Resultaat van de auteur


Van Crombrugge P.
Dienst Endocrino-diabetologie, O.L. Vrouwziekenhuis, Aalst
6 artikel(s) - 1 bondige bespreking(en)


Een HbA1c waarde ≥5,9% (≥41 mmol/mol), gevolgd door een OGTT, identificeerde in deze observationele studie alle vrouwen met een miskende type 2-diabetes bij het begin van de zwangerschap. Bovendien ging een HbA1c ≥5,9% (≥41 mmol/mol) bij het begin van de zwangerschap gepaard met een statistisch significante verhoogde kans op slechte zwangerschapsresultaten (congenitale afwijkingen, pre-eclampsie, schouderdystocie, perinataal overlijden), zodat nauwere begeleiding van deze vrouwen wenselijk is.

HbA1c, diabetes en cardiovasculair risico bij volwassenen zonder diabetes

Van Crombrugge P.

Minerva 2011 Vol 10 nummer 1 pagina 8 - 9


Deze studie toont aan dat HbA1c >5,5% beter dan nuchtere glykemie 110 tot 126 mg/dl het risico van coronaire hartziekte, CVA en globale mortaliteit kan voorspellen bij personen zonder type 2-diabetes bij inclusie. Deze studie zegt niets over de diagnostische waarde van HbA1c bij diabetes.

Met welk insulineschema starten bij type 2-diabetes? Een vervolg...

Van Crombrugge P.

Minerva 2010 Vol 9 nummer 4 pagina 38 - 39


Deze studie toont aan dat bij patiënten met suboptimaal gecontroleerde diabetes mellitus type 2, het toevoegen van insuline-analogen aan metformine en hypoglykemiërende sulfamiden een significante daling van HbA1c veroorzaakt. De daling van HbA1c hangt niet af van het gebruikte insulineschema. Een basaal insulineschema gaat gepaard met minder hypoglykemiëen en minder gewichtstoename.

Met welk insulineschema starten bij type 2-diabetes?

Van Crombrugge P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 5 pagina 72 - 73


Deze studie toont aan dat het toevoegen van insulineanalogen aan metformine en hypoglykemiërende sulfamiden bij onvoldoende diabetesregeling een significante daling van HbA1c veroorzaakt. Slechts een minderheid van de patiënten bereikt echter na één jaar de streefwaarde voor HbA1c (= 6,5%). Bifasische of postprandiale insulineanalogen doen het HbA1c statistisch significant meer dalen dan basale insulineanalogen, maar veroorzaken ook meer hypoglykemieën en gewichtstoename; de klinische relevantie van deze resultaten blijft dus ter discussie. Deze studie verandert niets aan de huidige richtlijnen die bij onvoldoende glykemiecontrole met orale antidiabetica NPH-insuline vóór het slapengaan aanbevelen.

Meglitinide analogen voor type 2-diabetes mellitus

Van Crombrugge P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 1 pagina 14 - 15


Deze systematische review vindt geen studies over het effect van meglitiniden op harde eindpunten zoals morbiditeit en mortaliteit. Ten opzichte van metformine geven ze méér hypoglykemieën en méér gewichtsstijging. Ze zijn bovendien veel duurder. Deze gegevens worden bevestigd in een recente meta-analyse. Metformine blijft de eerste keuze bij type 2-diabetes. De plaats van meglitiniden dient nog te worden onderbouwd.

Kan rosiglitazon diabetes voorkomen?

Van Crombrugge P.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 5 pagina 77 - 79


Deze studie toont aan dat bij obese patiënten met gestoorde nuchtere glykemie of gestoorde glucosetolerantie, behandeling gedurende drie jaar met rosiglitazon 8 mg/d de incidentie van diabetes type-2 kan reduceren. Het beschermende effect van rosiglitazon weegt echter niet op tegen de onzekerheid over een langdurige blijvende bescher-ming, het risico van ernstige ongewenste effecten (hartfalen), de hoge kostprijs en de onzekerheid over een bescherming tegen het ontstaan van latere diabetescomplicaties. In de praktijk zal men bij patiënten met gestoorde nuchtere glykemie of glucosetolerantie in de eerste plaats de voordelen van een matige calorierestrictie door gezonde voeding in combinatie met een matige verhoging van fysieke activiteit voorstellen. Enkel voor hoogrisico-patiënten met verdere evolutie van hun glucose-intolerantie kan men een medicamenteuze interventie overwegen. Metformine en acarbose hebben hierbij de voorkeur vanwege hun betere veiligheid.

Cardiovasculair voordeel van een intensieve aanpak bij type 1-diabetici

Van Crombrugge P.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 9 pagina 145 - 147


Deze studie toont aan dat een intensieve diabetesbehandeling van patiënten met type 1-diabetes op lange termijn de incidentie van cardiovasculaire gebeurtenissen kan reduceren. Naast de eerder aangetoonde gunstige effecten op microvasculaire complicaties en neuropathie is dit een bijkomend argument om zo snel mogelijk een intensieve diabetesaanpak te starten bij patiënten met type 1-diabetes.