Duiding
Het effect van pre-operatieve rookstopinterventies
15 12 2014
Zorgberoepen
Zowel observationele (1-3) als interventionele (4-5) studies hebben aangetoond dat pre-operatief stoppen met roken het risico van postoperatieve verwikkelingen vermindert.
Een recente Cochrane review (6) wou van alle mogelijke pre-operatieve rookstopinterventies het effect op rookstop net vóór en 12 maanden na de chirurgische ingreep evalueren, alsook op de incidentie van postoperatieve complicaties (wondherstel, secundaire chirurgie, cardiopulmonaire complicaties, opname op intensieve zorgen, per- en postoperatieve mortaliteit, opnameduur). Na een uitgebreide zoektocht in de literatuur weerhielden de onderzoekers 13 studies, gepubliceerd tussen 2002 en 2013, met 2 010 deelnemers, die diverse chirurgische ingrepen moesten ondergaan: knie- of heupartroplastiek; colorectale, cardiovasculaire, oftalmologische, plastische en urologische chirurgie; herniotomie; rugoperatie; cholecystectomie; chirurgie voor borstkanker; neurochirurgische ingrepen. Elf studies onderzochten het effect van een gedragsmatige rookstopinterventie, gecombineerd met nicotinesubstitutie. In 3 studies ging het daarbij om een intensieve interventie, bestaande uit diverse individuele contacten minstens 4 weken voor de ingreep. Eén studie onderzocht het effect van nicotine zuigtabletten en een andere het effect van varenicline. Het effect van rookstopinterventies op rookstop net vóór de ingreep was groter bij intensieve (RR 10,76; 95% BI van 4,55 tot 25,46) dan bij minimale interventies (RR 1,30; 95% BI van 1,16 tot 1,46). Noch varenicline, noch nicotine zuigtabletten vergrootten statistisch significant de kans op rookstop net vóór de ingreep. Rookstop 12 maanden na de ingreep was alleen statistisch significant toegenomen bij de intensieve interventies (RR 2,96; 95% BI van 1,57 tot 5,55), alsook met gebruik van varenicline (RR 1,45; 95% BI van 1,01 tot 2,07). Alleen bij de intensieve interventies daalde de incidentie van postoperatieve complicaties en wondcomplicaties statistisch significant (resp. RR 0,42; 95% BI van 0,27 tot 0,65 en RR 0,31; 95% BI van 0,16 tot 0,62).
Enerzijds hadden de meeste studies een laag risico van bias, anderzijds was het aantal studies en het aantal geïncludeerde patiënten te beperkt om betrouwbare conclusies te kunnen trekken. Daarnaast maakte men voor de beoordeling van de postoperatieve morbiditeit gebruik van een samengestelde index, waardoor er geen uitspraken over de samenstellende items gedaan kunnen worden. Ook werden diverse gangbare rookstopbehandelingen (nog) niet geëvalueerd, m.n. meerdere vormen van nicotinesubstitutie, combinatietherapiëen, varenicline met langere pre-operatieve innameduur. Ook de vraag wanneer men best start vóór de ingreep wordt in deze meta-analyse niet beantwoord, aangezien in slechts 2 geïncludeerde studies de interventie 4 tot 8 weken preoperatief begon.
De resultaten van deze meta-analyse bevestigen de bevindingen van andere meta-analyses dat stoppen met roken leidt tot een reductie van postoperatieve complicaties en zowel de wondheling als het postoperatief herstel bevordert (7-9). Gezien het belang van deze bevindingen verdient het aanbeveling om de diverse betrokken partijen te sensibiliseren: in de eerste plaats de chirurgen (10,11) en de huisarts (12), maar ook de patiënten zelf, die onvoldoende geïnformeerd blijken te zijn (13).
Besluit
Deze Cochrane review toont aan dat intensieve gedragsmatige rookstopinterventies aangevuld met nicotinesubstitutie, rookstop op korte termijn bevorderen en resulteren in een afname van postoperatieve complicaties.
Referenties
- Mason DP, Subramanian S, Nowicki ER, et al. Impact of smoking cessation before resection of lung cancer: a society of thoracic surgeons general thoracic surgery database. Ann Thorac Surg 2009;88:362-70.
- Turan A, Mascha EJ, Roberman D, et al. Smoking and perioperative outcomes. Anesthesiology 2011;114:837-46.
- Musallam KM, Rosendaal FR, Zaatari G, et al. Smoking and the risk of mortality and vascular and respiratory events in patients undergoing major surgery. JAMA 2013;148:755-762.
- Gailly J. Preoperatief stoppen met roken voorkomt complicaties. Minerva 2002;1(9):25-6.
- Moller AM, Villebro N, Pedersen T, Tonnesen H. Effect of preoperative smoking intervention on postoperative complications: a randomized clinical trial. Lancet 2002;359:114-7.
- Thomsen T, Villebro N, Moller AM. Interventions for preoperative smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev 2014, Issue 3.
- Myers K, Hajek P, Hinds C, McRobbie H. Stopping smoking shortly before surgery and postoperative complications. Arch Intern Med 2011;171:983-9.
- Mills E, Eyawo O, Lockhart I, et al. Smoking cessation reduces postoperative complications: a systematic review and meta-analysis. Am J Med 2011;124:144-54.
- Sørensen LT. Wound healing and infection in surgery. The clinical impact of smoking and smoking cessation: a systematic review and meta-analysis. Arch Surg 2012;147:373-83.
- Oztürk O, Yilmazer I, Akkaya A. The attitudes of surgeons concerning preoperatieve smoking cessation: a questionnaire study. Hippokratia 2012;16:124-9.
- Owen D, Bicknell C, Hilton C, et al. Preoperative smoking cessation: a questionnaire study. Int J Clin Pract 2007;61:2002-4.
- Tønnesen H, Faurschou P, Ralov H, et al. Risk reduction before surgery. The role of the primary care provider in preoperative smoking and alcohol cessation. BMC Health Serv Res 2010;10:121.
- Webb AR, Robertson N, Sparrow M. Smokers know little of their increased surgical risks and may quit on surgical advice. ANZ J Surg 2013;83:753-7.
Commentaar
Commentaar