Zoek

   Gericht zoeken   

Schrijf u in op de Alert Newsletter


Minerva promoot als tijdschrift voor Evidence-Based Medicine de verspreiding van onafhankelijke, wetenschappelijke informatie en brengt een kritische duiding van relevante publicaties uit de internationale literatuur.


Inhoud november 2024


Effect van intensieve revalidatie bij totale knieprothese?

Pagina 200 - pagina 203 

Vanhaelen A.  

Deze in China uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie is weliswaar monocenter, maar toont aan dat intensieve progressieve revalidatie bij patiënten met ernstige gonartrose die een unilaterale totale knieprothese ondergingen doeltreffender is dan de gebruikelijke revalidatie op het vlak van postoperatieve pijn, herstel van de mobiliteit, levenskwaliteit en duur van het ziekenhuisverblijf.


Niet-medische interventies om werkhervatting bij mensen met een kankerdiagnose te bevorderen

Pagina 204 - pagina 208 

Tock R.  

Deze systematische review met meta-analyse suggereert dat fysieke en multidisciplinaire interventies, in vergelijking met een gebruikelijke behandeling, waarschijnlijk doeltreffend zijn om werkhervatting bij personen met een kankerdiagnose te verbeteren. Deze meta-analyse is methodologisch correct uitgevoerd maar de beperkingen van de geïncludeerde studies benadrukken de nood aan verder onderzoek om de resultaten te verfijnen. Zo is het van cruciaal belang om beroepsmatige interventies, zowel gericht op het individu als op de werkplek, diepgaander te onderzoeken. Hopelijk zijn er bij een volgende update van deze meta-analyse een groter aantal studies uitgevoerd, zodat we ook de impact van het type kanker, het stadium van de ziekte en de leeftijd van de persoon mee in rekening kunnen brengen. Ondanks deze beperkingen lijkt de toepassing van fysieke en multidisciplinaire interventies om werkhervatting bij personen met een kankerdiagnose te bevorderen haalbaar in de Belgische context. Ook al kan de implementatie ervan gedeeltelijk afhangen van de financiële middelen van patiënten en steun van de overheid, wat onrechtstreeks zou kunnen leiden tot ongelijkheid in de toegankelijkheid tot deze interventies.


Voordelen en risico's van medicamenteuze behandelingen voor type 2-diabetes: resultaten van een netwerkmeta-analyse

Pagina 209 - pagina 212 

Vanhaeverbeek M.  

Deze methodologisch correct uitgevoerde netwerkmeta-analyse bevestigt de globale werkzaamheid van gliflozinen en incretinemimetica, met een gunstige risico-batenverhouding, vooral bij patiënten met een hoog cardiovasculair risico. Finerenon is effectief bij patiënten met nierinsufficiëntie en tirzepatide doet het gewicht op een zeer effectieve manier dalen. Ervan uitgaande dat de hypoglykemiërende behandeling optimaal is, blijft een multifactoriële preventieve aanpak de hoeksteen. Aan patiënten met een hoog cardiovasculair risico moeten gliflozinen worden voorgeschreven. Hun risico-batenverhouding is immers gunstiger dan die van de incretinemimetica. Wanneer gewicht centraal staat in de klinische problematiek moet men het gebruik van incretinemimetica overwegen. Bij nieraandoeningen kan finerenon overwogen worden. Het is nog te vroeg om de plaats van tirzepatide te bepalen.


Wat is het nut van de PEN-FAST-score om het risico van penicillineallergie te bepalen?

Pagina 213 - pagina 216 

Nonneman A.  

