Duiding
Leeftijdsafhankelijke afkapwaarde D-dimeer bij ouderen: betrouwbaar?
15 04 2014
Zorgberoepen
Tekst onder de verantwoordelijkheid van de Franstalige redactie
Minerva wees in 2005 op het nut van D-dimeerbepaling bij vermoeden van trombo-embolie. Een negatieve D-dimeertest is een goede uitsluiter bij patiënten met een lage voorkans (op basis van de Wells- of een andere score) (1,2). Ook het relatieve nut van de verschillende beschikbare D-dimeertesten kwam al aan bod (3,4).
Het nut van leeftijdsaangepaste afkapwaarden kwam nog niet ter sprake in Minerva. Om een veneuze trombo-embolie uit te sluiten (longembool of diepe veneuze trombose) bij personen met lage voorkans van longembool (diagnose weinig waarschijnlijk) zal met de conventionele afkapwaarden ongeveer 1 op 3 personen van eender welke leeftijd geen verder onderzoek moeten ondergaan (uitsluitend vermogen). Bij 75-plussers zou dat nog slechts 10% moeten zijn (5). Deze vaststelling stelde het diagnostische belang van D-dimeerbepaling bij (zeer) oude patiënten in vraag, wat geleid heeft tot een herziening van de afkapwaarden in functie van de leeftijd.
Nederlandse onderzoekers publiceerden in 2013 een systematische review met meta-analyse over de diagnostische accuraatheid van D-dimeerbepaling bij 50-plussers op basis van de conventionele afkapwaarden (500 µg/L) of van leeftijdsafhankelijke afkapwaarden (leeftijd x 10 µg/L). Ze vonden 2 696 publicaties, waarvan ze er 5 konden behouden (6). Deze 5 publicaties omvatten 13 cohortstudies met 22 608 patiënten waarvan 12 630 patiënten met een klinisch lage voorkans op veneuze trombo-embolie. 7 cohortstudies includeerden patiënten met vermoeden van longembool en de 6 andere cohortstudies includeerden patiënten met vermoeden van diepe veneuze trombose. Slechts 1 studie vond plaats in de eerste lijn.
De gepoolde specificiteit van de D-dimeertest daalt in belangrijke mate naarmate de leeftijd toeneemt:
- > 50 jaar: 66,8% (95% BI van 61,3% tot 72,0%)
- > 80 jaar: 14,7% (95% BI van 11,3% tot 18,6%)
Bij aanpassing van de afkapwaarde in funtie van de leeftijdscategorie, neemt de specificiteit toe in alle leeftijdscategorieën, zelfs met meer dan het dubbele bij 80-plussers (35,2% met 95% BI van 29,4 tot 41,5). De sensitiviteit is maar weinig gevoelig voor deze verandering van de afkapwaarden en blijft hoger dan 97% bij alle afkapwaarden in de verschillende leeftijdscategorieën. De accuraatheid van de D-dimeertest neemt dus toe wanneer afkapwaarden gekozen worden in functie van de leeftijd.
Besluit
Deze systematische review met meta-analyse van goede methodologische kwaliteit toont aan dat het nuttig is om bij de D-dimeerbepaling voor het uitsluiten van longembool bij patiënten met een lage voorkans, leeftijdsafhankelijke afkapwaarden te hanteren (leeftijd x 10 µg/L).
Referenties
- Lemiengre M, Vanhee L. De waarde van D-dimeertest bij vermoeden van DVT. Minerva 2005;4(3); 36-8.
- Wells P, Anderson D, Rodger M, et al. Evaluation of D-dimer in the diagnosis of suspected deep-vein thrombosis: randomised controlled trial. N Engl J Med 2003;349:1227-35.
- Lemiengre M, Vanhee L. Welke D-dimeertest is de beste om DVT of longembolie uit te sluiten? Minerva 2005;4(3):42-4.
- Stein PD, Hull RD, Patel KC, et al. D-dimer for the exclusion of acute venous thrombosis and pulmonary embolism: a systematic review. Ann Intern Med 2004;140:589-602.
- Wells PS, Anderson DR, Rodger M, et al. Derivation of a simple clinical model to categorize patients probability of pulmonary embolism: increasing the models utility with the SimpliRED D-dimer. Thromb Haemost 2000;83:416-20.
- Schouten HJ, Geersing GJ, Koek HL, et al. Diagnostic accuracy of conventional or age adjusted D-dimer cut-off values in older patients with suspected venous thromboembolism: systematic review and meta-analysis. BMJ 2013;346:f2492.
Commentaar
Commentaar