Tijdschrift Minerva volume 9 nummer 6 juli 2010




Controverse over medische hulpmiddelen

Pagina 61 - 61 

Chevalier P.  


Co-trimoxazol voor de preventie van urineweginfecties bij voorbeschikte kinderen

Pagina 62 - 63 

Godefroid N.  

De resultaten van deze studie tonen aan dat een profylactische behandeling met trimethoprim/sulfametoxazol gedurende twaalf maanden, een (bescheiden) voordeel biedt voor de preventie van recidieven bij kinderen met een symptomatische urineweginfectie. Omwille van het tekort aan power kon geen effect aangetoond worden op de progressie van parenchymbeschadiging en evenmin een significant verschil in klinisch effect tussen de subgroepen van de studie.


Nut van inhalatiecorticosteroïden bij RSV-infectie?

Pagina 64 - 65 

Chevalier P.  

In deze RCT werd het effect onderzocht van een hoge dosis beclametason gedurende drie maanden bij kinderen jonger dan dertien maanden die gehospitaliseerd waren omwille van een lage luchtweginfectie met het RSV-virus. De behandeling had geen preventief effect op latere episodes van wheezing.


Compressietherapie als behandeling van veneuze beenulcera

Pagina 66 - 67 

Poelman T.  

De methodologische kwaliteit van deze meta-analyse en van de geïncludeerde studies laat niet toe om relevante besluiten te trekken over een verschil in effectiviteit tussen compressietherapie met kousen of met verbanden. Andere studies hebben aangetoond dat voor een vlotte genezing van een veneus beenulcus een sterke compressietherapie in meerdere lagen aanbevolen is.


Prikkelbaredarmsyndroom: psyllium of tarwezemelen?

Pagina 68 - 69 

De Jonghe M.  

Deze studie in de huisartspraktijk is van middelmatige methodologische kwaliteit en heeft, rekening houdende met de chroniciteit van de aandoening, een beperkte onderzoeksduur. De resultaten tonen aan dat oplosbare vezels zoals psyllium mogelijk effectief zijn voor abdominale pijn bij patiënten met het PDS.


Individuele cognitieve gedragstherapie voor ouderen met depressie in de eerste lijn

Pagina 70 - 71 

Declercq T., Poelman T.  

Deze studie toont aan dat cognitieve gedragstherapie bij ouderen met depressie in de eerste lijn effectiever is dan ‘gewoon praten’. Er is echter geen bewijs van een klinisch relevant effect in vergelijking met ‘usual care’. Het effect van cognitieve gedragstherapie op depressie werd bovendien gemeten met een voor ouderen minder geschikte schaal. De plaats van cognitieve gedragstherapie als behandeling van depressie bij ouderen blijft dus ook na deze studie onduidelijk.


Belangrijke ongewenste effecten van cholinesterase-inhibitoren

Pagina 72 - 72 

Michiels B.  

Het toegenomen risico van ernstige ongewenste effecten met cholinesterase-inhibitoren, zoals syncope en bradycardie, noopt tot een zorgvuldige individuele afweging bij de start van deze medicatie en tot ernstige evaluatie om de zes maanden.


Orale bisfosfonaten en het risico van voorkamerfibrillatie en flutter bij vrouwen met osteoporose

Pagina 72 - 72 

Michiels B.  

Opnieuw zijn er aanwijzingen dat bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose de kans op VKF of flutter toeneemt na een maand behandeling met alendronaat. Onze eerder geformuleerde aanbeveling om, in het geval van verhoogde kans op voorkamerfibrillatie, voorzichtig te zijn met bisfosfonaten en vooral met alendronaat, blijft gehandhaafd.