Tijdschrift Minerva volume 24 nummer 6 juli 2025




Voorspellend model voor een optimale glucoseverlagende therapie bij type 2-diabetes?

Pagina 121 - 125 

Michiels B.  

Deze ontwikkelings- en validatiestudie toont aan dat een model op basis van routinematig verzamelde klinische gegevens het glucoseverlagende effect van vijf geneesmiddelklassen correct kan voorspellen. Het model is nuttig bij de keuze van een optimale glucoseverlagende behandeling voor glycemieregeling en het gebruik ervan zou het risico van complicaties bij individuele patiënten beperken. De studie is van goede methodologische kwaliteit, maar beperkingen met name observationele bias zoals voor therapietrouw, gebrek aan validatie voor nieuwere GLP-1-analogen en exclusie van 80-plussers vereisen voorzichtigheid bij de implementatie. Verfijning van het model is dus nodig zodra nieuwe gegevens beschikbaar zijn. Het hier ontwikkelde model kan richtlijnen aanvullen door de individuele glycemische respons te voorspellen.


D-mannose om recidieven van urineweginfecties te voorkomen?

Pagina 126 - 129 

Laekeman G.  

maanden geen beschermende werking aan van een dagelijkse orale inname van 2 g D-mannose ten opzichte van 2 g fructose bij vrouwen met een mediane leeftijd van 61 (IQR 46 tot 73) jaar, die gevoelig zijn voor recidiverende urineweginfecties. De pragmatische keuze om een beperkte therapietrouw als referentie te nemen en de keuze voor fructose als controle heeft het resultaat mogelijk wel negatief beïnvloed.


De impact van multicomponente bewegingsinterventies en voedingssupplementen op fysieke kwetsbaarheid van thuiswonende oudere personen.

Pagina 130 - 133 

De Coninck L.  

Ondanks de sterke klinische heterogeniteit op vlak van bestudeerde interventies en studiepopulaties suggereert deze systematische review met meta-analyse dat multicomponente bewegingsoefeningen een positief effect hebben op frailty bij oudere personen (matige zekerheid van bewijs). Over het effect van voedingsinterventies bestaat er meer onduidelijkheid omdat men alleen een verbetering zag in twee studies die interventies met macro- en micronutriënten combineerden.


Nut van niet-medicamenteuze interventies voor patiënten met hartfalen en gedaalde ejectiefractie?

Pagina 134 - 139 

Uvin K.  

Deze systematische review en netwerkmeta-analyse toont aan dat hoog intensieve duur- en intervaltraining bij patiënten met hartfalen met verminderde ejectiefractie een significante verbetering geven in VO₂piek, 6MWD en levenskwaliteit. Hoge intensiteit aerobe intervaltraining was de meest effectieve interventie voor LVEF en 6MWD. De methodologische kwaliteit van de analyse is degelijk, maar de onderliggende studies vertonen aanzienlijke klinische heterogeniteit op vlak van interventies en populaties. Hoewel deze meta-analyse waardevolle inzichten biedt in niet-medicamenteuze interventies bij hartfalen met verminderde ejectiefractie, blijft er daarom voorzichtigheid geboden bij extrapolatie naar de algemene klinische praktijk. Ook al worden de huidige richtlijnen bevestigd, blijven goed uitgevoerde studies met gedetailleerde rapportering nodig om de klinische toepasbaarheid verder te onderbouwen.


Minder gezondheidszorggebruik voor depressie na inzet van verpleegkundigen geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn?

Pagina 140 - 144 

Cordyn S., Poelman T., Stas P.  

Deze retrospectieve observationele cohortstudie toont aan dat een hogere inzet van verpleegkundigen geestelijke gezondheidszorg in de huisartsenpraktijk samenhangt met minder gebruik van eerstelijns en gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg en - in beperktere mate – met huisartsconsultaties bij personen met depressie. Deze studie is methodologisch goed opgezet en gebaseerd op een grote, representatieve populatie, maar de bewijskracht is beperkt door het niet-experimentele karakter, mogelijke confounding en het ontbreken van klinische uitkomstmaten zoals symptoomverbetering of tevredenheid van de zorgvrager. Bovendien is meer onderzoek nodig naar de kosten en baten van deze interventie en gelijkaardige interventies voor integratie van geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn.