Resultaat met woordenlijst ( 18 )


Kaplan-Meier curve
Dit is een (non-parametrische) methode om overlevingstabellen te maken, ontwikkeld door Kaplan en Meier (1958). Deze methode houdt rekening met het feit dat niet iedereen tot het gewenste eindpunt kan worden opgevolgd. Er worden hierbij geen covariabelen in de analyse betrokken (univariate analyse). Dit in tegenstelling tot het Cox model dat een vorm van multivariate analyse is.
overlevingscurve
Cox proportional hazards model
Aantal resultaten : 18 artikel(s) - 5 bondige bespreking(en)


Deze open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie toont bij patiënten met een coronaire hartziekte geen verschil aan in veiligheid en werkzaamheid wanneer de statinedosis wordt opgetitreerd tot het bereiken van LDL-cholesterol-streefwaarde <70 mg/dl in vergelijking met de onmiddellijke toediening van een statine aan vaste hoge dosis. Hoewel een aanpak die rekening houdt met de individuele respons op de behandeling interessant kan zijn, moet hiervan de echte meerwaarde nog bepaald worden.

Deze netwerk meta-analyse op basis van individuele patiëntgegevens van vier RCT’s die op klinisch en methodologisch vlak niet helemaal vergelijkbaar zijn, toont aan dat het gebruik van DOAC’s in ‘on-label’ (standaard) dosis geassocieerd is met een lager risico van systemische trombo-embolie ten opzichte van warfarine en dat zonder verschil in majeur bloedingsrisico. Deze gunstige resultaten voor ‘on-label’ gedoseerde DOAC’s versus warfarine zijn consistent bij mannen en vrouwen en zijn ook onafhankelijk van de leeftijd. Daarentegen was het gebruik van DOAC’s in ‘off-label’ (lagere) dosis geassocieerd met meer trombo-embolieën in vergelijking met ‘on-label’ gedoseerde DOAC’s en dat zonder verschil in het risico van majeure bloedingen.

Deze verlengde opvolging van de gerandomiseerde RESTART-studie bevestigt de initiële resultaten dat het heropstarten van antiplaatjestherapie buiten de acute fase na het doormaken van een intracerebrale bloeding niet leidt tot een toename van nieuwe symptomatische intracerebrale bloedingen. Door het blijvend tekort aan statistische power is er nood aan grotere gerandomiseerde en gecontroleerde studies om dit te bevestigen.

Deze gerandomiseerde, placebogecontroleerde, dubbelblinde studie, die in 2020 in Irak werd uitgevoerd tijdens de eerste covid-19-golf is van lage methodologische kwaliteit wegens het gebrek aan power. Er werd geen voordeel aangetoond van intranasaal betamethason bij covid-19-gerelateerde anosmie.

Deze opvolgstudie van een methodologisch correct uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie toont aan dat de onmiddellijke getitreerde opstart van een behandeling met ramipril versus placebo bij patiënten met hartfalen na het doormaken van een myocardinfarct resulteert in overlevingswinst tot 15 jaar na de opstart.

Deze methodologisch correct opgezette Japanse cohortstudie met ruim 6 000 personen, van wie driekwart antihypertensiva innam bij inclusie, toont na correctie voor tal van relevante demografische en klinische parameters en conventionele systolische bloeddruk aan dat een hogere nachtelijke systolische bloeddruk gemeten met een gestandaardiseerde 24-uurs ambulante bloeddrukmeting geassocieerd is met een toegenomen risico van cardiovasculaire gebeurtenissen. In vergelijking met een daling van de nachtelijke bloeddruk met 10 tot 20% ten opzichte van de bloeddruk overdag (dippers) lijkt een toename van de nachtelijke bloeddruk ten opzichte van de bloeddruk overdag (risers) gepaard te gaan met een statistisch significante toename van cardiovasculaire gebeurtenissen. Het is nog onduidelijk wat de klinische meerwaarde is van deze bevindingen voor de eerste lijn. Daarom is het aangewezen om te wachten tot correct uitgevoerde RCT’s voldoende bewijs leveren van eventuele therapeutische voordelen bij de verschillende subgroepen van patiënten.

Herstarten van antiplaatjestherapie na een intracerebrale bloeding?

Scheldeman L. , Demeestere J.

Minerva 2021 Vol 20 nummer 4 pagina 40 - 44


Deze correct uitgevoerde pragmatische multicenter open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie met geblindeerde effectbeoordelaars suggereert dat het herstarten van antiplaatjestherapie bij patiënten die een intracerebrale bloeding doormaakten onder behandeling met antiplaatjestherapie of anticoagulatie veilig kan gebeuren na de acute fase. Wegens het hoge risico van selectiebias en een tekort aan power vragen de resultaten van deze studie om bevestiging in nieuwe RCT’s.

Deze grootschalige observationele studie met ruim 100 000 vrouwen die een hysterectomie wegens een goedaardige aandoening ondergingen, toont opnieuw aan dat vrouwen bij wie één of beide ovaria tijdens de ingreep bewaard blijven, significant minder kans hebben op een ziekenhuisopname wegens ischemische hartziekte en tevens minder risico hebben van kanker en van sterfte door ischemische hartziekte of kanker in vergelijking met vrouwen die een bilaterale ovariëctomie ondergingen.

