Drie preventieniveaus kunnen worden onderscheiden. Tot de primaire preventie behoren interventies of activiteiten die het voorkómen van een ziekte tot doel hebben. De interventies richten zich hierbij op de etiologische factoren van de betreffende ziekte, zoals bijvoorbeeld stoppen met roken ter preventie van longkanker of het vaccineren ter voorkoming van infectieziekten. Bij secundaire preventie beoogt men het verloop van een ziekte gunstig te beïnvloeden door vroegtijdige diagnostiek. Een voorbeeld hiervan is screening van hypertensie of case-finding van diabetes mellitus. Men spreekt van tertiaire preventie bij activiteiten die zich richten op het verbeteren van de gezondheidstoestand van personen met een (chronische) aandoening door herstel te versnellen of complicaties te voorkomen. Het toedienen van acetylsalicylzuur na een CVA, of controle van de glykemie en voorlichting aan diabetespatiënten zijn voorbeelden van tertiaire preventie.
primaire preventie, secundaire preventie, tertiaire preventie