Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine
Anticholinergica bij overactieve blaas
Minerva 2004 Volume 3 Nummer 5 Pagina 75 - 77
Zorgberoepen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenvatting |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Achtergrond |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Symptomen van een overactieve blaas zoals urgency, urge-incontinentie, frequency en nycturie komen vaak voor en hun prevalentie neemt toe met de leeftijd. De twee belangrijkste behandelingsopties zijn blaastraining en gebruik van anticholinergica. Ondanks onzekerheid over hun effectiviteit komen er almaar meer anticholinergica op de markt en worden ze steeds vaker voorgeschreven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Methode |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Systematische review en meta-analyse |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geraadpleegde bronnen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De database van de Cochrane Incontinence Group, aangevuld met referenties van opgenomen studies |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geselecteerde studies |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alle gerandomiseerde studies die een groep die anticholinergica voorgeschreven kreeg vergeleek met een placebogroep. Men includeerde 32 trials: twaalf studies onderzochten het effect van tolterodine, tien van oxybutyninechloride, acht van trospiumchloride en vijf van propiverine. De omvang van de bestudeerde populaties varieerde van 20 tot 1 529 deelnemers en de studieduur van twaalf dagen tot twaalf weken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestudeerde populatie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mannen en vrouwen (totaal 6 800) met een diagnose van overactieve blaas, gebaseerd op aanwezigheid van symptomen of op een urodynamisch vastgestelde detrusoroveractiviteit |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitkomstmeting |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Primaire uitkomstmaten waren genezing of verbetering van symptomen (door de patiënt vastgesteld), het aantal episodes van incontinentie en het aantal micties per etmaal. Secundair bepaalde men een aantal urodynamische parameters en het optreden van bijwerkingen. Voor de meta-analyse maakte men gebruik van het heterogeniteit tussen verschillende studies. Indien er geen statistische heterogeniteit wordt aangetoond kan men bij meta-analyses gebruik maken van het fixed effects model. Dit model is gebaseerd op de veronderstelling dat er slechts één vaste onderliggende waarde voor het effect bestaat. De verschillende effecten die in studies worden gevonden zijn volgens dit model slechts aan het toeval te wijten.">fixed effects model. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Resultaten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de interventiegroep was het verschil in genezing of verbetering van symptomen met 40% toegenomen (RR 1,41; 95% BI 1,29 tot 1,54) (zie tabel 1). Leeftijd, geslacht, diagnose (idiopathische of neurogene prikkelblaas) of type middel leken het gevonden effect niet te beïnvloeden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel 1: Het relatief risico en gewogen gemiddelde verschil in primaire en secundaire uitkomstmaten van de groepen die anticholinergica kregen versus de placebogroepen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
† Gepoold aantal uitkomsten per gepoold aantal deelnemers; ‡ Gepoold aantal deelnemers | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Conclusie van de auteurs |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De auteurs besluiten dat de verschillen tussen anticholinergica en placebo statistisch significant, maar klinisch niet relevant zijn. Bovendien vonden zij geen enkele studie op lange termijn. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Financiering |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De review werd gefinancierd door de 'Health Research Council' van Nieuw-Zeeland en de universiteit van Otago. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Belangenvermenging |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Twee auteurs van deze review werkten mee aan geïncludeerde studies. Eén van de auteurs (KM) meldt honoraria te hebben ontvangen van farmaceutische bedrijven voor spreekbeurten en consultancies. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Bespreking |
Deze review, uitgevoerd onder auspiciën van de Cochrane Incontinence Group (1) , vindt een gering bewijs ten voordele van anticholinergica. Maar, zoals de reviewers zelf ook besluiten, lijkt het eerder te gaan om statistische significantie dan om klinische relevantie. Een keer minder plassen per 48 uur of een keer minder incontinent zijn per 48 uur mag significant zijn, maar veel voordeel levert dit voor de patiënt niet op. |
Het is ook jammer dat de meeste onderzoeken naar de effectiviteit van de behandeling maar zo’n korte follow-up hebben (tussen twaalf dagen en twaalf weken). Het belang van een behandeling is nu juist dat de bereikte verbetering ook na behandeling blijft bestaan. Het gebrek aan methodologische kwaliteit van de ingesloten studies stemt eveneens tot weinig optimisme. Meestal was er geen sprake van blindering bij het meten van de resultaten. De vergelijkbaarheid van de interventiegroep en de controlegroep bij aanvang van de behandeling werd in een derde van de studies niet gemeld en vaak was er geen adequate beschrijving van het lot van de uitvallers. |
Toch blijft er een grote behoefte bestaan aan een goede behandeling voor klachten van een overactieve blaas. Is blaastraining dan bewezen effectiever? Neen. Een Cochrane review stelt ook voor blaastraining vergeleken met een placebo vergelijkbare resultaten (2) .Ook deze studies blinken niet uit door hoge kwaliteit. Wel zijn er natuurlijk minder bijwerkingen. Studies die blaastraining vergelijken met anticholinergica zijn er niet. Opmerkelijk is dat zowel in de studies met anticholinergica als met blaastraining de placebogroepen ook veel verbetering rapporteerden. |
In de dagelijkse praktijk worden blaastraining en anticholinergica vaak in combinatie toegepast. Het is wachten op goed opgezette studies die de effectiviteit van deze gecombineerde behandeling onderzoeken. |
Besluit |
Deze meta-analyse komt tot de conclusie dat anticholinergica bij een overactieve blaas (urge-incontinentie) weinig klinische relevantie hebben. Een effect op lange termijn is niet aangetoond. Blaastraining werkt niet beter, maar kent in elk geval geen bijwerkingen. De NHG-Standaard beveelt aan om, indien de patiënt zich ertoe leent, te starten met blaastraining, eventueel later gecombineerd met anticholinergica (3) .Het effect van die combinatie moet echter nog worden bewezen.
|
Literatuur
|
Productnamen
Tolterodine: Detrusitol® Oxybutyninechloride: Ditropan®, Driptane® |
Auteurs
Lagro-Janssen T.
General Practice/Family Medicine, Women's Studies Medicine, UMC St Radboud, Nijmegen
COI :
Woordenlijst
fixed effects modelCodering
Commentaar
Commentaar