Resultaat op trefwoord : 'algemene dagelijkse levensverrichtingen'


Aantal resultaten : 13 artikel(s) - 10 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze systematische review werd methodologisch goed uitgevoerd. Desondanks was een meta-analyse niet mogelijk door de inconsistente resultaten en de significante heterogeniteit van de geïncludeerde studies. Daarom worden de resultaten narratief gerapporteerd en laten ze niet toe om conclusies te trekken over de doeltreffendheid van psychosociale interventies om het gebruik van antipsychotica bij bewoners van woonzorgcentra te verminderen. Gezien de vaak belangrijke en ernstige risico's en de beperkte werkzaamheid van medicamenteuze behandelingen bij personen met dementie en gedragsstoornissen, blijven niet-medicamenteuze interventies de eerste keuze in afwachting van de resultaten van nieuwe studies.

Deze systematische review met meta-analyse van zowel RCT’s als observationele studies suggereert in pre-postvergelijkingen dat een biopsychosociale thuisgebaseerde interventie voor oudere personen, een positieve invloed heeft op uitkomstmaten die verband houden met risico’s in de thuissituatie, dagelijks functioneren, falls efficacy, depressie en levenskwaliteit. In vergelijking met een controlegroep is de effectiviteit echter minder duidelijk en mogelijk niet klinisch relevant. Bovendien moeten we ook wijzen op meerdere methodologische tekortkomingen, zoals een onvolledige beschrijving van de bestudeerde populaties, belangrijke klinische heterogeniteit van de geïncludeerde studies, statistische heterogeniteit in enkele meta-analyses en een niet uitgesloten risico van publicatiebias.

Deze systematische review met netwerkmeta-analyse over niet-medicamenteuze interventies bij kwetsbare ouderen is methodologisch correct opgezet maar voor de interpretatie van de resultaten moeten we toch rekening houden met een aantal belangrijke beperkingen, zoals de lage bewijskracht en de beperkte extrapoleerbaarheid naar Westerse culturen. De resultaten suggereren dat weerstandstraining als interventie het meeste bijdraagt aan het verminderen van frailty. Ook gemengde fysieke training en mind-body oefeningen lijken een matig effect te hebben. Aërobe training en toediening van voedingssupplementen scoren in deze analyse dan weer ondermaats.

Deze open-label RCT met blindering van de effectbeoordelaars toont aan dat er geen verschil is tussen de HARP-interventie (stapsgewijze wegname van obstakels in de woonomgeving) en een controlegroep om het aantal dagen tot een eerste valincident te verlengen. Men zag wel 38% reductie in een van de vier secundaire uitkomstmaten, namelijk het aantal valincidenten per persoon per jaar. Naast de methodologische beperkingen die het gevolg zijn van de aard van de interventie (geen blindering van therapeut en patiënt mogelijk) moet bij de interpretatie van de resultaten gewezen worden op een mogelijke onaangepastheid van de interventie en het risico van onbetrouwbaarheid van zelfrapportage.

Deze open-label RCT met geblindeerde effectbeoordelaars toont aan dat gestructureerde gecombineerde cognitieve en fysieke training van functionele taken effectief is voor het verbeteren van het dagelijks probleemoplossend vermogen, de functionele status en het mentale welzijn van oudere personen met MCI ten opzichte van cognitieve training, fysieke training of een controlegroep. Studies op lange termijn in een Westerse populatie zijn nodig om dit resultaat te bevestigen.

Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review en meta-analyse toont aan dat oefeningen met weerstandsbanden de kwetsbaarheid (na 24 weken) en de depressieve klachten (na 12 en 24 weken) in beperkte mate verminderen bij kwetsbare ouderen. Door het hoge risico voor bias van de geïncludeerde RCT’s als gevolg van het ontbreken van blindering van patiënten en zorgverleners en wegens het mogelijke risico van publicatiebias, is de sterkte van het bewijs laag. Bovendien zijn de studies klinisch sterk heterogeen (verschillen in volume en duur van de weerstandsoefeningen en in de manier waarop de uitkomstmaten gemeten worden) wat een correcte interpretatie van de resultaten bemoeilijkt.

Effecten van telehealth-interventies bij revalidatie na CVA

Vanhaelen A.

Minerva 2023 Vol 22 nummer 1 pagina 10 - 12


Deze systematische review met meta-analyses vertoont enkele methodologische tekortkomingen en suggereert dat telehealth-interventies bij patiënten na een CVA een statistisch significant, maar onzeker klinisch relevant effect hebben op het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven, maar niet op het evenwicht.

Voorkomt een multifactorieel valpreventieprogramma valincidenten in woonzorgcentra?

