Duiding
Patiëntgerichte besluitvorming: betere gezondheidsuitkomsten?
15 04 2014
Zorgberoepen
Tekst onder de verantwoordelijkheid van de Franstalige redactie
Het principe van gezamenlijke besluitvorming is al aangekaart in Minerva naar aanleiding van de interessante RCT over ‘shared decision-making’ van huisartsen aan de Universiteit van Laval (Canada) (1,2). In deze RCT kon een trainingsprogramma voor huisartsen helpen om op korte termijn de keuze van patiënten voor antibiotica voor de behandeling van acute luchtweginfecties te doen afnemen zonder negatieve invloed op hun welzijn.
In een vroeger editoriaal verwezen we naar de publicatie van Butler et al. waaruit blijkt dat shared decision-making een nuttig model kan zijn voor communicatie bij het voorschrijven van antibiotica (3,4).
Weiner et al. publiceerden in 2013 een observationeel onderzoek dat dieper ingaat op het effect van patiëntgerichte besluitvorming op uitkomstmaten bij de patiënt in vergelijking met de gebruikelijke zorg (5). Patiënten werden gerekruteerd op interne geneeskunde of in centra voor veteranen (V.S.). 139 arts-residenten en 774 patiënten waren bereid om mee te werken aan de studie met akkoord om audio-opnames te maken van de consultatie.
De evaluatie gebeurde aan de hand van ‘rode vlaggen’: gemiste afspraken, geen therapietrouw aan de medicamenteuze behandeling (geen voorschrift of geen herniewd voorschrift), gemiste onderzoeken (labo of andere), geen therapietrouw aan het overeengekomen zelfzorgplan, niet volgen van de aanbevolen preventieve zorg, gemiste screening of vaccinatie, nood aan dringende zorg, HbA1c >8%, systolische bloeddruk >140mmHg of diastolische bloeddruk > 90 mmHg, en minstens 2 bezoeken aan een spoeddienst in de laatste 12 maanden.
Uiteindelijk konden de auteurs via de audio-opnames 157 contextuele factoren identificeren waarmee ze de verdere zorgplanning bij de patiënt uitbouwden (bv. zelfzorg bij een verslechterende chronische aandoening, terwijl sociale ondersteuning een verslechtering kan tegengaan) en waarvan de uitkomsten als positief of negatief konden bestempeld worden. De auteurs veronderstelden dat in deze omstandigheden een patiëntgerichte besluitvorming (die rekening houdt met de context en die uitmondt in een geïndividualiseerd zorgenplan) zou leiden tot betere klinische resultaten. 71% van de consultaties met aandacht voor patiëntgerichte besluitvorming had een positieve uitkomst, terwijl 46% van de consultaties die geen rekening hielden met de patiëntcontext een positieve uitkomst had (p=0,002 voor het verschil).
Verder onderzoek moet uitwijzen of deze resultaten extrapoleerbaar zijn naar andere settings.
Besluit
Dit observationeel onderzoek in de V.S. bevestigt het mogelijk gunstige effect van een patiëntgerichte besluitvorming op verschillende objectieve zorguitkomstmaten (geen harde klinische, maar intermediaire eindpunten). Dit proces bestaat uit het opsporen van contextuele waarschuwingssignalen (of ‘rode vlaggen’) die toelaten om verder een individueel zorgplan uit te werken voor de patiënt.
Referenties
- Adriaenssens N. Huisartsen trainen in shared decision-making vermindert het antibioticumgebruik. Minerva 2013;12(4):47-8.
- Légaré F, Labrecque M, Cauchon M, et al. Training family physicians in shared decision-making to reduce the overuse of antibiotics in acute respiratory infections: a cluster randomized trial. CMAJ 2012;184:E726-34.
- Chevalier P. Uitgesteld gebruik van antibiotica. [Editoriaal] Minerva 2009;8(7);89.
- Butler C, Kinnersley P, Prout H, et al. Antibiotics and shared decision-making in primary care. J Antimicrob Chemotherapy 2001;48:435-40.
- Weiner SJ, Schwartz A, Sharma G, et al. Patient-centered decision making and health care outcomes: an observational study. Ann Intern Med 2013;158:573-9.
Commentaar
Commentaar