Tijdschrift Minerva volume 24 nummer 4 juni 2025
Effectiviteit van een multicomponente interventie om het overmatig gebruik van protonpompinhibitoren te reduceren.
Pagina 74 - 78
De Burghgraeve T., Verbakel J.Y.
Deze observationele studie met een verschil-in-verschillen-analyse toont aan dat een multicomponente interventie van 1 jaar effectief is om het PPI-gebruik te verminderen zonder significante nadelige gevolgen op vlak van klinische uitkomsten. De generaliseerbaarheid is echter beperkt door onder andere de specifieke studiepopulatie van oudere, mannelijke veteranen. De impact op de resultaten van een mogelijke verschuiving naar over-the-counter PPI’s is niet duidelijk. Toekomstig onderzoek moet zich richten op de optimalisatie van de doelgroep en de evaluatie van onbedoelde gevolgen van de afbouw om langdurig succes te waarborgen.
Lachen ter behandeling van droge ogen - een mop of toch evidence-based?
Pagina 79 - 83
Matthys E., Delbeke H.
Deze methodologisch correct uitgevoerde open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie met geblindeerde effectbeoordelaars toont aan dat lachtherapie na een follow-up van 8 weken niet inferieur is aan 0,1% natriumhyaluronaat oogdruppels bij jonge patiënten met een mild droge-ogensyndroom, beperkte corneale letsels en vooral subjectieve klachten. Selectiebias is echter niet uitgesloten en omdat de studie werd uitgevoerd in een Chinese universiteit met vrij jonge personen met weinig mentale klachten zijn de resultaten niet eenvoudig te extrapoleren naar oudere personen met droge ogen. De implementatie van deze interventie in de klinische praktijk vereist dus een goede patiëntenselectie.
De effectiviteit van videoconsultaties bij volwassenen met depressie of angst.
Pagina 84 - 88
Raemdock E.
Deze multicenter pragmatische RCT met blindering van effectbeoordelaars toont aan dat het volgen van online videoconsultaties effectief kan zijn in het reduceren van de ernst van depressie- en angstsymptomen tot 12 maanden na de interventie. De effectgroottes zijn echter klein en mogelijk klinisch niet relevant. Ook bestaat er in deze studie een belangrijk risico van selectie- en detectiebias. Desondanks kan men dankzij de brede in- en exclusiecriteria en het pragmatisch studiedesign de resultaten van deze studie reeds extrapoleren naar de klinische praktijk.
Is er bewijs over het nut van een ‘groen voorschrift’?
Pagina 89 - 92
De Cort P.
Uit deze systematische review van RCT’s die het effect van het groen voorschrift op verschillende gezondheidsuitkomsten onderzocht, kunnen we geen besluiten met veel bewijskracht trekken. De narratieve weergave van de resultaten van verschillende studies suggereert wel dat het groen voorschrift kan bijdragen tot diverse verbeteringen van de psychologische en fysieke gezondheid en het welbevinden. Verder gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met specifieke populaties, goed afgelijnde interventies en valide meetinstrumenten is noodzakelijk om de meerwaarde van het groene voorschrift te bewijzen.
Verbeteren vitamine D en omega 3-vetzuren het lichamelijk prestatievermogen?
Pagina 93 - 96
Poelman T.
Deze substudie van een grootschalige dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie met 2x2 factorial design toont aan dat noch vitamine D, noch omega 3-vetzuren een positief effect hebben op het fysieke prestatievermogen bij gezonde 65-jarigen waarvan de kleine helft reeds vitamine D-supplementen innam en waarbij de initiële vitamine D-concentratie in het bloed gemiddeld ongeveer 28 ng/ml bedroeg. We kunnen ons bovendien ook vragen stellen bij de methodologische waarde van deze substudie waarvoor geen aparte steekproefgrootte berekend werd.