Sevenants S. , Milisen K. , Vlaeyen E.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 10 pagina 234 - 237


Deze methodologisch correct uitgevoerde cluster gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat het Guide to Action for Care Homes (GtACH)-programma, een multifactorieel valpreventieprogramma, op korte termijn (3 tot 6 maanden) het aantal valincidenten reduceert bij bewoners in woonzorgcentra, zonder tot een vermindering in fysieke activiteit en een toename van afhankelijkheid te leiden. Bij de interventie werd vooral ingezet op bewustwording, voorlichting, assessment, beslissingsondersteuning en implementatieondersteuning in de context van een woonzorgcentrum. Het valpreventieprogramma bleek ook kosteneffectief te zijn binnen het zorgsysteem van het Verenigd Koninkrijk.

Effect van multicomponente thuisrevalidatie na heupfractuur bij ouderen?

Vergauwen K.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 10 pagina 238 - 241


Deze systematische review en meta-analyse van open-label RCT’s toont geen verschil aan in fysiek functioneren en ADL tussen een multicomponente thuisrevalidatie en revalidatie in het ziekenhuis bij ouderen na het doormaken van een heupfractuur. De belangrijke klinische heterogeniteit op vlak van inhoud, duur en intensiteit van de bestudeerde interventies, alsook op vlak van de gebruikte meetinstrumenten bemoeilijkt de vertaling van de resultaten naar de klinische praktijk. Bovendien is niet duidelijk welke subgroepen van patiënten het meeste baat zullen hebben bij deze aanpak.

Zijn antidepressiva zinvol bij patiënten met dementie en depressie?

Catthoor K.

Minerva 2021 Vol 20 nummer 2 pagina 19 - 23


Op basis van deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review en meta-analyse van 10 RCT’s met een onduidelijk risico op verschillende vormen van bias, kunnen we besluiten dat het gebruik van antidepressiva in vergelijking met placebo bij patiënten met dementie en depressie op basis van gevalideerde diagnostische criteria, de depressieve symptomen, noch op korte, noch op lange termijn doet afnemen. Door de afwezigheid van duidelijke criteria kunnen we niets besluiten over het effect op respons en remissie. Er is voldoende bewijs dat antidepressiva meer (ernstige) ongewenste effecten kunnen veroorzaken in deze patiëntengroep. Tussen de verschillende antidepressiva onderling waren er geen significante aanwijzingen voor een verschil in werkzaamheid, tolerantie en veiligheid.

Patiëntgericht interdisciplinair medicatienazicht: het werkt (een beetje)!

Van Leeuwen E. , Christiaens T.

Minerva 2020 Vol 19 nummer 4 pagina 38 - 42


Uit deze methodologisch goed uitgevoerde RCT kunnen we besluiten dat bij ouderen die 7 of meer geneesmiddelen per dag innemen een eenmalig medicatienazicht gericht op de persoonlijke zorgdoelen van de patiënt een klein positief effect had op de kwaliteit van leven. Ook het aantal gezondheidsklachten met een impact op het dagelijkse leven van de patiënt nam af en er was een geringe daling van de geneesmiddeleninname zichtbaar. De interventie was echter complex en werd uitgevoerd door ervaren apothekers en huisartsen die bovendien goed ondersteund werden. Dat maakt het moeilijk om de resultaten te extrapoleren naar de Belgische eerstelijnsgezondheidszorg.

Deze studie van goede methodologische kwaliteit toont aan dat de aanpak van chronische pijn door middel van sessies cognitieve gedragstherapie of educatie, uitgevoerd in groep en in vereenvoudigde vorm, aangeboden aan een economisch kwetsbaar publiek, haalbaar is en op zijn minst even effectief is als gebruikelijke zorg.

Deze systematische review van de Cochrane Collaboration kan bij patiënten met de ziekte van Alzheimer geen klinisch relevante meerwaarde aantonen van donepezil op belangrijke uitkomsten zoals geheugen, gedrag, dagelijks functioneren en levenskwaliteit, terwijl de ongewenste effecten en de acceptatie van de behandeling in het nadeel van donepezil zijn.

Deze systematische review en meta-analyse toont aan dat langdurige sessies (minstens 3 maanden) van gesuperviseerde intense fysieke oefenprogramma’s de ADL-functies verbeteren en waarschijnlijk ook het valrisico verkleinen bij thuiswonende bejaarden met cognitieve achteruitgang.

Meniscusletsels: oefentherapie of artroscopie?

Rombouts J.J.

