Resultaat op trefwoord : 'pijnintensiteit'


Aantal resultaten : 8 artikel(s) - 9 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Zelfgeleide digitale Acceptance and Commitment Therapy (ACT) voor fibromyalgie?

Stas P.

Minerva 2024 Vol 23 nummer 10 pagina 253 - 257


Deze gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat zelfgeleide digitale Acceptance and Commitment Therapy (ACT) bij volwassenen met fibromyalgie positieve effecten heeft op vlak van subjectief gevoel van verbetering, functioneren, pijn, vermoeidheid, depressieve symptomen en ACT-vaardigheden zoals psychologische flexibiliteit. Deze studie selecteerde echter een therapietrouwe populatie waardoor het onduidelijk is in hoeverre de resultaten haalbaar zijn in de praktijk. Studies met een bredere inclusie en een langere follow-up zijn zeker nodig om het reële effect van de interventie correct in te schatten.

Opioïden voor acute lagerugpijn en nekpijn?

Van Cauwenbergh S.

Minerva 2024 Vol 23 nummer 2 pagina 34 - 37


Deze correct opgezette multicenter dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie toont aan dat opioïden niet werkzaam zijn voor de behandeling van acute lagerugpijn of nekpijn. Bovendien stelde men op langere termijn een verhoogd risico van misbruik vast in de groep die opioïden voorgeschreven kreeg.

Deze systematische review met netwerkmeta-analyse van geneesmiddelen voor de behandeling van acute lagerugpijn bij volwassen patiënten toont een grote onzekerheid wat betreft hun werkzaamheid op vlak van pijn en functioneren. Er is een laag tot zeer laag niveau van bewijs dat sommige geneesmiddelen, in vergelijking met placebo, een significant effect op pijn zouden kunnen hebben en dat bepaalde geneesmiddelen werkzamer zouden kunnen zijn dan andere. Bovendien worden verschillende geneesmiddelen in verband gebracht met een verhoogd risico van ongewenste effecten in vergelijking met placebo.

Het effect van hypnose en mindfulnessmeditatie op chronische pijn?

Cornelis E.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 10 pagina 257 - 261


Deze methodologisch correct uitgevoerde open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat zowel hypnose, mindfulnessmeditatie als pijneducatie leiden tot een beperkte afname van pijn bij veteranen met chronische pijn van gemengde origine. Er werden geen statistisch significante verschillen gevonden tussen de interventies op het einde van de behandeling. Hypnose en mindfulnessmeditatie resulteerden in vergelijking met pijneducatie wel tot een grotere afname van pijn en andere secundaire uitkomstmaten 6 maanden na het stoppen van de behandeling. Verder onderzoek met klinisch relevante primaire uitkomstmaten lijkt dus zeker nuttig.

Een kinesitherapieprogramma aangepast aan het axillary web syndroom met een educatieve component rond de vermindering van de symptomen van het syndroom verbetert de door de patiëntes ervaren schouderbeperking en specifieke fysieke en functionele aspecten van de levenskwaliteit in vergelijking met gebruikelijke armoefeningen met dezelfde educatieve component. Behandeling met vroegtijdige kinesitherapie na okselchirurgie voor borstkanker wordt aanbevolen om de ontwikkeling van lymfoedeem te voorkomen. De huidige gecontroleerde studie suggereert dat gespecialiseerde kinesitherapie ter voorkoming van de gevolgen van het axillary web syndroom gunstig kan zijn, althans op korte termijn. Verdere gecontroleerde studies om deze resultaten te bevestigen en gegevens na een langere follow-up te bekomen, zijn nodig voordat de behandeling kan worden aanbevolen in de dagelijkse praktijk.

Deze enkelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie met een niet-geblindeerde effectmeting van de primaire uitkomstmaat, toont aan dat bij patiënten met lagerugpijn en klinisch aangetoonde ischias sinds gemiddeld 36 dagen, na de eerste consultatie verwijzing bij de huisarts naar de kinesitherapeut voor specifieke oefentherapie gebaseerd op de principes van Mc Kenzie (mechanische diagnose en hierop aangepaste therapie) en manuele therapie na 4 weken en 6 maanden leidt tot een statistisch significante verbetering van pijn en dagelijks functioneren in vergelijking met gebruikelijke zorg. In tegenstelling tot het verschil na 4 weken (secundaire uitkomstmaat) was het verschil na 6 maanden (primaire uitkomstmaat) klinisch niet relevant. Er was geen verschil in levenskwaliteit na 6 maanden en 1 jaar, noch in gebruik van gezondheidszorgvoorzieningen en werkverzuim na 1 jaar follow-up.

De resultaten van deze rigoureus opgezette systematische review met meta-analyse tonen geen klinisch significante werkzaamheid van spierrelaxantia ten opzichte van placebo of een controlegroep bij lagerugpijn. De geneesmiddelen met spierrelaxerende werking omvatten een vrij heterogene reeks moleculen, die allemaal op zich niet te verwaarlozen ongewenste effecten hebben, waaronder slaperigheid en duizeligheid. Er is geen statistisch of klinisch argument voor een gunstige risico-batenverhouding voor deze therapeutische klasse.

