Duiding
Pandemische A/H1N1 infecties bij zwangere vrouwen
28 04 2012
Zorgberoepen
Reeds eerder werd in Minerva een bespreking gewijd aan griepvaccinatie bij zwangere vrouwen (1). Op basis van een RCT, uitgevoerd in Bangladesh (2), besloten we dat een geïnactiveerd griepvaccin, toegediend in het derde trimester van de zwangerschap, effectief is voor de preventie van influenza bij pasgeborenen tot de leeftijd van zes maanden, maar dat bevestiging in een gematigde klimaatzone met seizoensgebonden influenza aangewezen is.
Recent werd in een systematische review de volledige literatuur verzameld over de impact van de A/H1N1 pandemie (2009) op zwangere vrouwen en pasgeborenen (3). Men vond 120 observationele studies uit 29 landen met 3 110 zwangere vrouwen met pandemische griep, waarvan er 52,3% gehospitaliseerd waren. Terwijl geschat werd dat ongeveer 1% van de bevolking (Verenigde Staten en Australië) zwanger was, waren ten gevolge van de pandemie 6,3% van de gehospitaliseerde patiënten, 5,9% van de patiënten opgenomen in een intensieve zorgeenheid en 5,7% van de overledenen, zwanger. 30,3% van de zieke zwangere vrouwen had eveneens een andere aandoening zoals astma, diabetes en obesitas. Naast het ernstige infectieverloop bij de moeder werd een verhoogde kans op een preterme bevalling (OR 5,5 (95% BI 3,5 tot 8,5)) genoteerd.
In een restrospectieve cohortstudie in de Verenigde Staten (4), werd het effect van influenzavaccinatie bij zwangere vrouwen (n=4 168) op prematuriteit en dismaturiteit onderzocht. 19,2% van de zwangere vrouwen, die bevielen tijdens het influenzaseizoen (2004-2006) was gevaccineerd. Na controle voor gekende confounders, waarbij geen effect werd gezien in de pre-influenza periode, werd een gecorrigeerde OR van 0,27 (95% BI 0,08 tot 0,86) voor prematuriteit en een gecorrigeerde OR van 0,29 (95% BI 0,09 tot 0,91) voor dismaturiteit (voor bevallingen tijdens de actieve griepperiode) berekend in het voordeel van griepvaccinatie tijdens de zwangerschap. Er zijn geen gegevens over het tijdstip van toediening van het vaccin of van het doormaken van influenza bij de zwangere vrouwen, hoewel er kan worden aangenomen dat influenza-infectie van de moeder de voornaamste trigger is.
Deze gegevens ondersteunen de bestaande aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad (5) en Domus Medica (6) om tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap te vaccineren tegen influenza tijdens het griepseizoen.
Besluit
Deze literatuurstudie en cohortstudie tonen aan dat er een ongunstige uitkomst voor zwangere vrouwen en pasgeborenen bestaat tijdens een griepepidemie en dat griepvaccinatie van zwangere vrouwen een beschermend effect heeft op prematuriteit en dismaturiteit van baby’s geboren tijdens een influenza-epidemie.
Referenties
-
Michiels B. Influenzavaccinatie bij zwangere vrouwen. Minerva 2009;8(7):96-7.
-
Zaman K, Roy E, Arifeen SE, et al. Effectiveness of maternal influenza immunization in mothers and infants. N Engl J Med 2008;359:1555-64.
-
Mosby LG, Rasmussen SA, Jamieson DJ. 2009 Pandemic influenza A (H1N1) in pregnancy: a systematic review of the literature. Am J Obstet Gynecol 2011;25:10-8.
-
Omer SB, Goodman D, Steinhoff MC, et al. Maternal influenza immunization and reduced likelihood of prematurity and small for gestational age births: a retrospective cohort study. PLoS Med 2011;8:e1000441.
-
Hoge gezondheidsraad [High Council of Health]. Vaccinatie tegen seizoensgebonden griep Winterseizoen 2010 - 2011 nr. 8682 [Vaccination against seasonal influenza - season 2010-2011] Brussel; 2010. .
Auteurs
Michiels B.
Vakgroep Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg, Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen
COI :
Woordenlijst
Codering
Commentaar
Commentaar