Dit monocenter retrospectieve cohortonderzoek toont aan dat de PEN-FAST-score met een drempelwaarde van 2 punten nuttig kan zijn voor de opsporing van volwassen patiënten met een laag risico van penicillineallergie in een quasi ‘reële’ klinische situatie. Het onderzoek heeft echter meerdere tekortkomingen die de veralgemening beperken: het is in slechts één centrum uitgevoerd, de steekproefomvang is beperkt en vrouwen zijn oververtegenwoordigd. De inclusiecriteria zijn ook nogal vaag gedefinieerd en verificatiebias kan geleid hebben tot een overschatting van de diagnostische accuraatheid van de score. Tot slot onderstreept het vrij brede betrouwbaarheidsinterval voor bepaalde metingen de onnauwkeurigheid van de resultaten. Er is dus meer pragmatisch onderzoek nodig in de eerstelijnszorg om de conclusies van deze studie te valideren bij grotere en meer diverse studiepopulaties.


Wat is het effect van thuisoefeningen met behulp van digitale tools (eHealth) voor oudere personen?

Pagina 217 - pagina 221 

Mouton A., Stephany X.  

Deze systematische review met meta-analyse met methodologische beperkingen die verschillende methodologisch zwak uitgevoerde studies includeert, en die bovendien een belangrijke klinische en statistische heterogeniteit vertonen, laat een positief effect zien van beweegprogramma’s aangeboden via technische tools op spierkracht, vermindering van valpartijen en verbetering van de kwaliteit van leven bij oudere personen. Ze verbeteren ook het evenwicht en de mobiliteit van oudere personen met chronische aandoeningen. Nochtans biedt deze review geen praktische handvatten aan de clinicus omdat het moeilijk is om de resultaten te interpreteren.


Beperkt actieve opvolging van prostaatkanker met laag risico de behandelingsmogelijkheden op lange termijn?


29 11 2024 

Tock R.  

Deze prospectieve multicenter cohortstudie, die onderhevig is aan de gebruikelijke methodologische tekortkomingen, toont aan dat 49% van de patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker met laag risico tien jaar na de diagnose geen tekenen vertonen van progressie noch een noodzaak tot behandeling. Minder dan 2% ontwikkelde metastasen en minder dan 1% overleed als gevolg van de kanker. De progressie van de aandoening en de behandelingen toegediend tijdens de opvolging waren niet gecorreleerd met minder gunstige resultaten. Deze gegevens wijzen erop dat actieve opvolging een doeltreffende behandeloptie is bij prostaatkanker met laag risico. Deze studie van goede methodologische kwaliteit levert krachtige bewijzen op die de Belgische artsen moeten geruststellen wanneer ze actieve opvolging voorstellen aan hun patiënten. Het is nu gebleken dat deze beleidsstrategie geen verlies van behandelingsmogelijkheden inhoudt, zelfs niet in geval van ziekteprogressie.


Incidentie en determinanten van spontane normalisatie van subklinische hypothyreoïdie bij oudere personen.


29 11 2024 

Rodriguez-Vina Polanco B.  

Deze studie die bouwt op de studiepopulaties van 2 RCT's heeft zowel methodologische sterke als zwakke punten en toont aan dat bij subklinische hypothyreoïdie TSH spontaan kan normaliseren na intervallen van 1 en 2 jaar. Een lichte stijging van TSH, vrouwelijk geslacht, een hogere FT4-spiegel, de afwezigheid van anti-TPO en een tweede TSH-meting meer dan 12 maanden na de eerste meting zijn gecorreleerd met een spontane normalisatie.


Welke vroegtijdige interventie is aanbevolen bij kinderen met een autismespectrumstoornis?


29 11 2024 

Morsa M., Léonard F., Durieux N.  

Deze update van een systematische review met meta-analyses vertoont enkele methodologische tekortkomingen. Ondanks een aanzienlijke toename van het aantal studies die de werkzaamheid van interventies bij kinderen met een autismespectrumstoornis jonger dan 8 jaar onderzoeken, blijft het bewijs schaars of van lage kwaliteit. Hoewel positieve effecten worden beschreven, is het voor zorgprofessionals op dit moment niet mogelijk om alleen op basis van het werkzaamheidscriterium een bepaalde interventie aan te bevelen. Het is wel hoopvol dat steeds meer studies een opvolgprocedure van ongewenste gebeurtenissen beschrijven.


