Duiding
Cytisine voor rookstop?
28 04 2012
Zorgberoepen
Cytisine, gewonnen uit de zaden van de Cytisus laborinum (Gouden Regen acacia), is zoals varenicline een partiële agonist van de nicotine-acetylcholine-receptor in het centrale zenuwstelsel. Al meer dan 40 jaar wordt dit extract in Oostbloklanden als rookstopmedicatie voorgeschreven: sedert 1964 in Bulgarije, gevolgd door Polen en Rusland. Dit staat haaks op het feit dat cytisine onvoldoende wetenschappelijk onderzocht is en dat degelijk opgezette RCT’s ontbreken. Een meta-analyse uit 2006 kon een effect aantonen van cytisine bij rookstop (1). Van de tien geïncludeerde studies waren er echter slechts vier gecontroleerd en deze waren dan nog van slechte methodologische kwaliteit. De meta-analyse van Cahill et al. die het effect van varenicline en cytisine bij rookstop evalueerde, werd besproken in Minerva (2,3). Omdat slechts één studie met cytisine werd behouden, konden er geen uitspraken gedaan worden over de werkzaamheid van dit product.
Recent verscheen er over cytisine een nieuwe Poolse, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie, gesponsord door de University College in London (4). De 740 deelnemers, quasi evenveel mannen als vrouwen, gemiddeld 48 jaar oud, gemiddeld 28 pakjaren, waren allemaal gemotiveerd om te stoppen met roken en 82% had reeds één of meerdere stoppogingen achter de rug. Na randomisatie waren er twee telefonische contacten voorzien (op de stopdatum en één week na de stopdatum) en één consultatie (vier weken na de stopdatum). Na de interventie van 25 dagen volgde een opvolgmoment op 6 en 12 maanden. Rookstop na 12 maanden, bevestigd met een CO-ademtest, werd als primaire uitkomstmaat gekozen.
In de interventiegroep rookte 8,4% niet meer na 12 maanden, versus 2,4% in de placebogroep. Voor de secundaire uitkomstmaat, rookstop na 6 maanden, was dit respectievelijk 10,0% en 3,5%. Uit deze resultaten (indirecte vergelijking) blijkt dat cytisine het minder goed doet dan nicotinevervangers (gemiddeld 16,9% rookstop na 1 jaar) en varenicline (gemiddeld 21,4 % rookstop na 1 jaar). Dit minder goede resultaat kan verklaard worden door de korte behandelingsduur van slechts 4 weken met cytisine versus 8 weken met nicotinevervangers en tot 3 maanden met varenicline. Een andere verklaring is het ontbreken van elke vorm van gedragstherapeutische ondersteuning in de studie met cytisine, wat ook de lage stopkans met placebo verklaart. De cytisinegebruikers hadden significant meer last van droge mond dan de placebogroep (respectievelijk 2,2% versus 0,5%). Verder waren er geen significante verschillen voor andere ongewenste effecten en voor medicatiestop omwille van ongewenste effecten. Wel dient vermeld te worden dat vóór randomisatie ongeveer 200 deelnemers werden uitgesloten omwille van een ‘psychiatrische ziekte’.
Los van het feit dat er nog geen meerwaarde van cytisine versus nicotinevervangers is aangetoond, zou deze behandeling misschien een waardig alternatief kunnen zijn voor patiënten die een slechte ervaring met nicotinevervangers achter de rug hebben, zeker wanneer we ermee rekening houden dat rookstop meestal pas succesvol is na meerdere stoppogingen (5). Afwachten of dit goedkope middel in België ter beschikking komt…?
Besluit
Deze placebogecontroleerde RCT toont aan dat cytisine kan bijdragen tot rookstop. Het effect moet echter nog bewezen worden in langere termijn studies waarbij de patiënten naast medicatie ook psychologische ondersteuning krijgen. Nicotinevervangers blijven voorlopig de eerste keuze voor de medicamenteuze ondersteuning van rookstop (6).
Referenties
- Etter JF. Cytisine for smoking cessation: a literature review and meta-analysis. Arch Intern Med 2006;166:1553-9.
- Cahill K, Stead LF, Lancaster T. Nicotinereceptor partial agonists for smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev 2007, Issue 1.
- De Sutter A. Varenicline en cytisine bij rookstop. Minerva 2007;6(7):110-1.
- West R, Zatonski W, Cedzynska M, et al. Placebo-controlled trial of cytisine for smoking cessation. N Engl J Med 2011;365:1193-200.
- Van den Bruel A., Cleemput I., Van Linden A., et al. Effectiviteit en kosten-effectiviteit van behandelingen voor rookstop. Brussel : Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ; 2004 Juni. KCE Reports vol. 1A. Ref. PF04-26.02A.
- Gailly J. Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering. Stoppen met roken. Huisarts Nu 2006;35:395-425.
Commentaar
Commentaar