Resultaat op trefwoord : 'acetylsalicylzuur'


Aantal resultaten : 8 artikel(s) - 3 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Aspirine plus clopidogrel in de acute fase van een TIA of een beperkt CVA?

Demeestere J. , Thijs V.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 4 pagina 49 - 50


Deze methodologisch correcte studie toont aan dat een gecombineerd gebruik van clopidogrel en aspirine gedurende 21 dagen, gevolgd door dagelijks clopidogrel 75 mg, opgestart binnen de 24 u na de aanvang van een TIA of een beperkt CVA, het risico van recidief CVA significant verlaagt in vergelijking met aspirine alleen, zonder het bloedingsrisico te verhogen. De resultaten kunnen omwille van verschillende redenen niet geëxtrapoleerd worden naar een Westerse populatie in een Westers gezondheidszorgsysteem.

Aspirine voor de preventie van pre-eclampsie?

Dumontier E. , Leconte S.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 9 pagina 110 - 111


Deze studie heeft onvoldoende power en laat niet toe om de werkzaamheid van aspirine te bevestigen voor de preventie van pre-eclampsie bij vrouwen met risico van pre-eclampsie en met een abnormaal Doppleronderzoek van de arteria uterina.

Plaatjesremmers in mono-of bitherapie na CVA?

Demeestere J. , Thijs V.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 6 pagina 69 - 70


Deze methodologisch correcte meta-analyse besluit dat gebruik van 2 versus 1 plaatjesremmer het risico van recidief cerebrale ischemie en de totale kans op vasculaire gebeurtenissen in de acute fase (<72 u) van ischemische beroerte of TIA verlaagt. Dat resultaat is echter gebaseerd op verschillende kleine subgroepen van klinisch zeer heterogene studies met vooral samengestelde uitkomstmaten. Op basis van deze studie blijft het voorlopig evenmin duidelijk of de winst opweegt tegen het gevaar van (majeure) bloedingen.

Is aspirine nuttig voor de secundaire preventie van veneuze trombo-embolie?

Larock A-S. , Spinewine A.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 5 pagina 54 - 55


De resultaten van de ASPIRE-studie tonen aan dat aspirine, na de initiële anticoagulatiebehandeling van 6 weken tot 24 maanden, niet effectief is voor de preventie van niet-uitgelokte veneuze trombo-embolie. Een pooling van de ASPIRE-studie met de WARFASA-studie leidt wel tot gunstige resultaten, maar beide studies zijn strikt genomen niet homogeen op het vlak van de onderzoekspopulaties, de studieduur en de studie-uitval.

Clopidogrel: nog steeds onvoldoende CHARISMAtisch

Chevalier P.

Minerva 28 03 2011


De resultaten van deze CHARISMA-subgroepanalyse sluiten aan bij de eerdere bevindingen: er is geen enkel wetenschappelijk argument om bij patiënten met een verhoogd cardiovasculair risico clopidogrel te associëren met aspirine (behalve bij patiënten met een acuut coronair syndroom zonder ST-elevatie). Het verhoogde bloedingsrisico daarentegen staat wel vast.

Migraine: aspirine met of zonder metoclopramide

Chevalier P.

Minerva 28 08 2010


Voor de behandeling van een migraine-aanval mogen we, naast het effect van andere behandelingen, het potentiële nut van aspirine (1 g plus metoclopramide in het geval van nausea en/of braken) niet uit het oog verliezen.

De resultaten van deze studie bevestigen dat bij patiënten zonder bewezen cardiovasculaire gebeurtenissen en met bewezen occlusief perifeer vaatlijden (EAI ≤ 0,95), een preventieve toediening van aspirine de cardiovasculaire gebeurtenissen niet vermindert, maar wel het risico van majeure bloedingen verhoogt.

Anti-aggregantia in de preventie van CVA

Boland B.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 6 pagina 89 - 93


Acetylsalicylzuur (aspirine) in een dosering van 75 à 150 mg per dag blijft de eerste keuze anti-aggregerende behandeling in de primaire en secundaire preventie van cardiovasculaire accidenten bij patiënten met een hoog ischemisch risico. Dit geldt voornamelijk voor patiënten in de acute fase van een coronair accident of met een cerebraal accident in de voorgeschiedenis, maar ook bij patiënten met een myocardinfarct in de voorgeschiedenis en in geval van hoog arterieel risico (stabiele angor, perifeer lijden, diabetes) en in mindere mate in de acute fase van een cerebraal accident. De andere anti-aggregantia bieden geen voordeel ten opzichte van aspirine.

Secundaire preventie na cerebrale ischemie

Bogaert M.

Minerva 1998 Vol 27 nummer 3 pagina 318 - 321


In secundaire preventie na cerebrale ischemie zijn er voor acetylsalicylzuur genoeg bewijzen van doeltreffendheid. In afwezigheid van duidelijke gegevens omtrent de optimale dosis, lijkt een dosis van 75 tot 100 mg aangewezen. Bij patiënten, die acetylsalicylzuur niet verdragen, kan een stof zoals clopidogrel worden gegeven. Men wacht voor dipyridamol op grote onderzoeken, die het onverwacht resultaat van de ESPS-2 studie bevestigen. In afwezigheid van voorkamerfibrillatie is er geen plaats voor perorale anticoagulantia tenzij bij patiënten die onder acetylsalicylzuurtherapie verdere tia’s en ischemische infarcten doen.

Behandeling van hypertensie

De Cort P.

Minerva 1998 Vol 27 nummer 3 pagina 322 - 325


Alhoewel ook in deze interventiestudie de absolute vermindering van mortaliteit en morbiditeit door hypertensiebehandeling eerder klein is, moet hypertensie toch worden behandeld. De conventioneel gemeten streefbloeddruk bij de behandeling van ongecompliceerde hypertensiepatiënten zou 138/82 mm Hg kunnen bedragen. "Een halve behandeling is geen behandeling" is de belangrijkste boodschap van deze studie. Indien de huisarts tot de toevoeging van 75 mg aspirine besluit, mag dit enkel gebeuren bij patiënten wiens bloeddruk onder controle is. Naast het verrekenen van de extra kostprijs van deze (preventieve) behandeling, moet men ook steeds bedacht zijn op de toegenomen kans op (niet-fatale) gastro-intestinale bloedingen.

Streptokinase en aspirine bij vermoeden van acuut myocardinfarct

Christiaens T.

Minerva 1998 Vol 27 nummer 3 pagina 326 - 328


Deze baanbrekende studie bewijst dat het ook op lange termijn belangrijk is patiënten met vermoeden van acuut myocardinfarct dringend te laten hospitaliseren. Streptokinasetoediening is zeer belangrijk, ook bij bejaarde patiënten. Aspirine (160 mg) werkt additief en zal, indien er geen contra-indicaties bestaan, liefst reeds door de huisarts zelf worden toegediend.