Welke voorspellers beïnvloeden het resultaat van psychologische behandelingen bij oudere personen met veelvoorkomende psychische stoornissen?


29 11 2024 

Tock R., De Jonghe M.  

Deze systematische review belicht verschillende belangrijke voorspellers van resultaten van psychologische behandelingen bij oudere personen met veelvoorkomende psychische stoornissen. De ernst van de initiële symptomen, het voltooien van therapeutische opdrachten en de therapeutische relatie bleken consistente voorspellers van positieve resultaten te zijn, terwijl factoren zoals cognitieve functie eerder matige voorspellers waren. Deze bevindingen onderstrepen het belang om, rekening houdend met deze voorspellers, behandelingen af te stemmen op oudere personen, teneinde de kans op succes van de behandeling te vergroten. Deze studie vertoont echter verschillende methodologische tekortkomingen (meerdere vormen van bias) die de robuustheid van de resultaten beperken. Het belang van dit onderwerp rechtvaardigt het opzetten van nieuwe studies om op basis van gestandaardiseerde uitkomstmaten meer betrouwbare en generaliseerbare resultaten te bekomen. Dat zou de synthese van gegevens vereenvoudigen en de betrouwbaarheid van klinische aanbevelingen verbeteren.


Wat is de werkzaamheid van preventieve interventies bij oudere personen in de eerstelijnszorg?


29 11 2024 

Piron C.  

Hoewel gebaseerd op originele studies die vrij heterogeen zijn vanwege de complexe studiepopulatie en de veelheid aan mogelijke interventies, is deze systematische review van RCT’s met meta-analyse van voldoende hoge methodologische kwaliteit. Preventieve interventies gebaseerd op een wijziging van setting waarbij de voorkeur wordt gegeven aan huisbezoeken en telefonische contacten alsook op educatie van patiënten en zorgverleners bieden in vergelijking met standaardzorg een voordeel op het vlak van gepercipieerde gezondheid en functionele capaciteit, maar niet op het vlak van ziekenopnames of opnames in de residentiële ouderenzorg.



Effect van intensieve revalidatie bij totale knieprothese?

Achtergrond

In 2020 heeft een Duits onderzoek aangetoond dat het aantal totale knieprotheses in de loop van de komende 30 jaar aanzienlijk zal toenemen. Voor geïndustrialiseerde landen met een vergelijkbare demografie als Duitsland zal dit een belangrijke uitdaging voor de volksgezondheid inhouden (1). In een duiding van Minerva uit 2021 zagen we geen klinisch relevant verschil tussen 6 weken ambulante revalidatie in een gespecialiseerd centrum en de gebruikelijke behandeling met thuisoefeningen na een totale knieprothese (2,3). In 2024 besloten we in Minerva dat na plaatsing van een totale knieprothese thuisrevalidatie met een smartphone-app onder bepaalde voorwaarden een alternatief zou kunnen zijn (4,5). Het hier geduide artikel vergelijkt een intensieve progressieve revalidatie met de gebruikelijke revalidatie (6).  

 

 

Samenvatting 

 

Bestudeerde populatie

  • inclusiecriteria: 
    • ouder dan 65 jaar
    • diagnose van ernstige gonartrose volgens de criteria van het American College of Rheumatology
    • unilaterale totale knieprothese 
    • formulier voor informed consent ondertekend 
  • exclusiecriteria:
    • heup- of enkelaandoening
    • ernstige operatie in de afgelopen maand 
    • cognitieve of mentale beperking met negatieve invloed op de revalidatie 
    • ernstige contralaterale gonartrose 
    • pijn die het lopen belemmert
  • criteria voor ontslag uit het ziekenhuis:
    • goede algemene toestand, vrij van koorts, anemie of eiwittekort
    • geen ernstige pijn
    • goede genezing van de incisie, zonder vochtafscheiding na activiteit
    • revalidatieprogramma voltooid
    • 100 meter kunnen stappen
  • in totaal randomiseerde men 91 patiënten; 39 van de 45 patiënten in de interventiegroep (32 vrouwen en 7 mannen) en 39 van de 46 patiënten in de controlegroep (35 vrouwen en 4 mannen) kregen de toegewezen revalidatie; de gemiddelde leeftijd was respectievelijk 75 en 76 jaar. 

