Resultaat op trefwoord : 'hypolipemiërend middel'


Aantal resultaten : 4 artikel(s) - 2 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze RCT is van goede methodologische kwaliteit en includeert een groot aantal patiënten met een zeer hoog cardiovasculair risico (met antecedenten van atherosclerotische gebeurtenissen en met risicofactoren) die behandeld worden met statines en andere cardiovasculaire geneesmiddelen (antiaggregantia, bèta-blokkers, ACE-inhibitoren of sartanen,…). Het toevoegen van evolocumab versus placebo aan deze behandelingen gedurende mediaan 26 maanden heeft een beperkt effect op cardiovasculaire morbiditeit, maar geen effect op globale of cardiovasculaire mortaliteit.

Uit deze systematische review van de Cochrane Collaboration kunnen we besluiten dat interventies om therapietrouw voor hypolipemiërende middelen te bevorderen tegenstrijdige resultaten opleveren op het vlak van therapietrouw en LDL-cholesterolverlaging.

Deze analyse brengt argumenten aan voor LDL-cholesterol als cardiovasculaire risicofactor met een gelijkaardig effect voor de verschillende cholesterolverlagende behandelingen (statines, CETP-inhibitoren, fibraten, PCSK9-inhibitoren). Vanuit fysiopathologisch standpunt zijn deze bevindingen dus interessant. We moeten er wel op wijzen dat dit soort van meta-analyses geen rekening houdt met behandelingsmodaliteiten (onder andere dosis en duur) en met ongewenste effecten. Om deze therapeutische aanpak toe te passen in de praktijk zou het, op basis van de resultaten van de hier besproken meta-regressie-analyse, nuttig kunnen zijn om pragmatische studies op te zetten die de gebruikelijke zorg vergelijken met aangepaste behandelingen die een precieze LDL-cholesterolvermindering nastreven.

Voorkomt rosuvastatine een CVA bij mannen en vrouwen met een verhoogd CRP?

Lemiengre M.

Minerva 2010 Vol 9 nummer 7 pagina 82 - 83


Deze studie toont aan dat bij schijnbaar gezonde personen (40% metabool syndroom, 20% familiale antecedenten, 16% rokers en 50% met een Framinghamscore >10) zonder hyperlipidemie maar met een verhoogd hooggevoelig CRP, rosuvastatine de incidentie van CVA met de helft verlaagt. De omvang en de betrouwbaarheid van het voordeel kan men echter in vraag stellen.

Effect van rosuvastatine bij patiënten met chronisch hartfalen

Lemiengre M.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 1 pagina 4 - 5


Deze studie toont aan dat bij patiënten met matig tot ernstig chronisch hartfalen, het toevoegen van 10 mg rosuvastatine aan een standaardbehandeling geen effect heeft op de overleving van de patiënten en ook niet op de duur tot hun eerstvolgende hospitalisatie.

Hypolipemiërende middelen: verschil in effectiviteit tussen patiënten met of zonder diabetes?

Chevalier P. , van Driel M.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 2 pagina 19 - 21


De auteurs van deze meta-analyse besluiten dat een hypolipemiërende behandeling, in het bijzonder statines, het cardiovasculaire risico significant doet dalen zowel bij diabetici als bij niet-diabetici. Het voordeel is groter bij type 2-diabetici. In secundaire preventie is de indicatie voor een hypolipemiërende behandeling bij zowel diabetici als niet-diabetici voldoende onderbouwd. In primaire preventie echter is het absolute risicoverschil niet statistisch significant en hangt de winst af van het cardiovasculaire risico van de patiënt. Op basis van deze meta-analyse zijn er dus geen argumenten om aan te nemen dat er in primaire preventie voor diabetici en niet-diabetici een verschil zou zijn in doeltreffendheid van een hypolipemiërende behandeling. Bij het voorschrijven van een statine moet men rekening houden met het risico van potentieel ernstige ongewenste effecten.