Tijdschrift Minerva volume 4 nummer 5 juni 2005
Carvedilol versus metoprolol bij chronisch hartfalen
Pagina 70 - 72
Lemiengre M., Lemiengre M.B.
Deze studie toont aan dat bij patiënten met chronisch hartfalen (NYHA-klasse II en III) carvedilol in de bestudeerde dosis (2 x 25 mg/dag) een grotere reductie van mortaliteit geeft dan metoprololtartraat in de bestudeerde dosis (2 x 50 mg/dag). De galenische vorm (snelwerkend) van metoprololtartraat die in deze studie werd gebruikt, is niet beschikbaar in België. Deze studie bevestigt wat reeds bekend is over ß-blokkers bij chronisch hartfalen: metoprolol, bisoprolol en carvedilol verlengen de overleving van patiënten met chronisch hartfalen.
Aspirine toevoegen aan clopidogrel in secundaire preventie?
Pagina 73 - 75
Bogaert M.
De MATCH-studie kan voor vasculaire eindpunten geen significante risicoreductie aantonen van het toevoegen van aspirine aan een behandeling met clopidogrel bij patiënten die recent een ischemisch CVA of TIA doormaakten en ten minste één andere cardiovasculaire risicofactor hebben. Deze combinatie verhoogt echter wel het risico van majeure bloedingen.
Endarterectomie bij asymptomatische carotisstenose
Pagina 75 - 77
Chevalier P., Van Damme H.
Deze studie toont bij asymptomatische patiënten jonger dan 75 jaar met een carotisstenose van meer dan 70% (geschat op basis van een echo-Doppleronderzoek), een voordeel van carotisendarterectomie met betrekking tot mortaliteit en morbiditeit. Voor stenosen van 70 tot 99% is er geen merkbaar verschil in voordeel volgens de stenosegraad. Dit voordeel wordt pas duidelijk na een zekere tijd (gemiddelde opvolgtermijn van 3,4 jaar in deze studie), vanwege het peri-operatieve risico dat onder andere afhangt van de ervaring van de chirurg. Op basis van deze studie kan het systematisch screenen van asymptomatische patiënten niet worden onderbouwd. Evenmin kan een uitspraak worden gedaan over het relatieve belang van de verschillende cardiovasculaire risicofactoren.
Endarterectomie bij symptomatische carotisstenose
Pagina 78 - 80
Chevalier P., Van Damme H.
Deze meta-analyse onderbouwt het belang van endarterectomie bij patiënten met een symptomatische carotisstenose van minstens 50%: een gering voordeel bij een stenose van 50-69%, een belangrijk voordeel bij een stenose van ≥70% en geen voordeel bij subocclusieve (bijna volledige) stenose. Dit voordeel van carotisendarterectomie wordt echter enkel bereikt bij een peri-operatieve mortaliteit van minder dan 1,1% en een neurologische morbiditeit (mineur of majeur) van minder dan 6% na dertig dagen.
Hypertensiebehandeling baseren op thuismeting?
Pagina 80 - 82
De Cort P.
Dit onderzoek toont aan dat door zelfmeting van de bloeddruk, vergeleken met conventionele bloeddrukmeting, een efficiëntere bloeddrukcontrole kan worden bereikt met minder medicatiegebruik en kosten. Conventionele bloeddrukmeting blijft de gouden standaard, maar zelfmeting van de bloeddruk kan een waardevol alternatief zijn bij de oppuntstelling en opvolging van hypertensiepatiënten.
Prognostische waarde van thuis gemeten bloeddruk
Pagina 83 - 84
De Cort P.
Dit observationele onderzoek onderbouwt het belang van thuismeting van de bloeddruk, zoals ook wordt beklemtoond in de WVVH-Aanbeveling ‘Hypertensie’. Daarnaast wijst men op het belang van ‘geïsoleerde hypertensie thuis’ of ‘gemaskeerde hypertensie’. Hierover is echter nog onvoldoende wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd, zodat voorlopig geen besluiten voor de praktijk kunnen worden geformuleerd.