Deze systematische review met meta-analyse van goede methodologische kwaliteit toont dat het gebruik van de STarT Back Tool nuttig is om patiënten met lagerugpijn naargelang hun risico van chroniciteit vroegtijdig te selecteren met als doel hen een aangepaste behandeling te kunnen aanbieden die de pijn en de mate van invaliditeit op korte termijn (3 tot 6 maanden) vermindert. Verder onderzoek is nodig naar de voordelen op lange termijn.

Deze gerandomiseerde unicenterstudie geeft aan dat bij mannen en vrouwen met een verslaving, een gedragsmatige interventie voor pijnbeheersing, - meestal niet voorzien in de behandeling van een verslaving - geassocieerd is met een betere pijnbeheersing, vooral qua pijntolerantie bij mannen en qua pijnintensiteit bij vrouwen. Er was geen verbetering merkbaar inzake het gebruik van verslavende middelen, naast die van de gebruikelijke behandeling. De auteurs zijn van mening dat behandelprogramma’s zouden moeten gebruikmaken van psychosociale pijnbestrijdingsinterventies zodat de standaardbehandeling van middelenmisbruik verbetert.

Deze systematische review van de Cochrane Collaboration met meta-analyses toont een iets hogere werkzaamheid van corticosteroïden op het verminderen van de intensiteit van lumbosacrale radiculaire pijn en op de functionele beperkingen op korte termijn (van 2 weken tot 3 maanden), maar die mogelijk klinisch niet significant is. Er zijn nieuwe gerandomiseerde klinische studies van goede methodologische kwaliteit nodig om de klinische relevantie van corticosteroïden op korte termijn en de effecten ervan op middellange en lange termijn beter te kunnen beoordelen.

Deze pragmatische gerandomiseerde gecontroleerde studie van 12 maanden, van goede methodologische kwaliteit, bij patiënten met chronische niet-kankerpijn toont geen superieure effectiviteit van opioïden voor pijngebonden functioneren noch voor pijnintensiteit. De ongewenste effecten zijn significant frequenter aanwezig in de opioïdengroep.

Deze studie van goede methodologische kwaliteit toont aan dat de aanpak van chronische pijn door middel van sessies cognitieve gedragstherapie of educatie, uitgevoerd in groep en in vereenvoudigde vorm, aangeboden aan een economisch kwetsbaar publiek, haalbaar is en op zijn minst even effectief is als gebruikelijke zorg.

Uit deze goed uitgevoerde systematische review met meta-analyse van 3 RCT’s blijkt dat zuigtabletten met de combinatie amylmetacresol/2,4-dichlorobenzylalcohol 2 uur na gebruik statistisch significant meer pijnreductie geven dan placebotabletten bij patiënten met acute keelpijn als gevolg van een bovenste luchtweginfectie. De klinische relevantie van dit effect in vergelijking met andere pijnstillende lokale en orale middelen tijdens het verloop van een ziekte-episode met keelpijn blijft onduidelijk.

Deze systematische review en meta-analyse toont aan dat gesuperviseerde oefentherapie na 3 maanden een belangrijke meerwaarde heeft op vlak van (pijnvrije) loopafstand in vergelijking met een thuisoefenprogramma en wandeladvies (GRADE matig tot hoog). Verder onderzoek is nodig om het effect op lange termijn alsook op ziektespecifieke levenskwaliteit en andere functionele parameters, zoals wandelgewoonte en fysieke activiteit na te gaan.

Radiofrequente denervatie als behandeling voor chronische lagerugpijn

De redactie

Minerva 2018 Vol 17 nummer 4 pagina 52 - 55


Uit deze pragmatische correct uitgevoerde gerandomiseerde gecontroleerde studies kunnen we besluiten dat de combinatie van een behandeling met radiofrequente denervatie en actieve oefentherapie niet leidt tot een klinisch relevante verbetering van lagerugpijn in vergelijking met oefentherapie alleen. Een mogelijke selectiebias van patiënten en de afwezigheid van een gestandaardiseerde behandeltechniek bemoeilijken de extrapolatie van deze resultaten.

Melatonine voor de preventie van migraineaanvallen?

Joly L.

Minerva 2017 Vol 16 nummer 5 pagina 115 - 118


Deze RCT van goede methodologische kwaliteit in een Braziliaanse context toont aan dat melatonine 3 mg na 3 maanden bij volwassenen significant het aantal migraineaanvallen vermindert in vergelijking met placebo. Melatonine werd ook vergeleken met amitriptyline 25 mg, maar deze dosis is lager dan de gebruikelijke dosis voor deze indicatie (30 tot 150 mg per dag) en over deze vergelijking kunnen we dus geen uitspraak doen. Melatonine heeft als voordeel dat het goed getolereerd wordt en geen gewichtstoename veroorzaakt, in tegenstelling tot de tricyclische antidepressiva. Dat zou de therapietrouw kunnen verbeteren en de vicieuze cirkel van gewichtstoename/migraine kunnen vermijden. De werkzaamheid van melatonine 3 mg moet nog onderzocht worden in een Europese context.

Deze systematische review met meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont aan dat bij patiënten met chronische lagerugpijn NSAID’s op statistisch vlak significant gunstiger zijn dan placebo voor pijn en in mindere mate voor functionele capaciteiten. De kwaliteit van de bewijskracht is echter gering en de klinische relevantie van de verschillen is niet aangetoond. Iedere behandeling met NSAID’s vraagt om een afweging tussen de voordelen en de risico’s van deze geneesmiddelen.