 

Studieopzet 

Monocenter dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie

  • interventie: progressieve revalidatie met hoge intensiteit door pre- en postoperatieve functionele versterking van de spieren met een gestandaardiseerd protocol:
    • fase 1: versterking van de spieren door passieve revalidatie
    • fase 2: overgang naar actieve revalidatie
    • fase 3: overgang naar dragen van gewichten en geleidelijke toename van staande houding en wandelen
  • controle: gebruikelijke postoperatieve revalidatie bestaande uit:
    • 1 tot 4 dagen na de operatie: oefeningen met heffen van gestrekte benen + bewegingsoefeningen van de enkel in bed 10 tot 20 maal per dag + buig-strekoefeningen van de knie 10 maal per dag; passieve continue bewegingsmachine met een lichte hoek die geleidelijk scherper wordt gedurende 30 minuten en 2 maal per dag 
    • vanaf de 5de dag: toenemend aantal keren opheffen van gestrekte benen en meer wandelingen in functie van het herstel van de patiënt 
    • de voornaamste verschillen ten opzichte van de interventiegroep waren dus: (1) geen progressieve training en geen gestandaardiseerde instructies; (2) lage oefenfrequentie; en (3) revalidatie beperkt tot de postoperatieve periode.

 

Uitkomstmeting

  • primaire uitkomstmaat:
    • functioneren van de knie, gemeten met de HSS (Hospital for Special Surgery)-score
  • secundaire uitkomstmaten: 
    • VAS (visuele analoge pijnschaal) 
    • 6 MWT (6 minutenwandeltest)
    • SF-36 (schaal voor levenskwaliteit) 
    • schaal voor tevredenheid over het revalidatieprogramma 
    • inflammatoire parameters in het bloed: interleukine 6, C-reactief proteïne
    • duur van het verblijf
    • tijd tot eerste keer opstaan na operatie
    • complicaties
  • de resultaten worden uitgedrukt als gemiddeld verschil (MD) en de effectgrootte wordt geschat Cohen’s d met d<0,2= verwaarloosbaar effect; d tussen 0,2 en 0,5=weinig effect; d tussen 0,5 en 0,8=matig effect; d>0,8=groot effect.

 

Resultaten 

  • primaire uitkomstmaat: 
    • significant verschil in HSS ten gunste van de interventiegroep na 2 weken (MD van 14,9 punten met 95% BI van 13,0 tot 16,8 punten; d=092), na 3 maanden (MD van 19,3 punten met 95% BI van 17,7 tot 20,8 punten; d=1,11) en na 12 maanden (MD van 13,1 punten met 95% BI van 11,6 tot 14,6 punten; d=0,83); p<0,001 voor elke vergelijking
  • secundaire uitkomstmaten: 
    • significant verschil in VAS voor pijn ten gunste van de interventiegroep na 2 weken (MD van -0,7 punten met 95% BI van -1,1 tot -0,3 punten; d=-0,51) maar niet na 3 maanden en 12 maanden 
    • significant verschil in 6 MWT ten gunste van de interventiegroep na 3 maanden (MD van 37,3 meter met 95% BI van 21,5 tot 53,1 meter; d=1,12) 
    • significant verschil in SF-36 ten gunste van de interventiegroep na 12 maanden op fysiek vlak maar niet op mentaal vlak
    • significant meer patiënten tevreden 3 maanden en 12 maanden na ontslag uit het ziekenhuis 
    • geen significant verschil in parameters in het bloed
    • significant kortere verblijfsduur in het ziekenhuis (6,6 versus 8,2 dagen) en sneller kunnen staan (na 2 versus na 3 dagen) in de interventiegroep versus de controlegroep
    • complicaties: 2 in de interventiegroep versus 5 in de controlegroep zonder significant verschil: 1 wondinfectie in elke groep, 1 DVT in de interventiegroep tegenover 5 in de controlegroep, geen kniestijfheid in de indexgroep tegenover 1 in de controlegroep. 

