Tijdschrift Minerva volume 22 nummer 1 februari 2023




Hormonale substitutietherapie bij postmenopauzale vrouwen blijft niet aanbevolen ondanks het verband met een verminderde incidentie van borstkanker bij vrouwen na hysterectomie

Pagina 2 - 5 

Sculier J.P.  

Volgens de auteurs van deze follow-upstudie op lange termijn van twee gerandomiseerde studies is er enerzijds een significant verband tussen het gebruik van CEE versus placebo bij vrouwen die reeds een hysterectomie hebben ondergaan en een lagere incidentie van borstkanker en mortaliteit door borstkanker, en anderzijds een significant verband tussen het gebruik van CEE plus MPA versus placebo bij vrouwen met een intacte baarmoeder en een hogere incidentie van borstkanker, maar zonder significant verschil in mortaliteit door borstkanker. Minerva oordeelt dat deze hormonale behandelingen moeten worden vermeden vanwege hun ongunstige risico-batenverhouding en dat de aanbeveling uit 2013 over hormonale substitutietherapie overeind blijft.


Is er een verschil in het effect van zelfzorgprogramma's aangeboden aan patiënten met prediabetes op de incidentie van type 2-diabetes?

Pagina 6 - 9 

Vanhaeverbeek M.  

Uit deze systematische review met meta-analyse en met aanzienlijke methodologische beperkingen blijkt dat zelfzorgprogramma's - een dubbelzinnig en waarschijnlijk ongepast begrip in deze review - de progressie naar type 2-diabetes bij patiënten met prediabetes kunnen vertragen of stoppen. De auteurs oordelen dat kwaliteitsvolle studies nodig zijn om het beste type interventie te bepalen. Dit soort studies lijken echter een illusie omdat een zo gepersonaliseerd mogelijke aanpak centraal staat, uiteraard binnen een structuur die compatibel is met de zorgsetting en met het type van zorgstructuur.


Effecten van telehealth-interventies bij revalidatie na CVA

Pagina 10 - 12 

Vanhaelen A.  

Deze systematische review met meta-analyses vertoont enkele methodologische tekortkomingen en suggereert dat telehealth-interventies bij patiënten na een CVA een statistisch significant, maar onzeker klinisch relevant effect hebben op het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven, maar niet op het evenwicht.


Wat is de toegevoegde waarde van verpleegkundigen voor de gezondheidszorg en de resultaten van patiënten in de eerstelijnszorg vergeleken met teams voor eerstelijnszorg zonder verpleegkundigen?

Pagina 13 - 17 

Van Durme T.  

Deze systematische review met een narratieve voorstelling van de resultaten suggereert dat interventies door eerstelijnsverpleegkundigen met een bachelordiploma een positief effect hebben op uiteenlopende gebieden als medicatiebeheer, beheer van chronische ziekten, seksuele gezondheid, routinematige preventieve zorg, gezondheidsbevordering en -voorlichting en zelfzorginterventies (bijvoorbeeld stoppen met roken). De resultaten van de auteurs zijn echter niet heel betrouwbaar wegens de grote heterogeniteit van de geïncludeerde interventies, de diversiteit van de uitkomstmaten, de variabiliteit van de context van de eerstelijnszorg, alsook de multidimensionaliteit van de behoeften van eerstelijnspatiënten en de onderlinge afhankelijkheid tussen de beroepsgroepen die met deze patiënten aan de slag gaan.


Behandeling van slapeloosheid bij volwassenen: welke farmacologische benadering?

Pagina 18 - 22 

Evrard P.  

Deze systematische review met netwerk meta-analyse, van goede methodologische kwaliteit maar met methodologische beperkingen, schuift eszopiclone en lemborexant naar voor als de behandelingen met de beste werkzaamheid voor slapeloosheid bij volwassenen op lange termijn. Deze resultaten steunen over het algemeen op een lage mate van zekerheid en houden geen rekening met de huidige praktijk in België, waar eszopiclone en lemborexant niet beschikbaar zijn. Laten we ook niet vergeten dat momenteel alleen niet-farmacologische benaderingen worden aanbevolen voor de langdurige behandeling van slapeloosheid.