Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine
Endovaginale echo voor diagnostiek van endometriumpathologie
Minerva 2000 Volume 29 Nummer 10 Pagina 461 - 462
Zorgberoepen
Minerva Kort biedt u korte commentaren op publicaties die door de redactie van Minerva zijn geselecteerd. Interessante en voor huisartsen relevante studies die niet direct in een ruimer kader kunnen of moeten worden besproken, krijgen een plaats in deze rubriek. Iedere selectie wordt kort samengevat en van enkele regels commentaar voorzien door een referent. De redactie van Minerva wenst u veel leesgenot. |
Dit systematisch literatuuronderzoek tracht een antwoord te geven op de vraag of endovaginale echografie (EVE) een voldoende sensitieve test is om endometriumpathologie op te sporen bij postmenopauzale vrouwen met vaginaal bloedverlies. EVE zou dan kunnen helpen bepalen bij welke vrouwen het best een endometriumbiopsie gebeurt. Alle gevonden studies werden door twee onafhankelijke onderzoekers beoordeeld en in consensus geselecteerd voor deze meta-analyse. Eerst werd een afkappunt bepaald voor de endometriumdikte. Bij een endometriumdikte van 5 mm of meer werden 92% van de gevallen met endometriumpathologie (kanker, hyperplasie en poliepen) gevonden en 96% van de vrouwen met endometriumkanker (sensitiviteit (gevoeligheid) van een test is de proportie van werkelijk zieken in de populatie bij wie een positief testresultaat werd gevonden (ten opzichte van alle zieke personen). Een test met een hoge sensitiviteit detecteert een hoge proportie van werkelijk zieke personen. Sensitiviteit = a / a + c">sensitiviteit). Dit werd niet beïnvloed door het al of niet gebruiken van hormonale substitutietherapie (HST) (zie tabel). HST had wel een invloed op het aantal vrouwen met een normale biopsie na een abnormale EVE. Bij vrouwen zonder HST had 8% een normale biopsie na een afwijkende EVE (8% fout-positief, specificiteit 92%). Bij vrouwen die HST gebruikten, was het aantal fout-positief resultaat is een positieve testuitslag bij een persoon die de ziekte niet heeft (veld b in de vierveldentabel).">fout-positieven hoger, namelijk 23% (specificiteit 77%). Zonder HST-gebruik neemt de waarschijnlijkheid van endometriumpathologie bij een positieve test toe met een factor 11,9 (de likelihoodratio van een positieve test), terwijl bij HST-gebruiksters dit slechts een factor 4 is. Ditzelfde geldt voor een negatieve test: voor HST-gebruiksters is de ontkennende kracht ook duidelijk minder. Dit betekent dat een postmenopauzale vrouw met een voorkans van 10% op een endometriumaandoening bij een positieve EVE, 57% kans heeft op endometriumpathologie als zij geen HST gebruikt, vergeleken met 31% als zij wel HST gebruikt (voorspellende waarde van een positieve test (Eng: positive predictive value, PPV) is de kans dat een persoon met een positieve test de ziekte heeft of zal ontwikkelen. De voorspellende waarde van een positieve test wordt berekend door het aantal werkelijk zieke personen met een positieve test (terecht-positief) te delen door het totaal aantal personen met een positieve test. Voorspellende waarde van een positieve test = a / a + b. De voorspellende waarde van een negatieve test (Eng: negative predictive value, NPV) is de kans dat een persoon met een negatieve test de ziekte niet heeft of niet zal ontwikkelen. De voorspellende waarde van een negatieve test wordt berekend door het aantal personen zonder de ziekte en met een negatieve test (terecht-negatief) te delen door het totaal aantal personen met een negatieve test. Voorspellende waarde van een negatieve test = d / c + d">voorspellende waarde van een positieve test). Zij heeft 1% kans op een endometriumpathologie bij een normale EVE. Endovaginale echografie is een zeer gevoelig instrument om bij postmenopauzale vrouwen met vaginaal bloedverlies en een endometriumdikte <5 mm endometriumkanker uit te sluiten, onafgezien van het feit of de vrouw HST gebruikte. De EVE is hier dus even gevoelig als biopsie. |
|
Tabel: Diagnostische kenmerken van endovaginale echografie voor de diagnostiek van endometriumpathologie bij postmenopauzale vrouwen met vaginaal bloedverlies. Resultaten van meta-analyse met endometriumdikte van =5 mm als afkapwaarde. |
|
HST-gebruiksters |
Geen HST-gebruik |
Sensitiviteit % (95% BI) |
91 (89-93) |
95 (93-97) |
Specificiteit % (95% BI) |
77 (75-79) |
92 (90-94) |
Fout-positief % |
23 |
8 |
LR+ |
4,0 |
11,9 |
LR- |
0,12 |
0,05 |
VW+ |
31 |
57 |
VW- |
99 |
99 |
|
|
E.Vermeire |
|
Belangenvermenging/financiering |
Niet vermeld |
Literatuur
CARLSON K. Vaginal ultrasonography to evaluate postmenopausal bleeding. JAMA 1998;280:1529-30. |
Auteurs
Vermeire E.
Vakgroep eerstelijns- en interdisciplinaire zorg, Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen
COI :
Codering
Commentaar
Commentaar