 

Besluit van de auteurs 

Een intensieve progressieve revalidatie is effectiever dan de gebruikelijke revalidatie. Er is minder postoperatieve pijn bij de patiënt, het herstel van de kniefunctie versnelt, de tevredenheid van de patiënt verhoogt, de levenskwaliteit verbetert, de duur van het ziekenhuisverblijf vermindert en een snelle genezing wordt bevorderd.

 

Financiering van de studie

General Guidance Project of Western Medicine in Science et Technology Project of Guangzhou Municipal Health Commission.

 

Belangenconflicten van de auteurs

Er werd geen belangenconflict gemeld.

 

 

Bespreking 

 

Bespreking van de methodologie

Het gaat om een gerandomiseerde dubbelblinde studie. Ze werd goedgekeurd door de medisch-ethische commissie en tussen april 2019 en mei 2020 verricht in een ziekenhuis in China. Het onderzoek werd gerapporteerd volgens de gestandaardiseerde richtlijnen van CONSORT. De in- en exclusiecriteria zijn correct beschreven. De heelkundige ingreep en de revalidatie zijn correct beschreven, zowel in de interventie- als in de controlegroep. Er is één primaire uitkomstmaat en meerdere secundaire uitkomstmaten die allemaal relevant zijn. De gebruikte statistische methoden zijn coherent. De randomisatiesequentie werd met een computer gegenereerd en voor de allocatie gebruikte men opake enveloppen. Verschillende personeelsleden stonden in voor de geblindeerde toewijzing, de registratie van patiënten en de bespreking van de resultaten. De chirurg, de twee effectbeoordelaars en de twee statistici waren niet op de hoogte van de uitvoeringsmodaliteiten tijdens het onderzoek. Volgens de auteurs wisten ook de patiënten niet of ze behoorden tot de interventiegroep of de controlegroep. Dat lijkt ons echter moeilijk haalbaar te zijn omdat we verwachten dat de patiënten met elkaar spreken tijdens de verzorging en de kinesitherapie. De kinesitherapeut was echter wel alleen betrokken bij de revalidatie van de patiënt en niet bij de analyse van de gegevens. De timing van de metingen wordt niet duidelijk weergegeven in het protocol maar is wel af te leiden uit de resultatentabellen. 

 

Bespreking van de resultaten

Het effect van de interventie op de primaire uitkomstmaat, het functioneren van de knie op de HSS-schaal, was groot (Cohen’s d>8). Deze RCT werd echter slechts in één centrum uitgevoerd, wat de externe validiteit beperkt. De exclusiecriteria waren bovendien zeer streng: de patiënten moesten vrij zijn van ernstige contralaterale gonartrose, of van aandoeningen aan de heup of de enkel en hun gang mocht niet ernstig verstoord zijn door de pijn. Een onderzoek uit 2007 bestudeerde de prognostische kenmerken die 6 maanden na plaatsing van een totale knieprothese tot goede resultaten leidden (7). Zij concludeerden dat de voornaamste voorspellende factor voor een goed resultaat na 6 maanden gecorreleerd was met de score voor de ingreep op elk bestudeerd domein (SF-36, WOMAC, generieke vragenlijst). Zo zal een patiënt in goede gezondheid vóór de operatie meer kans hebben om dat ook te zijn na de ingreep. Zijn de in de huidige studie onderzochte uitkomstmaten niet te restrictief om overeen te stemmen met een werkelijk behandelde patiëntengroep? 
De interventie vertoonde meerdere aspecten: de progressiviteit, de hoge intensiteit, de frequentie. Het zou interessant zijn om aanvullende studies uit te voeren die elk element afzonderlijk bestuderen om na te gaan of één of een combinatie van elementen noodzakelijk is om hetzelfde resultaat te boeken. 

