Resultaat op trefwoord : 'gezondheidstoestand'


Aantal resultaten : 9 artikel(s) - 5 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Verbetert ergotherapie de levenskwaliteit van bewoners in een woonzorgcentrum?

De Coninck L.

Minerva 2024 Vol 23 nummer 2 pagina 42 - 46


Deze systematische review met narratieve weergave van de resultaten van zes klinisch sterk heterogene studies suggereert op vlak van fysiek functioneren en levenskwaliteit een aantal voordelen van ergotherapeutische interventies gestoeld op active aging en betekenisvolle activiteiten bij gezonde oudere personen in een woonzorgcentrum. Op basis van deze studie kunnen we echter niet beoordelen welke interventies en welke elementen van deze interventies specifiek werkzaam zijn. Verder gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met duidelijk omschreven interventies is dus zeker noodzakelijk.

Deze systematische review met meta-analyse van matige methodologische kwaliteit wegens vage inclusiecriteria, een gebrek aan homogeniteit in de uitkomstmetingen, een vaak hoog risico van bias van de geselecteerde studies en met een twijfelachtige klinische relevantie van de resultaten strookt met de huidige consensus over het belang van bewegen bij ouderen en de positieve impact ervan op hun gezondheid.

Antidepressiva verminderen het risico van herval maar succesvol stoppen is wel mogelijk

Van Leeuwen E. , Christiaens T.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 6 pagina 132 - 135


Uit deze methodologisch goed uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie bij eerstelijnspatiënten, blijkt dat bij personen met recidiverende depressie 56% binnen het jaar hervalt na het stoppen van hun antidepressivum in vergelijking met een herval van 39% bij patiënten die hun antidepressivum verderzetten (wat neerkomt op een NNH van 6 voor stoppen). De studieresultaten zijn niet volledig extrapoleerbaar naar de huisartspraktijk omdat de meeste langdurige gebruikers van antidepressiva in de eerste lijn slechts één of zelfs geen vroegere depressie doormaakte, in tegenstelling tot de hoge recidiefkans in de studiepopulatie. Over het stoppen van antidepressiva is er nood aan studies bij patiënten met lichtere depressieve beelden, alsook over het effect van tragere afbouwschema’s.

Hoewel deze originele en relevante clustergerandomiseerde gecontroleerde studie heel wat bias vertoont (vooral op het vlak van selectie en sociale wenselijkheid), geeft ze gemiddeld een toename aan van preventie- en screeningacties voor chronische aandoeningen in een sociaal-economisch kwetsbare populatie, 6 maanden na een consult uitgevoerd door verpleegkundigen opgeleid in de BETTER-HEALTH-aanpak.

Nut van biomarkers bij de diagnostiek van een ambulante pneumonie

Claus B. , Van Braeckel E.

Minerva 15 03 2021


Deze systematische review en meta-analyse van prospectieve cohortstudies van goede tot matige kwaliteit, waarbij de diagnostische waarde van verschillende biomarkers vergeleken wordt met RX- of CT-thorax bij patiënten met symptomen van een acute luchtweginfectie en/of vermoeden van pneumonie, toont aan dat de diagnostische waarde van een CRP <20 mg/l groter lijkt te zijn dan deze van PCT of leukocytose om een pneumonie uit te sluiten. De resultaten van deze systematische review en meta-analyse wijzigen de huidige richtlijnen niet.

Deze methodologisch correct uitgevoerde multicenter open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie met COPD-patiënten die de huisarts consulteren wegens een acute COPD-exacerbatie toont aan dat er minder antibiotica voorgeschreven en gebruikt worden wanneer op basis van het resultaat van een CRP-sneltest beslist wordt om al dan niet antibiotica voor te schrijven. Deze reductie in antibioticaconsumptie gaat niet gepaard met een daling van de COPD-gerelateerde gezondheidsstatus.

Patiëntgericht interdisciplinair medicatienazicht: het werkt (een beetje)!

Van Leeuwen E. , Christiaens T.

Minerva 2020 Vol 19 nummer 4 pagina 38 - 42


Uit deze methodologisch goed uitgevoerde RCT kunnen we besluiten dat bij ouderen die 7 of meer geneesmiddelen per dag innemen een eenmalig medicatienazicht gericht op de persoonlijke zorgdoelen van de patiënt een klein positief effect had op de kwaliteit van leven. Ook het aantal gezondheidsklachten met een impact op het dagelijkse leven van de patiënt nam af en er was een geringe daling van de geneesmiddeleninname zichtbaar. De interventie was echter complex en werd uitgevoerd door ervaren apothekers en huisartsen die bovendien goed ondersteund werden. Dat maakt het moeilijk om de resultaten te extrapoleren naar de Belgische eerstelijnsgezondheidszorg.

