Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine



Waarde van de infrarood oorthermometer


Minerva 2003 Volume 2 Nummer 3 Pagina 44 - 45

Zorgberoepen


Duiding van
Craig JV, Lancaster GA,Taylor S, et al. Infrared ear thermometry compared with rectal thermometry in children: a systematic review. Lancet 2002;360:603-9.


Besluit
De rectale temperatuurmeting verschilt sterk van de oortemperatuurmeting en de verschillen doen zich voor in de twee richtingen! Voor een betrouwbare meting van de lichaamstemperatuur is de conventionele kwikthermometer of de digitale thermometer beter geschikt dan de infrarood oorthermometer.


 

Minerva Kort biedt u korte commentaren op publicaties die door de redactie van Minerva zijn geselecteerd. Interessante en voor huisartsen relevante studies die niet direct in een ruimer kader kunnen of moeten worden besproken, krijgen een plaats in deze rubriek. Iedere selectie wordt kort samengevat en van enkele regels commentaar voorzien door een referent. De redactie van Minerva wenst u veel leesgenot.

 
 

Samenvatting

 

De infraroodthermometer wordt vaak gebruikt bij kinderen omdat de meting snel gebeurt en het oor een gemakkelijke meetplaats is. Ongeveer 65% van de pediaters en huisartsen in de V.S. gebruiken dit toestel in hun praktijk. Een accurate temperatuurmeting is vooral belangrijk bij pasgeborenen en kinderen met immuundeficiëntie: de beslissing tot verder onderzoek, behandeling of opname hangt ervan af. Anderzijds kan het moeilijk zijn om bij kinderen de rectale temperatuur te meten. Het oor is makkelijker bereikbaar en het hoofd is gemakkelijker te fixeren dan een heel weerspannig lijfje.

De infraroodthermometer bestaat uit een sensor die elektromagnetische stralen afkomstig van de weefsels detecteert en een microprocessor die de temperatuur berekent. Naargelang de gekozen modus voegt de processor een bepaalde constante waarde toe aan de gemeten waarde zodat naar eigen keuze de omrekening naar de centrale, tympanische, orale of rectale temperatuur, vertrouwder voor clinici, wordt getoond op de display van de thermometer.

In een eerder gepubliceerde review wordt uitgaande van een (onderzoeks)vraag op systematische wijze gezocht naar originele studies die een antwoord kunnen geven op deze vraag. Hierbij worden de geraadpleegde databanken en de gebruikte analysemethoden vermeld. De gevonden resultaten en achtergrondkenmerken van de individuele studies worden op een expliciete wijze beoordeeld en geanalyseerd. Elke meta-analyse wordt in principe voorafgegaan door een systematische review.">systematische review besloten de auteurs dat er weinig overeenstemming is tussen de oksel- en de rectumtemperatuur bij kinderen 1.

Het doel van dit onderzoek is nu de evidentie samen te vatten over de vraag hoe vergelijkbaar de rectale temperatuurmeting is met de infraroodtemperatuurmeting in het oor.

De auteurs maakten een systematische review waarvoor zij 44 studies includeerden waarin 58 uitkomstvergelijkingen voorkwamen bij in totaal 5 935 kinderen. In de artikels waren volledige data beschikbaar over 31 uitkomstvergelijkingen bij 4 441 kinderen, zodat alleen deze 31 werden opgenomen in de meta-analyse.

Het gepoolde gemiddelde temperatuurverschil (rectaal- oor) bedroeg 0,29 °C (95% BI -0,74 tot 1,32).

De data werden gepoold volgens de verschillende modi van de oorthermometer: de gemiddelde verschillen waren voor de rectale modus 0,15 °C (95% BI -0,95 tot 1,25), actuele modus 0,70 °C (95% BI –0,20 tot 1,60), centrale modus 0,25 °C (95% BI -0,78 tot 1,27), orale modus 0,34 °C (-95% BI 0,86 tot 1,54), tympanische modus 0,62 °C (95% BI -0,40 tot 1,64) en niet vermelde modus 0,32 °C (95% BI -0,57 tot 1,21). De auteurs besluiten dat de oorthermometer niet gebruikt kan worden om de rectale temperatuur bij kinderen te benaderen, zelfs niet wanneer de rectale modus gekozen wordt.

 
 

Bespreking

 

Deze systematische review is vanuit methodologisch standpunt goed uitgevoerd. Tussen de gemiddelde verschillen (MD) van de verschillende modi blijven verschillen bestaan die het gevolg kunnen zijn van de aanwezigheid van een cerumenprop, otitis media, de neonatale periode zelf, de inconsistentie tussen oorthermometers van verschillende fabrikanten en de verschillen tussen de modusdefinitie.

