Resultaat op trefwoord : 'institutionalisering'


Aantal resultaten : 9 artikel(s) - 2 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze systematische review van goede methodologische kwaliteit met een beperkt aantal heterogene studies suggereert dat thuishospitalisatie een waardig alternatief kan zijn voor een klassieke hospitalisatie bij chronische patiënten die zich op spoed aanmelden. Zo zag men met thuishospitalisatie minder heropnames en minder opnames in instellingen voor langetermijnzorg. Er blijft echter heel wat onzekerheid bestaan over de grootte van het effect en een belangrijke klinische heterogeniteit van de geïncludeerde studies belet ons om afgewogen conclusies te trekken. Bovendien bestaan er heel wat bezwaren voor extrapolatie naar de Belgische zorgcontext.

Deze multicenter pragmatische open-label gecontroleerde gerandomiseerde studie met semi-factorieel opzet toont aan dat MAO-B-inhibitoren als aanvullende perorale behandeling een beter effect hebben dan COMT-inhibitoren (in deze studie werd enkel entacapon gebruikt) op het motorisch functioneren bij patiënten met de ziekte van Parkinson die reeds onder een behandeling met levodopa staan. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat het type ongewenste effecten bij MAO-B-inhibitoren vaak veel ernstiger zijn dan bij COMT-inhibitoren. Het opstarten van dopamine-agonisten en MAO-B-inhibitoren dient, zeker bij oudere patiënten, steeds een weloverwogen keuze te zijn.

Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review en meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont aan dat mobiliteitstraining leidt tot een klinisch relevante verbetering van de mobiliteit bij kwetsbare thuiswonende ouderen. De effecten op functioneren, opname in een zorginstelling, valincidenten en mortaliteit zijn onduidelijk, alsook het voorkomen van ongewenste effecten. De geïncludeerde studies vertonen echter een belangrijke klinische heterogeniteit op vlak van studiepopulatie, interventie- en controlegroep, gebruikte meetinstrumenten, wat de interpretatie van de resultaten bemoeilijkt.

Uit deze post-hoc analyse van een RCT blijkt dat bij patiënten met matig tot ernstige ziekte van Alzheimer het stopzetten van een behandeling met donepezil gedurende één jaar aanleiding kan geven tot een snellere opname in een verzorgingsinstelling. Dit effect verdwijnt echter in de daaropvolgende drie jaren. Hiermee wordt best rekening gehouden bij het stopzetten van een behandeling met donepezil. Toevoegen van of veranderen naar memantine heeft geen invloed op de opname in een verzorgingsinstelling.

Dit systematisch literatuuroverzicht over de niet-medicamenteuze aanpak van de ziekte van Alzheimer en daaraan gerelateerde problemen laat niet toe om praktische conclusies te formuleren voor de clinicus.

Het effect van memantine al of niet in combinatie met cholinesterase-inhibitoren voor de behandeling van Alzheimerdementie, blijft klinisch weinig relevant. Het blijft bovendien onduidelijk of bepaalde subgroepen meer baat kunnen hebben bij deze medicatie.

Medicamenteuze behandeling van dementie

Michiels B.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 9 pagina 130 - 131


Uit deze systematische review en meta-analyse blijkt dat donepezil, galantamine, rivastigmine en memantine geen globaal klinisch relevant effect hebben op cognitie en een beperkt effect hebben op globaal functioneren bij sommige patiënten met verschillende vormen van dementie. Het effect op gedrag en levenskwaliteit is te heterogeen om klinisch relevante uitspraken te kunnen doen. De eerder geformuleerde aanbeveling van Minerva, namelijk dat er voor het systematisch voorschrijven van cholinesterase-inhibitoren en memantine geen evidentie bestaat, blijft gehandhaafd.

Complexe interventies voor het behoud van autonomie bij thuiswonende ouderen

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 6 pagina 90 - 91


Deze meta-analyse toont het nut aan van interdisciplinaire programma’s die erop gericht zijn de fysieke capaciteiten van thuiswonende ouderen te vergroten, om rekening te houden met hun sociale problemen en hun autonomie te behouden. Het is evenwel niet mogelijk om specifieke aanbevelingen te doen, gezien de interventies naargelang de intensiteit (aantal bezoeken, duur van de interventie) of de betrokken professionele disciplines niet verschillen in effectiviteit.

Valpreventie: multifactoriële evaluatie en doelgerichte interventie

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 3 pagina 46 - 47


Deze meta-analyse toont aan dat een interventie met multifactoriële screening van het valrisico en een geïndividualiseerde correctie van deze factoren geen winst oplevert bij thuiswonende ouderen. Zij wijst op de methodologische beperkingen, de heterogeniteit en de weinig waardevolle uitkomstmaten van de originele studies. Het is mogelijk dat meer complete interventies wel effect hebben, maar dit moet nog bevestigd worden. De huidige praktijkrichtlijnen zullen waarschijnlijk aangevuld moeten worden om meer duidelijkheid te brengen in hun aanbevelingen over multifactoriële interventies.

Cholinesterase-inhibitoren: wetenschappelijke evidentie?

Michiels B.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 5 pagina 82 - 84


Deze systematische review toont aan dat de beperkte en tijdelijke effecten van cholinesterase-inhibitoren op cognitie en algemeen functioneren van patiënten met Alzheimerdementie in vraag kunnen worden gesteld. De beschikbare RCT’s hebben belangrijke methodologische tekortkomingen. Er is daarom onvoldoende evidentie voor het systematisch voorschrijven van cholinesterase-inhibitoren bij patiënten met Alzheimerdementie.

Langetermijnresultaten over donepezil bij Alzheimer

Michiels B.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 6 pagina 99 - 101


Deze studie besluit dat de mogelijke winst in cognitie van een behandeling met donepezil bij patiënten met milde tot matige ziekte van Alzheimer klinisch niet relevant is en niet resulteert in beter functioneren of een betere levenskwaliteit of in uitstel tot opname in een instelling. Donepezil is daarom niet aangewezen in de behandeling van milde tot matige Alzheimerdementie.