De resultaten van deze update van de Cochrane Collaboration tonen aan dat hartrevalidatie resulteert in een klinische verbetering van de gezondheidsgebonden kwaliteit van leven en in een daling van het risico van ziekenhuisopname. Deze voordelen lijken consistent te zijn voor alle kenmerken van het revalidatieprogramma (inclusief thuis en in een gespecialiseerd centrum). Ze bekrachtigen de aanbevelingen geformuleerd in de thans geldende internationale klinische richtlijnen. Voor de implementeerbaarheid moet het aanbod van revalidatie met fysieke training gebeuren rekening houdend met de voorkeuren van de patiënt.

Deze gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat digitaal aangeboden cognitieve gedragstherapie in vergelijking met educatie over slaaphygiëne het dagelijks functioneren, het psychologisch welbevinden en de slaapgerelateerde levenskwaliteit statistisch significant verbeterde bij personen met insomnia die online gerekruteerd werden. De slechte therapietrouw van deze vorm van cognitieve gedragstherapie maakt het moeilijk om de klinische relevantie van het resultaat correct in te schatten.

Logopedie en kinesitherapie bij volwassenen met chronische idiopathische hoest: zinvol?

Van Kerckhove E. , Poelman T.

Minerva 2017 Vol 16 nummer 6 pagina 142 - 145


Deze kleinschalige gecontroleerde gerandomiseerde studie toont aan dat een logopedische en kinesitherapeutische behandeling volgens een gestandaardiseerd protocol na vier weken behandeling, maar niet na drie maanden follow-up, resulteert in een betere levenskwaliteit bij volwassen patiënten met een idiopatische chronische hoest.

Deze RCT onder strakke controle van de producent van indacaterol/glycopyrronium heeft een onderzoeksduur van 52 weken en toont aan dat deze associatie klinisch weinig belangrijke voordelen aanbrengt versus salmeterol/fluticason bij patiënten met stabiele COPD (Groep B en D volgens GRADE 2015). Op ernstige exacerbaties en op mortaliteit heeft indacaterol/glycopyrronium geen effect. Op basis van de resultaten van deze RCT moet men minstens 20 patiënten (95% BI van 13 tot 44) gedurende 1 jaar behandelen met een LABA plus een LAMA om 1 exacerbatie (zowel milde, matige als ernstige) te vermijden. Met dezelfde combinatie moet men gedurende 1 jaar 18 patiënten (95% BI van 11,3 tot 47,5) behandelen om bij 1 patiënt de minimale klinisch relevante verbetering van 4 punten te bekomen op de St George`s Respiratory Questionnaire voor COPD.

Is er een verband tussen behoud van gezondheid en ‘gevoel van coherentie’?

Vanwelde C. , De Jonghe M.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 9 pagina 213 - 215

Fysieke training voor de behandeling van het chronisch vermoeidheidssyndroom?

Feron J-M.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 9 pagina 230 - 234


Deze systematische review met meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont aan dat bij patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom fysieke training superieur is aan gewone zorg op het vlak van vermoeidheid, functionele capaciteiten en perceptie van de verandering in globale gezondheidstoestand, en hetzelfde effect heeft als cognitieve gedragstherapie. Ernstige ongewenste effecten komen niet frequenter voor dan bij gewone zorg. Deze publicatie is methodologische goed opgezet, maar de methodologische kwaliteit van de meeste geïncludeerde studies is (zeer) gering. Op die manier is het niveau van bewijskracht van de besluiten gering en zouden goed opgezette studies deze besluiten evenzeer op de helling kunnen plaatsen.

Deze studie toont aan dat er een jaar na de mededeling van screeningsresultaten geen verschil is op het vlak van angst en kwaliteit van leven tussen vrouwen die een negatief testresultaat kregen en vrouwen die een vals-positief testresultaat kregen. Bij de vrouwen die een vals-positief testresultaat kregen was de angst in het begin tijdelijk hoger. De relatieve impact van de aankondiging van een vals-positief testresultaat op het vlak van angst moet nog verder onderzocht worden.