Resultaat op trefwoord : 'sinusitis'


Aantal resultaten : 3 artikel(s) - 1 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Welke kinderen met acute sinusitis kunnen baat hebben bij een behandeling met antibiotica?

De Sutter A.

Minerva 2024 Vol 23 nummer 10 pagina 248 - 252


Deze methodologisch correct uitgevoerde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie bij een grote groep kinderen met een klinische diagnose van rhinosinustis toont aan dat een behandeling met antibiotica (amoxicilline-clavulaanzuur) een beperkt effect heeft op de ernst en de evolutie van de symptomen en dat alleen bij kinderen waarbij op basis van een bacteriële cultuur de aanwezigheid van H. influenzae, S. pneumoniae of M. catarrhalis werd aangetoond. Het effect van antibiotica werd niet beïnvloed door de kleur van de neusloop. Gezien het klinisch weinig relevante effect en omdat het praktisch niet haalbaar is om bij elk kind met rhinosinusitis een nasofaryngeale cultuur af te nemen, blijft de aanbeveling gelden om bij kinderen met klinische rhinosinusitis in de eerste plaats waakzaam af te wachten zonder antibiotica.

Deze open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat de behandeling met een nasaal corticosteroïd (mometason) de levenskwaliteit van kinderen (van 4 tot 8 jaar) met chronische rhinosinusitis verbetert en een significant effect heeft op de toename van de nasale en sinusale microbiële biodiversiteit. Door de kleine steekproefgrootte en de open-labelopzet moeten de resultaten van deze studie met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Daarom wachten we op bijkomende resultaten die deze conclusie bevestigen.

Deze multicenter pragmatische open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat endoscopische sinusheelkunde gecombineerd met medicamenteuze therapie na 12 maanden effectiever is dan alleen medicamenteuze therapie bij patiënten met chronische rhinosinusitis met neuspoliepen waarbij een initiële medicamenteuze behandeling faalde. Het effect bereikt echter niet de vooropgestelde drempel voor klinische relevantie.

De richtlijn van EBMPracticeNet stelt zonder verder te preciseren voor om de patiënten met chronische rhinosinusitis te identificeren en diegenen te selecteren die door een KNO-arts behandeld moeten worden. Op basis van de resultaten van de hier besproken studie lijkt het belangrijk om patiënten met chronische rhinosinusitis te onderzoeken op de al dan niet aanwezigheid van neuspoliepen. Voor chronische rhinosinusitis met of zonder neuspoliepen worden als eerste stap intranasale corticosteroïden en neusspoelingen met 0,9% zoutoplossing aanbevolen (hoog niveau van aanbeveling). Als tweede stap worden leukotrieenreceptorantagonisten, orale corticosteroïden en macroliden vaak alleen voorgesteld na een precieze diagnose en/of na een KNO-advies. Omdat al deze behandelingen onderhevig zijn aan ongewenste effecten, dient de balans tussen de voordelen en de risico’s altijd besproken te worden met de patiënt.