Duiding


Verband tussen niet-benzodiazepine slaapmedicatie en heupfracturen bij ouderen in woon- en zorgcentra


15 10 2013

Zorgberoepen

Duiding van
Berry SD, Lee Y, Cai S, Dore DD. Nonbenzodiazepine sleep medication use and hip fractures in nursing home residents. JAMA Intern Med 2013;173:754-61.


Besluit
Uit deze nauwkeurig opgezette grote case-cross-over studie blijkt dat de niet-benzodiazepine slaapmedicatie of de zogenaamde z-drugs naar analogie met de klassieke benzodiazepines het risico op heupfracturen bij ouderen in een rusthuis verhogen.


 


Tekst onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandstalige redactie

 

 

Op basis van een case-control onderzoek, dat het verband tussen het gebruik van lorazepam en het optreden van heupfracturen bij ouderen aantoonde, konden we niets besluiten over de “veiligheid” van andere benzodiazepines (1,2). Uit een meta-analyse (3,4) bleek dat er bij de behandeling van (chronische) slapeloosheid bij ouderen geen plaats is voor slaapmiddelen omwille van de negatieve kosten/baten balans. Een recente grote meta-analyse (5) bevestigt het verband tussen “vallen bij bejaarden” en het gebruik van benzodiazepines (OR 1,57 (95% BI van 1,43 en 1,72)), maar ook het gebruik van neuroleptica en antipsychotica (OR 1,59 (95% BI van 1,37 tot 1,83)) en antidepressiva (OR 1,68 (95% BI van 1,47 tot 1,91)).

Een reeds vroeger uitgevoerde case-control (6) en retrospectieve cohortstudie (7) suggereerden ook met niet-benzodiazepine hypnotica of de zogenaamde z-drugs (zopiclone, zolpidem) een verhoogd risico op vallen. De validiteit van deze studies wordt echter in vraag gesteld. De resultaten kunnen immers ook het gevolg zijn van een verschil in basiskenmerken tussen personen die wel of niet slaapmedicatie voorgeschreven kregen.

Om deze confounders te vermijden werd recent een grote case-cross-over studie opgezet (8). Voor elke patiënt met een heupfractuur vergeleek men het gebruik van een z-drug tijdens de maand vóór de heupfractuur (risicoperiode) met het gebruik tussen maand 2 en maand 3 en tussen maand 4 en maand 5 vóór de heupfractuur (controleperiode). De onderzoekers includeerden 15 528 oudere bewoners van een woonzorgcentrum met een gedocumenteerde heupfractuur tussen 1 juli 2007 en 31 december 2008. In totaal gebruikte 11% een niet-benzodiazepine hypnoticum. Bewoners die ofwel tijdens de risicoperiode ofwel tijdens de controleperiode (niet tijdens beide periodes) een z-drug innamen werden opgenomen in de analyse. De gemiddelde leeftijd bedroeg 81 (SD 9,7) jaar en er waren 77,6% vrouwen. Het risico op een heupfractuur was groter bij gebruikers dan bij niet-gebruikers binnen de dertig dagen vóór de heupfractuur (OR 1,66; 95% BI 1,45 tot 1,90). Het verband tussen gebruik van z-drugs en heupfractuur was iets groter in de subgroep met recente gebruikers (<15 dagen vóór de fractuur) (OR 2,20; 95% BI 1,76 tot 2,74), bij milde versus matige tot ernstige cognitieve achteruitgang (OR 1,86 versus 1,43; p=0.06), bij matige versus totale of ernstige functionele beperking (OR 1,71 versus 1,16; p=0,11) en bij beperkte versus volledige assistentie bij transfers (OR 2,02 versus 1,43; p=0,02).

De resultaten van deze studie wijzen er dus op dat z-drugs het fractuurrisico van rusthuisbewoners verhogen. Ze ondersteunen hiermee de Domus Medica aanbeveling over slapeloosheid (9), die de voorkeur geeft aan een niet-medicamenteuze aanpak van slapeloosheid en het Woon- en ZorgCentrum Geneesmiddelenrepertorium (10) voor slapeloosheid bij ouderen, die het gebruik van hypnotica bij ouderen afraden.

 

Besluit

Uit deze nauwkeurig opgezette grote case-cross-over studie blijkt dat de niet-benzodiazepine slaapmedicatie of de zogenaamde z-drugs naar analogie met de klassieke benzodiazepines het risico op heupfracturen bij ouderen in een rusthuis verhogen.

 

Referenties

  1. Piefitte C, Macouillard M, Chaslerie A, et al. Benzodiazepines and hip fractures in elderly people: case-control study. BMJ 2001;322:704-8.
  2. Declercq T. Breken bejaarden die benzodiazepines gebruiken vaker hun heup? Minerva 2002;31(3):152-4.
  3. Habraken H, Declercq T. Sedativa bij bejaarden met insomnia. Minerva 2006;5(7):114-6.
  4. Glass J, Lanctôt KL, Herrmann N, et al. Sedative hypnotics in older people with insomnia: meta-analysis of risks and benefits. BMJ 2005;331:1169-73.
  5. Woolcott JC, Richardson KJ, Wiens MO, et al. Meta-analysis of the impact of 9 medication classes on falls in elderly persons. Arch Intern Med 2009;169:1952-60.
  6. Wang PS, Bohn RL, Glynn RJ, et al. Zolpidem use and hip fractures in older people. J Am Geriatr Soc 2001;49:1685-90.
  7. Finkle WD, Der JS, Greenland S, et al. Risk of fractures requiring hospitalization after an initial prescription for zolpidem, alprazolam, lorazepam, or diazepam in older adults. J Am Geriatr Soc 2011;59:1883-90.
  8. Berry SD, Lee Y, Cai S, Dore DD. Nonbenzodiazepine sleep medication use and hip fractures in nursing home residents. JAMA Intern Med 2013;173:754-61.
  9. Declercq T, Rogiers R, Habraken H, et al. Aanpak van slapeloosheid in de eerste lijn. Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering. Domus Medica 2005.
  10. Woon- en ZorgCentrum. Geneesmiddelenrepertorium.
Verband tussen niet-benzodiazepine slaapmedicatie en heupfracturen bij ouderen in woon- en zorgcentra

Auteurs

Declercq T.
huisarts ; Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar