In de Villaltaschaal wordt zowel gebruikgemaakt van een patiëntscore als van een observerscore. De patiënt kan vijf symptomen (pijn, zwaartegevoel, krampen, jeuk, tintelingen) scoren op een schaal van 0 (afwezig) tot 3 (ernstig). De observer scoort daarnaast zes symptomen (pretibiaal oedeem, induratie, hyperpigmentatie, veneuze ectasieën, pijn bij kuitcompressie, roodheid) op diezelfde schaal. De diagnose PTS wordt gesteld bij een totaalscore van ≥3 (bij twee opeenvolgende driemaandelijkse controles), of bij aanwezigheid van een veneus ulcus. Een score 5-9 wijst op milde PTS; 10-14 op matige PTS; en ≥15 of veneus ulcus op ernstige PTS.
Villalta PTS-schaal