Duiding
Depressie bij 60-plussers: welke patiëntkenmerken beïnvloeden de werkzaamheid van antidepressiva?
15 06 2014
Zorgberoepen
Tekst onder de verantwoordelijkheid van de Franstalige redactie
Bij een bespreking in Minerva over de werkzaamheid van antidepressiva bij ouderen met (1), verwezen we naar een meta-analyse van 5 RCT’s met 345 patiënten hoofdzakelijk uit de ambulante praktijk. Deze meta-analyse leek aan te tonen dat een behandeling van maximum 1 jaar met citalopram, sertraline, nortriptyline, desipramine, imipramine, amitriptyline en sint-janskruid werkzaam is voor de preventie van herval.
Nelson et al. publiceerden in 2008 een meta-analyse (10 RCT’s waarvan 4 niet-gepubliceerde) over de werkzaamheid van de tweedegeneratie antidepressiva bij ouderen (2). Antidepressiva hadden een meerwaarde boven placebo op het vlak van respons (OR 1,40; 95% BI van 1,24 tot 1,57) en van remissie (OR 1,27; 95% BI van 1,12 tot 1,44). De gemiddelde respons rate over 6 tot 12 weken bleef echter beperkt tot 44,4% met antidepressiva en 34,7% met placebo. De auteurs besloten dus dat de werkzaamheid van antidepressiva bij ambulante 80-plussers met majeure depressie matig is en variabel.
Dezelfde auteursgroep publiceerde in 2013 een nieuwe analyse van hun systematisch literatuuroverzicht, dit maal op basis van de individuele patiëntgegevens (leeftijd, geslacht, duur van depressie, eerste episode van depressie of recidief van depressie, initiële ernst, toegewezen behandeling en uitkomst) in de 10 zelfde RCT’s die ondertussen allemaal gepubliceerd waren (3). Alle bovenvermelde gegevens waren beschikbaar in 7 van de 10 RCT’s (2 283) en het zijn deze gegevens die de auteurs gebruikten voor hun analyse. Met deze analyse wilden ze nagaan welke variabelen de respons op een antidepressivum (SSRI, bupropion of duloxetine) beïnvloeden. Ze pasten univariate en multivariate analyses toe op de gegevens. De duur van de depressie is volgens hun analyse de enige variabele die een verschil in respons geeft tussen een antidepressivum en een placebo. Bij patiënten die reeds langer dan 10 jaar depressief zijn heeft de initiële ernst van de depressie ook een invloed op de werkzaamheid: bij een score op de Hamilton Depression Rating Scale ≥21 is er een relatief sterk verschil in respons tussen antidepressiva (58% respons) en placebo (31,4% respons) met een effectgrootte van 0,54 en een NNT van 4. Oudere patiënten met een langer durende en matige tot ernstige vorm van depressie kunnen dus baat hebben bij antidepressiva. Bij de overige patiënten is het verschil in respons tussen antidepressiva en placebo gering (46,3% en 41,5%) en lijken SSRI’s, duloxetine en bupropion amper werkzaam te zijn.
Besluit
Deze analyse over de werkzaamheid van de nieuwe antidepressiva (SSRI’s, duloxetine en bupropion) bij 60-plussers toont aan dat deze antidepressiva alleen werkzaam zijn bij patiënten met een depressie sinds meer dan 10 jaar en met een matige tot ernstige vorm van depressie (Hamilton score ≥21). Bij patiënten met depressie zonder deze kenmerken is de werkzaamheid versus placebo niet aangetoond.
Referenties
- De Meyere M. Majeure depressie bij ouderen twee jaar behandelen? Minerva 2007;6(1):7-9.
- Nelson JC, Delucchi K, Schneider LS. Efficacy of second generation antidepressants in late-life depression: a meta-analysis of the evidence. Am J Geriatr Psychiatry 2008;16:558-67.
- Nelson JC, Delucchi K, Schneider LS. Moderators of outcome in late-life depression: a patient-level meta-analysis. Am J Psychiatry 2013;170:651-9.
Auteurs
La rédaction Minerva
COI :
Trefwoorden
antidepressivum, bupropion, depressie, duloxetine, placebo, selectieve serotonine-heropnameremmer, SSRIWoordenlijst
Codering
Commentaar
Commentaar