Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine
Themanummer: De behandeling van astma
Minerva 2004 Volume 3 Nummer 10 Pagina 154 - 154
Zorgberoepen
|
|
Op de vraag of sinds de publicatie van het vorige themanummer van Minerva over de behandeling van astma in 2002 nieuwe geneesmiddelen voor astma op de markt gekomen zijn, is het antwoord nee. In de wetenschappelijke literatuur is gedurende de voorbije twee jaar vooral aandacht besteed aan wijzigingen in verschillende aspecten van het beleid bij astma. Een aantal nieuwe studies zijn gepubliceerd over de meest recente astmamiddelen, de leukotrieenreceptorantagonisten. Maar er zijn ook nogal wat publicaties over de inhalatiecorticosteroïden, de hoeksteen van de astmabehandeling. In dit themanummer worden een aantal van deze studies geduid, die een antwoord trachten te geven op de volgende twee vragen. |
|
Hebben de leukotrieenreceptorantagonisten hun plaats in de behandeling van astma veroverd? |
In 2002 besloten we uit een placebogecontroleerde crossoverstudie dat toevoeging van montelukast aan een onderhoudsbehandeling met inhalatiecorticosteroïden en langwerkende beta-2-agonisten geen meerwaarde biedt op gebied van astmacontrole. De aanbeveling was dat de combinatie van inhalatiecorticosteroïden met langwerkende beta-2-agonisten de standaardbehandeling blijft voor matig tot ernstig persisterend astma bij volwassenen (1). De studie van Bjermer et al. onderzoekt de plaats van montelukast vergeleken met salmeterol toegevoegd aan inhalatiecorticosteroïden bij patiënten met matig tot ernstig astma. |
|
In 2000 stelde Minerva dat vervanging van laaggedoseerde inhalatiecorticosteroïden door leukotrieenreceptorantagonisten als basisbehandeling voor milde vormen van astma niet gerechtvaardigd is (2). Aan de hand van een meta-analyse onderzoekt Ducharme nu of leukotrieenreceptorantagonisten als monotherapie de inhalatiecorticosteroïden kunnen vervangen. |
|
Moet er iets veranderen aan ons gebruik van inhalatiecorticosteroïden? |
Uit de SLIC-studie zagen we dat bij matig persisterend astma een lage dosis inhalatiecorticosteroïden op een veilige manier kan worden afgebouwd, zonder verlies van astmacontrole na het toevoegen van een langwerkend beta-2-mimeticum (3). |
Twee recente studies experimenteren met de dosering van inhalatiecorticosteroïden. Enerzijds onderzoeken Hawkins et al. of bij patiënten met stabiel matig tot ernstig astma een hoge dosis inhalatiecorticosteroïden kan worden gehalveerd, zonder toename van het aantal astma-exacerbaties. Anderzijds bestuderen Harrison et al. of een verdubbeling van de dosis inhalatiecorticosteroïden bij verminderde effectiviteit van de onderhoudsbehandeling exacerbaties kan voorkomen. |
|
In het vorige astmanummer is veel aandacht besteed aan de langetermijneffecten van het gebruik van budesonide bij kinderen met astma. Een placebogecontroleerde studie concludeerde toen dat bij |
|
Tot slot brengt de meta-analyse van Guevara et al. evidentie over het effect van educatieve programma’s voor zelfbehandeling van astma bij kinderen en adolescenten. |
|
De redactie wenst u veel leesgenot en kijkt uit naar uw reacties. |
|
|
Literatuur |
|
Commentaar
Commentaar