Duiding
Pregabaline voor centrale neuropathische pijn na een CVA?
28 02 2012
Zorgberoepen
De behandeling van perifere neuropathische pijn kwam reeds aan bod in Minerva, met name de behandeling van diabetische (poly)neuropathie en de behandeling van post-herpetische neuropathie (1-3). Tricyclische antidepressiva (amitriptyline is het best geëvalueerd) en anticonvulsiva (gabapentine en recenter ook pregabaline) blijven de eerste keuze voor de behandeling van beide indicaties. Dat is ook de aanbeveling van de in 2010 herziene richtlijn van de European Federation of Neurological Societies (4). Geen enkele valide studie vergeleek het effect van gabapentine (duidelijk het goedkoopste middel) met het effect van pregabaline.
Op basis van hetzelfde fysiopathologische mechanisme, past men deze behandelingen ook toe bij andere vormen van perifere neuropathie (bv. neuropathie door kanker), maar ook bij centrale neuropathie (bv. multiple sclerose). De onderbouwing van de werkzaamheid en de veiligheid voor deze indicaties is echter veel geringer en soms onbestaande.
Kim et al. publiceerden in 2011 een studie waarbij ze de werkzaamheid onderzochten van pregabaline voor de behandeling van centrale neuropathische pijn na een CVA (5). Het gaat hier over een constante of intermitterende pijn met sensoriële stoornissen die over het algemeen optreedt binnen de zes maanden na een CVA. Ook voor deze indicatie is amitriptyline de eerstekeuzebehandeling (6). Kim et al. vergeleken de werkzaamheid van pregabaline met placebo gedurende dertien weken bij 219 patiënten die minimum vier maanden vóór de studie een CVA doormaakten en sedert minimum drie maanden last hadden van centrale neuropathische pijn. De initiële dosis pregabaline bedroeg 150 mg eenmaal per dag, nadien 150 mg tweemaal per dag en nadien 300 mg tweemaal per dag indien nodig (gemiddelde gebruikte dosis: 357 mg per dag). De primaire uitkomstmaat was het gemiddelde van de zeven laatste wekelijkse pijnscores tijdens de dertien weken behandeling. De gemiddelde score daalde van 6,5 (initiële score) tot 4,9 in de pregabalinegroep en van 6,3 tot 5,0 in de placebogroep. Het verschil tussen beide groepen was niet significant en de resultaten van de intention to treat analyse en de per protocolanalyse waren gelijklopend. Tot week 8 kon men af en toe een verschil vaststellen (weken 3, 5, 6 en 8), wat niet meer gebeurde na week 8. Het aantal patiënten met een reductie van 30 tot 50% in gemiddelde pijnscore verschilde niet in beide onderzoeksgroepen. Het land waarin de studie plaatsvond, het al of niet voorkomen van slapeloosheid en de omvang van de initiële neuropathie hadden geen invloed op de resultaten. Pregabaline was ‘superieur’ aan placebo voor twee secundaire uitkomstmaten (angst en slaapstoornissen), maar pregabaline heeft een gekend sederend effect. Duizeligheid, slaperigheid, perifeer oedeem en gewichtstoename waren de meest voorkomende ongewenste effecten van pregabaline.
Besluit
Deze studie toont aan dat pregabaline niet effectiever is dan placebo voor de behandeling van centrale neuropathische pijn die kan optreden na een CVA. Amitriptyline (maximum 150 mg per dag) blijft de eerstekeuzebehandeling.
Referenties
- De Vulder J. Oxycodon effectief bij pijn door diabetische neuropathie. Minerva 2004;3(7):106-8.
- Hans G. Tramadol bij neuropathische pijn. Minerva 2007;6(6):89-90.
- Hans G. Nortriptyline en gabapentine voor neuropathische pijn. Minerva 2010;9(9):102-3.
- Attal N, Cruccu G, Baron R, et al; European Federation of Neurological Societies. EFNS guidelines on pharmacological treatment of neuropathic pain: 2010 revision. Eur J Neurol 2010;17;1113-23.
- Kim JS, Bashford G, Murphy TK, et al. Safety and efficacy of pregabalin in patients with central post-stroke pain. Pain 2011;152:1018-23.
- Leijon G, Boivie J. Central post-stroke pain - a controlled trial of amitriptyline and carbamazepine. Pain 1989;36:27-36.
Commentaar
Commentaar