De oorthermometer heeft duidelijk praktische voordelen ten opzichte van de rectale temperatuurmeting. De gemiddelde temperatuurwaarden verschillen weinig, maar de overeenkomstintervallen tussen beide methoden zijn erg breed. Het gepoolde gemiddelde verschil is het kleinst wanneer de oorthermometer in de rectale modus wordt ingesteld. Een voorbeeld illustreert dit duidelijker: bij een rectale temperatuur van 38 °C kan de oortemperatuur schommelen tussen 37,04 °C en 39,20 °C!

De belangrijkste vraag op het einde van deze meta-analyse is in hoeveel gevallen koorts wordt gemist en bij hoeveel kinderen ten onrechte koorts wordt vastgesteld. Deze vraag naar specificiteit van een test is de proportie van personen in de populatie die de ziekte niet hebben en bij wie een negatief testresultaat werd gevonden (ten opzichte van alle personen die de ziekte niet hebben). Een test met een hoge specificiteit geeft weinig fout-positieve resultaten. Specificiteit = d / b + d.">specificiteit en sensitiviteit (gevoeligheid) van een test is de proportie van werkelijk zieken in de populatie bij wie een positief testresultaat werd gevonden (ten opzichte van alle zieke personen). Een test met een hoge sensitiviteit detecteert een hoge proportie van werkelijk zieke personen. Sensitiviteit = a / a + c">sensitiviteit kan hier moeilijk worden beantwoord. Voor clinici is de referentietest de rectale temperatuurmeting, maar in verschillende studies werd de oorthermometer als referentietest gebruikt.

De temperatuurverschillen tussen de verschillende methodes is normale verdeling is een frequentieverdeling met een specifieke vorm. Op de horizontale x-as zet men de mogelijke waarden uit. De frequentie van elke waarde wordt op de verticale y-as weergegeven. Karakteristieken van deze grafiek zijn: 1) de curve is klokvormig en symmetrisch en de staarten raken niet aan de x-as; 2) het rekenkundig gemiddelde, de mediaan en de modus zijn gelijk; en 3) de vorm wordt bepaald door het gemiddelde en de standaard deviatie.">normaal verdeeld en er is geen systematische relatie tussen de temperatuurverschillen en de echte onderliggende temperatuur. De overeenkomst tussen de rectale en oortemperatuurmetingen is dus dezelfde bij kinderen met en zonder koorts. De verschillen hebben evenmin een relatie met de leeftijd van de kinderen.

Enkele jaren geleden werd al een Cochrane review gepubliceerd die besloot dat de optimale methode van temperatuurmeting bij kinderen (0-5 jaar) gebeurt in het rectum met de kwikthermometer of de digitale thermometer 2. De auteurs besloten dat er nog onduidelijkheid bestaat over de waarde van de temperatuurmeting bij kinderen in de oksel en in de mond. Andere auteurs kwamen eveneens tot de vaststelling dat de orale temperatuurmeting en de infrarood oortemperatuurmeting niet erg betrouwbaar zijn om koorts vast te stellen en daarom misschien wel gevaarlijk zijn om te gebruiken 3,4.

 

Belangenvermenging/financiering:

Deze studie werd gefinancierd door het ‘Royal Liverpool Children’s NHS Trust Endowment Fund’. Er is geen belangenvermenging gemeld.

 

 

Besluit

 

De rectale temperatuurmeting verschilt sterk van de oortemperatuurmeting en de verschillen doen zich voor in de twee richtingen! Voor een betrouwbare meting van de lichaamstemperatuur is de conventionele kwikthermometer of de digitale thermometer beter geschikt dan de infrarood oorthermometer.

 

Literatuur

  1. Craig JV, Lancaster GA, Williamson PR, Smyth RL. Temperature measured at the axilla compared with rectum in children and young people: systematic review. BMJ 2000;320:1174-8.
  2. Duce SJ. A systematic review of the literature to determine optimal methods of temperature measurement in neonates, infants and children. DARE. In: The Cochrane Library, Issue 4, 2002 Oxford: Update Software.
  3. O’Brien DL, Rogers IR, Holden W, et al. The accuracy of oral predictive and infrared emission detection tympanic thermometers in an emergency department setting. Acad Med 2000;7:1061-4.
  4. Modell JG, Katholi CR, Kumaramangalam SM, et al. Unreliability of the infrared tympanic thermometer in clinical practice: a comparative study with oral mercury and oral electronic thermometers. South Med J 1998;91:649-54.
Waarde van de infrarood oorthermometer

Auteurs

Vermeire E.
Vakgroep eerstelijns- en interdisciplinaire zorg, Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen
COI :

Codering





Commentaar

Commentaar