Type 1: bloeding waarvoor geen behandeling door een professionele zorgverlener nodig is.
Type 2: bloeding waarvoor medische zorg of hospitalisatie nodig is, zonder dat een heelkundige ingreep vereist is.
Type 3a: bloeding met een daling van hemoglobine van 3 tot 5 g/dl en/of waarvoor transfusie vereist is.
Type 3b: bloeding met een daling van hemoglobine van 5 g/dl; harttamponade; bloeding waarvoor heelkundige ingreep vereist is (exclusief tanden, neus, huid en hemorrhoïden); bloeding waarvoor toediening van intraveneuze vaso-actieve geneesmiddelen nodig is.
Type 3c: intracraniële bloeding.
Type 4: bloeding in kader van CABG; perioperatieve intracraniële bloeding binnen de 48 uur; heringreep om een bloeding te controleren na het sluiten van een sternotomie; transfusie met 5 units volbloed of packet cells binnen een periode van 48 uur.
Type 5a: fatale bloeding klinisch waarschijnlijk (zonder autopsie)
Type 5b: fatale bloeding zeer waarschijnlijk wegens de ernst of bevestigd door autopsie of beeldvorming.
BARC