestaande databank en partieel gevalideerd met twee andere externe bestaande databanken. Verder onderzoek in andere populaties is echter nodig vooraleer dit instrument algemeen gebruikt kan worden.

Deze Chinese open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie met geblindeerde effectbeoordelaars toont aan dat een programma van visuele kunstexpressie gecombineerd met verhalen vertellen (storytelling) bij oudere personen met milde cognitieve achteruitgang (MCI) niet leidt tot een verbetering van het globale cognitieve functioneren in vergelijking met puzzelactiviteiten in groep. Er is wel een verbetering ten opzichte van gebruikelijke activiteiten (zonder bijkomende interventie), zowel voor wat betreft algemeen cognitief functioneren, als bepaalde specifieke cognitieve functies (kortetermijngeheugen, aandacht, executieve functies en taal), depressie en angst, zowel op korte als lange termijn (6 maanden na interventie). De klinische relevantie van deze resultaten zijn niet duidelijk. Correct opgezette studies in Westerse populaties die kijken naar een klinisch relevant effect van kunst en storytelling, zowel in combinatie als afzonderlijk, zijn nodig.

Deze open-label RCT met geblindeerde effectbeoordelaars toont aan dat gestructureerde gecombineerde cognitieve en fysieke training van functionele taken effectief is voor het verbeteren van het dagelijks probleemoplossend vermogen, de functionele status en het mentale welzijn van oudere personen met MCI ten opzichte van cognitieve training, fysieke training of een controlegroep. Studies op lange termijn in een Westerse populatie zijn nodig om dit resultaat te bevestigen.

Deze retrospectieve cohortstudie, uitgevoerd in een geheugenkliniek, suggereert dat de SAGE-zelftest vroeger dan de MMSE de evolutie naar dementie detecteert bij oudere personen met milde cognitieve achteruitgang. Verder onderzoek is nodig om deze vaststelling te bevestigen.

Heeft danstherapie een meerwaarde voor ouderen met milde cognitieve achteruitgang?

Spildooren J.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 10 pagina 250 - 252


De auteurs van deze systematische review en meta-analyse komen tot het besluit dat danstherapie een positieve invloed heeft op de globale cognitie bij ouderen met milde cognitieve achteruitgang. Door de belangrijke methodologische beperkingen van de systematische review en het beperkte aantal geïncludeerde studies die bovendien klinisch sterk heterogeen zijn, mogen we dit besluit hoogstens als hypothesevormend beschouwen.

Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review toont aan dat standalone testen zoals de Mini Mental State Examination (MMSE), de Montreal Cognitive Assessment (MoCA) en de Brief Alzheimer screen (BAS), alsook geheugentesten en semantische taaltesten voldoende accuraat zijn om bij ouderen met vermoeden van cognitieve achteruitgang matige tot ernstige Alzheimer-dementie te onderscheiden van normaal cognitief functioneren. Er is nood aan verder onderzoek naar de accuraatheid van deze testen om milde vormen van Alzheimer-dementie te onderscheiden van normaal cognitief functioneren en om klinische Alzheimer-dementie te onderscheiden van Mild Cognitive Impairment (MCI). De plaats van deze sneltesten in het test-diagnose-behandeltraject van dementie blijft dus onduidelijk. Bij de opzet van toekomstig onderzoek is het dan ook belangrijk om te vertrekken van de meest recente criteria om Alzheimer-dementie, MCI en normaal cognitief functioneren af te lijnen, om de testscores en de cut off-waarden op voorhand minutieus vast te leggen en om naast de accuraatheid ook de voor- en nadelen van het gebruik van deze testen voor patiënt en zorgverlener als uitkomstmaten op te nemen.

MMSE: voldoende accuraat om de evolutie naar dementie te voorspellen?

Chevalier P.

Minerva 2015 Vol 14 nummer 9 pagina 109 - 110


Dit systematisch literatuuroverzicht van goede methodologische kwaliteit, maar gebaseerd op een beperkt aantal studies, toont aan dat een eenmalige toepassing van alleen de MMSE niet volstaat om de evolutie naar dementie te voorspellen bij patiënten met milde cognitieve achteruitgang.

Deze meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont aan dat psychologische behandelingen effectief zijn voor de behandeling van co-morbide depressie bij patiënten met dementie. Omwille van de belangrijke klinische heterogeniteit en omwille van de methodologische beperkingen van de geïncludeerde studies moeten we deze resultaten evenwel met de nodige omzichtigheid interpreteren.

Uit deze nauwkeurig opgezette grote case-cross-over studie blijkt dat de niet-benzodiazepine slaapmedicatie of de zogenaamde z-drugs naar analogie met de klassieke benzodiazepines het risico op heupfracturen bij ouderen in een rusthuis verhogen.

Deze systematische review met meta-analyse van goede methodologische kwaliteit bevestigt wat we eerder besloten in Minerva: op dit ogenblik beschikken we niet over een wetenschappelijke onderbouwing dat cholinesterase-inhibitoren de evolutie naar dementie of naar een verdere cognitieve achteruitgang afremmen bij patiënten met milde cognitieve stoornissen.

Kan rivastigmine de ziekte van Alzheimer voorkomen?

Vermeire E.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 2 pagina 26 - 27


Deze studie toont aan dat bij personen met MCI rivastigmine in vergelijking met placebo de evolutie naar dementie niet kan afremmen. Er werden na vier jaar evenmin significante verschillen gezien in cognitief functioneren, gedrag en dagelijks functioneren. De relatie tussen MCI en dementie is bovendien slecht gekend. Momenteel is er voor geen enkele cholinesterase-inhibitor enig effect op de progressie van MCI naar dementie aangetoond.