Resultaat op trefwoord : 'rivastigmine'


Aantal resultaten : 6 artikel(s) - 4 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Het effect van interventies voor valpreventie bij personen met de ziekte van Parkinson?

Verbeke L. , Milisen K. , Vlaeyen E.

Minerva 21 03 2024


Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review met meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont aan dat oefeninterventies bij personen met idiopathische ziekte van Parkinson in een mild tot matig gevorderd stadium een positief effect hebben op het aantal valincidenten maar niet op het aantal vallers (matige bewijskracht). Ook met cholinesterase-inhibitoren zag men een daling van het aantal valincidenten, maar niet van het aantal vallers. De bewijskracht hiervoor was echter laag tot zeer laag en het gunstige effect moet bovendien afgewogen worden tegenover een toename van het aantal milde ongewenste effecten. Het is nog onduidelijk wat het effect is van educatie of educatie in combinatie met oefeningen op het valrisico bij personen met de ziekte van Parkinson.

Medicamenteuze en niet-medicamenteuze aanpak van ontremd gedrag bij dementie

Petrovic M.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 8 pagina 186 - 189


Deze systematische review met originele studies van een onduidelijke methodologische kwaliteit suggereert dat bepaalde medicamenteuze en, in sterkere mate, niet-medicamenteuze benaderingen ontremd gedrag verminderen bij personen met dementie. Door de grote klinische heterogeniteit tussen de verschillende studies, het gebrek aan placebogecontroleerde studies, alsook het feit dat ontremming niet als primaire uitkomst onderzocht werd en men bovendien mogelijk minder accurate meetinstrumenten gebruikte om ontremming te evalueren, moeten deze resultaten met grote voorzichtigheid geïnterpreteerd worden.

De methodologische kwaliteit van deze retrospectieve analyse van medische gegevens van meer dan 37 000 rusthuisbewoners is goed, ondanks de beperkingen die inherent zijn aan dit type onderzoek. Deze studie toont dat deprescribing van acetylcholinesteraseremmers (AChI) niet geassocieerd is met een significante toename van de kans op negatieve gebeurtenissen door alle oorzaken, maar wel met een verminderde kans op hospitalisatie voor ernstige valpartijen en breuken bij oudere rusthuisbewoners met ernstige dementie. De aanwezigheid van belangrijke confounders en het gebrek aan precisie met betrekking tot de methode van deprescribing belemmeren echter sterk de interpretatie van de studie. Een prospectieve RCT is onontbeerlijk om methodologische bias te beperken.

Deze systematische review brengt geen overtuigend bewijs aan dat rivastigmine nuttig is bij patiënten met vasculaire cognitieve achteruitgang (die kan evolueren naar dementie).

Deze systematische review met meta-analyse van goede methodologische kwaliteit bevestigt wat we eerder besloten in Minerva: op dit ogenblik beschikken we niet over een wetenschappelijke onderbouwing dat cholinesterase-inhibitoren de evolutie naar dementie of naar een verdere cognitieve achteruitgang afremmen bij patiënten met milde cognitieve stoornissen.

Medicamenteuze behandeling van dementie

Michiels B.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 9 pagina 130 - 131


Uit deze systematische review en meta-analyse blijkt dat donepezil, galantamine, rivastigmine en memantine geen globaal klinisch relevant effect hebben op cognitie en een beperkt effect hebben op globaal functioneren bij sommige patiënten met verschillende vormen van dementie. Het effect op gedrag en levenskwaliteit is te heterogeen om klinisch relevante uitspraken te kunnen doen. De eerder geformuleerde aanbeveling van Minerva, namelijk dat er voor het systematisch voorschrijven van cholinesterase-inhibitoren en memantine geen evidentie bestaat, blijft gehandhaafd.

Kan rivastigmine de ziekte van Alzheimer voorkomen?

Vermeire E.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 2 pagina 26 - 27


Deze studie toont aan dat bij personen met MCI rivastigmine in vergelijking met placebo de evolutie naar dementie niet kan afremmen. Er werden na vier jaar evenmin significante verschillen gezien in cognitief functioneren, gedrag en dagelijks functioneren. De relatie tussen MCI en dementie is bovendien slecht gekend. Momenteel is er voor geen enkele cholinesterase-inhibitor enig effect op de progressie van MCI naar dementie aangetoond.

Cholinesterase-inhibitoren: wetenschappelijke evidentie?

Michiels B.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 5 pagina 82 - 84


Deze systematische review toont aan dat de beperkte en tijdelijke effecten van cholinesterase-inhibitoren op cognitie en algemeen functioneren van patiënten met Alzheimerdementie in vraag kunnen worden gesteld. De beschikbare RCT’s hebben belangrijke methodologische tekortkomingen. Er is daarom onvoldoende evidentie voor het systematisch voorschrijven van cholinesterase-inhibitoren bij patiënten met Alzheimerdementie.

Medicamenteuze behandeling van neuropsychiatrische symptomen bij dementie

De Paepe P. , Petrovic M.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 1 pagina 7 - 10


Eerder werd in Minerva besloten dat er onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing is om bij demente patiënten met gedragstoornissen atypische neuroleptica te verkiezen boven typische. Deze review stelt daarnaast het effect van elke medicamenteuze behandeling van neuropsychiatrische symptomen bij demente patiënten in vraag.

Rivastigmine

Vermeire E.

Minerva 2002 Vol 1 nummer 8 pagina 4 - 5


Uit deze systematische review blijkt dat behandeling met rivastigmine op korte termijn een meetbaar effect heeft op cognitieve functies en dagelijks functioneren. Het is de vraag hoe relevant de gevonden resultaten zijn voor de praktijk. De effecten op langere termijn zijn niet duidelijk. Op basis van deze gegevens zijn er onvoldoende argumenten om rivastigmine systematisch aan dementerende patiënten voor te schrijven.