Duiding
Risico van veneuze trombo-embolie door gebruik van orale anticonceptiva met verschillende doses progestageen en oestrogeen
28 09 2012
Zorgberoepen
In 2001 besprak Minerva een cohort- en case-control studie over het risico van veneuze trombo-embolie (VTE) door gebruik van de pil, gebaseerd op gegevens uit de General Practice Research Database van Britse huisartsen (1,2). Na vijf jaar controverse besloten de auteurs dat het gebruik van orale anticonceptie een verhoogd risico inhoudt van VTE en dat dit risico tweemaal hoger ligt voor gebruikers van derdegeneratiepillen (desogestrel en gestodeen) tegenover gebruikers van tweedegeneratiepillen (levonorgestrel).
In een grootschalige Deense cohortstudie (3) met 8 010 290 geobserveerde vrouwjaren werden 4 246 eerste episodes van VTE geregistreerd, waarvan er 2 847 bevestigd werden. Deze vrouwen hadden minstens vier weken anticoagulatietherapie gekregen. In vergelijking met niet-gebruikers van combinatiepillen met 30-40 mg ethinylestradiol was het RR respectievelijk 2,9 (95% BI van 2,2 tot 3,8) voor gebruikers met levonorgestrel, 6,6 (95% BI van 5,6 tot 7,8) met desogestrel, 6,2 (95% BI van 5,6 tot 7,0) met gestodeen en 6,4 (95% BI van 5,4 tot 7,5) met drospirenon. Dit betekent dat het risico, gecorrigeerd voor de duur van het gebruik, ongeveer tweemaal zo hoog ligt voor pillen van de derdegeneratie en drospirenon dan voor levonorgestrel. Vertaald naar de praktijk betekent dit wel dat het absolute risico op ongeveer 10 per 10 000 vrouwjaren ligt en dat 2 000 vrouwen van pil moeten veranderen om één VTE te voorkomen. Voor gebruikers van ‘progesteron-only-pills’ was er geen verhoogd risico vastgesteld.
Sterke punten van deze studie zijn de hoge externe validiteit door de inclusie van alle niet-zwangere Deense vrouwen over een periode van negen jaar en door de beperking van de analyse voor bewezen VTE. De auteurs konden niet corrigeren voor de familiale risicofactoren en de BMI. Geen enkele studie kon in de laatste tien jaar deze twee factoren als confounder aantonen.
Na 2001 werden nog zes studies (4-10) gepubliceerd, waarvan er vier een significant verschil aantoonden tussen het gebruik van pillen met gestodeen of desogestrel in vergelijking met levonorgestrel (4,6-8). Twee studies vonden geen verschil (5,9). Verder toonden vier studies een hoger relatief risico van VTE voor pillen met drospirenon in vergelijking met levonorgestrel (7,8,10,11), terwijl twee andere geen verschil aantoonden (5,9). Opvallend is dat deze laatste twee studies telkens van dezelfde onderzoeksgroep waren, waarbij een belangenconflict niet uitgesloten is.
Deze studie bevestigt de reeds vroeger gepubliceerde besluiten. Indien een patiënte orale anticonceptie verkiest, start de arts bij voorkeur een pil met het tweedegeneratieprogestageen levonorgestrel. Het is echter niet nodig om de pil te veranderen bij een patiënte die zich goed voelt met haar orale anticonceptie.
Besluit
Deze cohortstudie toont aan dat actuele gebruikers van orale anticonceptie in vergelijking met niet-gebruikers een drievoudig verhoogd risico van een veneuze trombo-embolie hebben met levonorgestrel en een zesvoudig verhoogd risico met desogestrel, gestodeen en drospirenon. Een pil met levonorgestrel als progestageen blijft dus de eerste keuze bij het opstarten van orale anticonceptie (12).
Referenties
- Cosyns M. Hoger risico op trombo-embolie bij derde generatie orale anticonceptiva? Minerva 2001;30(10):472-5.
- Jick H, Kaye JA, Vasilakis-Scaramozza C, Sjick SS. Risk of venous thromboembolism among users of third generation oral contraceptives compared with users of oral contraceptives with levonorgestrel before and after 1995: cohort and case-control analysis. BMJ 2000;321:1190-5.
- Lidegaard Ø, Nielsen LH, Skovlund CW, et al. Risk of venous thromboembolism from use of oral contraceptives containing different progestogens and oestrogen doses: Danish cohort study, 2001-9. BMJ 2011;343:d6423.
- Lidegaard Ø, Edström B, Kreiner S. Oral contraceptives and venous thromboembolism. A five-year national case-control study. Contraception 2002;65:187-96.
- Dinger JC, Heinemann LA, Kühl-Habich D. The safety of a drospirenone-containing oral contraceptive: final results from the European Active Surveillance study on oral contraceptives based on 142,475 women years of observation. Contraception 2007;75:344-54.
- Jick SS, Kaye JA, Russmann S, Jick H. Risk of nonfatal venous thromboembolism in women using a contraceptive transdermal patch and oral contraceptives containing norgestimate and 35 microg of ethinyl estradiol. Contraception 2006;73:223-8.
- van Hylckama Vlieg A, Helmerhorst FM, Vandenbroucke JP, et al. The venous thrombotic risk of oral contraceptives, effects of oestrogen dose and progestogen type: results of the MEGA case-control study. BMJ 2009;339:b2921.
- Lidegaard Ø, Løkkegaard E, Svendsen AL, Agger C. Hormonal contraception and risk of venous thromboembolism: national follow-up study. BMJ 2009;339:b2890.
- Dinger J, Assmann A, Möhner S, Minh TD. Risk of venous thromboembolism and the use of dienogest- and drospirenone-containing oral contraceptives: results from a German case-control study. J Fam Plann Reprod Health Care 2010;36:123-9.
- Parkin L, Sharples K, Hernandez RK, Jick SS. Risk of venous thromboembolism in users of oral contraceptives containing drospirenone or levonorgestrel: nested case-control study based on UK General Practice Research Database. BMJ 2011:340:d2139.
- Jick SS, Hernandez RK. Risk of non-fatal venous thromboembolism in women using oral contraceptives containing drospirenone compared with women using oral contraceptives containing levonorgestrel: case-control study using United States claims data. BMJ 2011;340:d2151.
- Orale anticonceptie. Domus Medica, mei-juni 2012.
Auteurs
Peremans L.
Vakgroep Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg, Universiteit Antwerpen; Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg, Vrije Universiteit Brussel
COI :
Woordenlijst
Codering
Commentaar
Commentaar