Resultaat op trefwoord : 'coxartrose'


Aantal resultaten : 6 artikel(s) - 3 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Pijnbehandeling bij knie- en heupartrose: moet men opioïden verbannen?

Rombouts J.J. , De Jonghe M.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 3 pagina 50 - 53


Deze systematische review met netwerkmeta-analyse vertoont methodologische beperkingen die inherent zijn aan deze studieopzet. De resultaten suggereren dat topische NSAID's (diclofenac 70-81 mg/dag) werkzaam zijn tegen pijn bij knie- en heupartrose, zonder significante ongewenste effecten en met optimale therapietrouw. Orale NSAID's (diclofenac 150 mg/dag) en coxibs (etoricoxib 60 mg/dag) lijken de beste resultaten te geven op het gebied van werkzaamheid op pijn en functioneren. Langdurig gebruik wordt niet aanbevolen en het gebruik is beperkt in geval van comorbiditeit. Opioïden hebben geen enkele plaats in deze behandeling, noch qua klinische werkzaamheid, noch qua veiligheid.

Deze uitgebreide systematische review en meta-analyse van goede methodologische kwaliteit toont aan dat SNRI’s bij rugpijn en knieartrose de pijn verlichten en het functioneren verbeteren maar de bewijskracht hiervoor is matig tot laag. Alleen voor de verlichting van pijn bij knieartrose is een klinisch relevant effect niet uitgesloten. Voor zowel SNRI’s als voor TCA’s kan er een klinisch relevant gunstig effect op ischiaspijn aangetoond worden, maar ook hier is de bewijskracht laag tot zeer laag. Het onzekere effect op pijn en functioneren van SNRI’s en TCA’s moet zeker afgewogen worden ten opzichte van de acceptabiliteit, de tolerantie en de veiligheid van deze moleculen.

Deze pragmatische gerandomiseerde gecontroleerde studie van 12 maanden, van goede methodologische kwaliteit, bij patiënten met chronische niet-kankerpijn toont geen superieure effectiviteit van opioïden voor pijngebonden functioneren noch voor pijnintensiteit. De ongewenste effecten zijn significant frequenter aanwezig in de opioïdengroep.

Paracetamol als eerste keuze pijnstiller in vraag gesteld?

Chevalier P.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 9 pagina 235 - 239


Deze systematische review met meta-analyses van goede methodologische kwaliteit laat niet toe aan zorgverleners om de plaats te bepalen van paracetamol versus placebo als behandeling van nekpijn en chronische lagerugpijn, omdat voor deze pathologieën geen studies geïncludeerd konden worden. Voor de behandeling van artrose van knie en heup (in de studies werden beide pathologieën gegroepeerd) lijkt het nut van paracetamol versus placebo op korte termijn (zeer) gering, en het effect versus andere behandelingen (niet-medicamenteuze, NSAID’s) komt in deze publicatie niet aan bod.

Nut van orale of transdermale toediening van opioïden voor de behandeling van knie- of heupartrose?

Fraipont B. , De Jonghe M.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 1 pagina 21 - 24


Deze systematische review met meta-analyse is van goede methodologische kwaliteit en toont aan dat orale en transdermale opioïden (behalve tramadol dat niet opgenomen was in deze analyse) in vergelijking met placebo of geen behandeling geen klinisch relevant effect hebben op pijn en functionele capaciteiten bij patiënten met artrose van knie of heup. Het risico van ongewenste effecten en van opioïdenafhankelijkheid neemt echter toe.

Oefenprogramma's voor artrose van de onderste ledematen

Van de Velde S.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 4 pagina 43 - 44


Deze netwerk meta-analyse van heterogene studies besluit dat sommige vormen van oefentherapie effectief zijn voor pijnverlichting en functieverbetering bij patiënten met artrose in de onderste ledematen. Omdat er te weinig studies zijn die verschillende vormen van oefentherapie direct met elkaar vergelijken kunnen we nog steeds geen uitspraak doen over welke vorm van oefentherapie het meest effectief is op het vlak van pijnverlichting en functieverbetering bij knie-en heupartrose.

Handel en wandel van glucosamine en co.

Laekeman G. , Poelman T.

Minerva 28 03 2011


Ook deze netwerk meta-analyse kan geen klinisch relevant effect aantonen van glucosamine en/of chondroïtine voor de behandeling van knie-en heupartrose.

Vervolg op... Glucosamine: evenmin effectief voor heupartrose

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 8 pagina 128 - 128


Orale toediening van glucosamine heeft geen effect op de symptomen, noch op de radiologische evolutie van heupartrose.

Chondroïtine voor gonartrose of coxartrose

Chevalier P.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 8 pagina 130 - 131


Deze goed opgezette meta-analyse toont aan dat er geen bewijs is dat chondroïtine (oraal of intramusculair) de pijn reduceert bij patiënten met artrose van de knie of de heup. De klinische heterogeniteit van de geïncludeerde studies is groot en maakt het niet mogelijk om een andere dan een hypothetische conclusie te trekken voor alle studies tezamen. Het gepoolde effect van alle RCT’s van goede methodologische kwaliteit (concealment of allocation, intention to treat analyse) toont geen significant gunstig resultaat ten voordele van chondroïtine.