 

Wat zeggen de richtlijnen voor de klinische praktijk?

Er is op Ebpracticenet of de website van het KCE geen aanbeveling over dit onderwerp terug te vinden. In lijn hiermee benadrukt een duiding van Minerva uit 2021 dat het moeilijk is om een gestandaardiseerd programma in te stellen voor kinesitherapie na een totale knieprothese (4,5). In de Verenigde Staten beveelt een klinische praktijkrichtlijn, ontwikkeld door de American Physical Therapy Association (APTA) in 2020, aan om in de onmiddellijke postoperatieve periode de spieren met hoge intensiteit te versterken, alsook functionele revalidatie (evenwicht, stappen, enzovoort) te bevorderen (8). In 2008 beval de Haute Autorité de Santé een pre- en postoperatieve revalidatie aan met vooral mobilisatie, proprioceptie, versterking van de spieren en verbetering van de gang. Ze drong ook aan op een veilige adaptatie aan de context van de patiënt en zijn antecedenten (9).

 

 

Besluit van Minerva

Deze in China uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie is weliswaar monocenter, maar toont aan dat intensieve progressieve revalidatie bij patiënten met ernstige gonartrose die een unilaterale totale knieprothese ondergingen doeltreffender is dan de gebruikelijke revalidatie op het vlak van postoperatieve pijn, herstel van de mobiliteit, levenskwaliteit en duur van het ziekenhuisverblijf. 

 

 

 

Referenties 

  1. Schuster P, Geißler S, Schlumberger M, et al. The projected volume of primary and revision total knee arthroplasty will place an immense burden on future health care systems over the next 30 years. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2020;28:3257-68. DOI: 10.1007/s00167-020-06154-7
  2. Sculier J-P. Geen verbetering van de resultaten op lange termijn met een ambulant kinesitherapieprogramma in een gespecialiseerd centrum bij patiënten met risico van ongunstige evolutie na een totale knieprothese. Minerva 2021;20(5):59-62
  3. Hamilton DF, Beard DJ, Barker KL, et al. Targeting rehabilitation to improve outcomes after total knee arthroplasty in patients at risk of poor outcomes: randomised controlled trial. BMJ 2020;m3576. DOI: 10.1136/bmj.m3576
  4. Feron J-M. Werkzaamheid en veiligheid van thuisrevalidatie via een smartphone-app met supervisie na een totale knieprothese. Minerva 2024;23(3):60-3.
  5. Zhao R, Cheng L, Zheng Q, et al. A smartphone application-based remote rehabilitation system for post-total knee arthroplasty rehabilitation: a randomized controlled trial. J Arthroplasty 2024;39:575-581.e8. DOI: 10.1016/j.arth.2023.08.019
  6. Jiao S, Feng Z, Dai T, et al. High-intensity progressive rehabilitation versus routine rehabilitation after total knee arthroplasty: a randomized controlled trial. J Arthroplasty 2024;39:665-71.e2. DOI: 10.1016/j.arth.2023.08.052
  7. Escobar A, Quintana JM, Bilbao A, et al. Effect of patient characteristics on reported outcomes after total knee replacement. Rheumatology (Oxford) 2007;46:112-9. DOI: 10.1093/rheumatology/kel184
  8. Jette DU, Hunter SJ, Burkett L, et al; American Physical Therapy Association. Physical therapist management of total knee arthroplasty. Phys Ther 2020;100:1603-31. DOI: 10.1093/ptj/pzaa099
  9. Haute Autorité de Santé. Critères de suivi en rééducation et d'orientation en ambulatoire ou en soins de suite ou de réadaptation après arthroplastie totale du genou. HAS, 2008.


Download het volledige nummer in pdf-formaat


Laatste update website: 20/12/2024