Minerva 15 06 2017


Deze studie van goede methodologische kwaliteit onderzoekt de werkzaamheid van fysieke training (2 tot 3 sessies per week gedurende 12 weken) versus artroscopische partiële meniscectomie bij patiënten van middelbare leeftijd met een meniscusletsel bevestigd met MRI. De resultaten tonen aan dat fysieke training van de pijnlijke knie na 2 jaar evenwaardig is aan artroscopie op basis van het verschil op de KOOS-vragenlijst (Knee injury and Osteoarthritis Outcome Score). Na 3 maanden is er wel meer spierkracht in de fysieke trainingsgroep. Fysieke training kan dus een valabele therapeutische optie zijn, temeer omdat er geen enkel bewijs is voor het nut van meniscectomie, behalve bij een zeer goed afgelijnde populatie. Bovendien gaat artroscopie gepaard met niet te verwaarlozen risico’s.

Deze RCT is methodologisch correct opgezet en toont aan dat een langer durende behandeling met antibiotica geen effect heeft op gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij patiënten met aanhoudende klachten (mediaan 2 tot 3 jaar) gerelateerd aan de ziekte van Lyme waarvoor ze initieel de aanbevolen behandeling met antibiotica hadden gekregen.

Is medicinaal cannabisgebruik een therapeutische optie?

Buret L.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 9 pagina 221 - 224


Deze systematische review met meta-analyse is zeer ruim qua opzet en correct op methodologisch vlak, maar includeert zeer veel studies van geringe tot zeer geringe kwaliteit. Daardoor is het niet mogelijk om de potentiële indicaties van medicinale cannabis of van cannabinoïden bij volwassenen af te bakenen. Er is nood aan studies van goede methodologische kwaliteit voor elke therapeutische indicatie die mogelijk interessant kan zijn voor sommige specialismen en voor de huisarts.

Uit deze post-hoc analyse van een RCT blijkt dat bij patiënten met matig tot ernstige ziekte van Alzheimer het stopzetten van een behandeling met donepezil gedurende één jaar aanleiding kan geven tot een snellere opname in een verzorgingsinstelling. Dit effect verdwijnt echter in de daaropvolgende drie jaren. Hiermee wordt best rekening gehouden bij het stopzetten van een behandeling met donepezil. Toevoegen van of veranderen naar memantine heeft geen invloed op de opname in een verzorgingsinstelling.

Een corticosteroïdinfiltratie twee weken vóór de start van oefentherapie doet het effect van oefentherapie op pijn en functioneren niet toenemen. Het nut van oefentherapie wordt door deze studie wel bevestigd.

Is het nuttig om allergenen op te sporen bij patiënten met astma en/of allergische rhinitis?

Vankrunkelsven P.

Minerva 2015 Vol 14 nummer 8 pagina 94 - 95


Deze pragmatische studie van goede methodologische kwaliteit toont aan dat bij patiënten in de huisartspraktijk met reeds langer bestaand astma en/of allergische rhinitis een gestructureerde anamnese om allergische blootstelling op te sporen, aangevuld met huidtesten en gevolgd door een advies op maat voor het vermijden van allergenen, na 12 maanden geen verschil geeft in symptomen, levenskwaliteit en longfunctie. De studiepopulatie had bij de aanvang van de studie echter weinig symptomen en de levenskwaliteit was niet echt aangetast. Bovendien waren de patiënten al vrij goed op de hoogte van de allergenen waarvoor ze overgevoelig waren en hadden ze misschien al maatregelen getroffen om ze te vermijden, waardoor er nog weinig marge voor verbetering bestond.

Dit observationeel onderzoek toont aan dat een hogere systolische bloeddruk en een hoger drukverschil bij 85-plussers een betere weerstand bieden tegen fysieke en cognitieve achteruitgang; ouderen met al bestaande fysieke beperkingen behouden bij een hogere bloeddruk betere cognitieve capaciteiten.

Dit systematisch literatuuroverzicht over de niet-medicamenteuze aanpak van de ziekte van Alzheimer en daaraan gerelateerde problemen laat niet toe om praktische conclusies te formuleren voor de clinicus.

Cholinesterase-inhibitoren: wetenschappelijke evidentie?

Michiels B.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 5 pagina 82 - 84


Deze systematische review toont aan dat de beperkte en tijdelijke effecten van cholinesterase-inhibitoren op cognitie en algemeen functioneren van patiënten met Alzheimerdementie in vraag kunnen worden gesteld. De beschikbare RCT’s hebben belangrijke methodologische tekortkomingen. Er is daarom onvoldoende evidentie voor het systematisch voorschrijven van cholinesterase-inhibitoren bij patiënten met Alzheimerdementie.