De bevindingen van de BRCA1- en BRCA2 Cohort Consortium-studie zijn momenteel de beste bron om het risico van borstkanker en ovariumkanker te evalueren bij vrouwen die draagster zijn van een BRCA1- of BRCA2-genmutatie, rekening houdend met de familiale voorgeschiedenis. De gegevens kunnen zeer nuttig zijn om deze vrouwen goed te informeren.

Werkzaamheid van langdurige zuurstoftherapie bij patiënten met stabiel COPD en matige hypoxemie?

Van Meerhaeghe A.

Minerva 2017 Vol 16 nummer 7 pagina 172 - 175


De resultaten van deze RCT tonen aan dat het niet zinvol is om systematisch een langdurige zuurstoftherapie in te stellen bij patiënten met stabiel COPD en met matige hypoxemie bij rust of tijdens de nacht en met inspanningsgebonden desaturatie. Een zuurstoftherapie heeft geen effect op de overlevingsduur en op de tijd tot een eerste hospitalisatie voor eender welke reden.

Deze RCT van goede methodologische kwaliteit toont aan dat een invasieve aanpak samen met een optimale medicamenteuze behandeling gunstiger is dan alleen een optimale medicamenteuze behandeling voor de preventie van cardiovasculaire gebeurtenissen bij een zeer geselecteerde populatie van klinisch stabiele 80-plussers met myocardinfarct zonder ST-segmentelevatie (NSTEMI) of met instabiele angor (veel minder frequent in deze studie).

Deze relevante studie van goede methodologische kwaliteit toont aan dat na een eerste episode van spontane veneuze trombo-embolie, het toevoegen van een CT-scan van abdomen en pelvis aan een beperkte screening geen meerwaarde biedt ten opzichte van alleen een beperkte screening om niet-gediagnosticeerde kanker op te sporen en tot meer blootstelling aan bestraling leidt.

Actinische keratose: is fluorouracil werkzaam op lange termijn?

Chevalier P.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 3 pagina 77 - 80


Deze publicatie van een RCT bij patiënten met minstens 2 keratinocytcarcinomen in de voorgeschiedenis toont aan dat het aanbrengen van fluorouracil crème 5% op gezicht en oren gedurende 4 weken in vergelijking met placebo na een follow-up van gemiddeld 2,6 jaar, een gunstig effect heeft op de evolutie van het aantal actinische keratosen en op de nood aan supplementaire behandelingen. Over de preventie van niet-melanome huidkanker (primaire uitkomstmaat) zijn er geen resultaten beschikbaar.

Meer dan één jaar duale plaatjestherapie na drug eluting stents?

Chevalier P.

Minerva 2015 Vol 14 nummer 5 pagina 57 - 58


In deze goed opgezette RCT bij een sterk geselecteerde populatie is er een meerwaarde om, na het plaatsen van een coronaire stent, langer dan één jaar een duale plaatjestherapie (thiënopyridine + aspirine) verder te zetten versus alleen aspirine. De incidentie van stenttrombose en van cardio- en cerebrovasculaire gebeurtenissen daalt. Het bloedingsrisico neemt echter significant toe en er is geen effect vastgesteld op globale mortaliteit.

Eerstelijnszorgmanagement voor depressie bij ouderen

Foulon V. , Laekeman G. , Liekens S.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 6 pagina 67 - 68


Deze studie tracht aan te tonen dat ondersteuning van de huisarts met extra middelen om ouderen met majeure depressie in de huisartspraktijk volgens de richtlijnen op te volgen, de mortaliteit ten opzichte van gebruikelijke zorg verlaagt. Het is niet duidelijk of de steekproefgrootte groot genoeg was om op een correcte manier een verschil in mortaliteit aan te tonen. Het is evenmin duidelijk welk deel van de interventie het meeste impact had op het resultaat.

Mediterraan dieet voor primaire cardiovasculaire preventie

Roberfroid D.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 1 pagina 8 - 9


Deze gerandomiseerde, gecontroleerde studie van goede methodologische kwaliteit toont aan dat in primaire preventie bij personen met een hoog cardiovasculair risico, extra-vierge olijfolie (50 g per dag) of noten (30 g per dag) toegevoegd aan een mediterraan dieet, significant de incidentie van cardiovasculaire gebeurtenissen kunnen verminderen. Dat geldt in het bijzonder voor de preventie van CVA.

Wat is het (relatieve) nut van glycopyrronium voor de behandeling van COPD?

Chevalier P. , Van Meerhaeghe A.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 1 pagina 4 - 5


Deze RCT met een dubbelblinde vergelijking van glycopyrronium versus placebo toont een statistisch significante meerwaarde aan van glycopyrronium voor verschillende spirometrische criteria (waaronder de evolutie van de ESW, de primaire uitkomstmaat). Voor sommige klinische criteria (exacerbaties, dyspnoescore) zijn de resultaten ook gunstig, maar de resultaten op het vlak van kwaliteit van leven (SGRQ) zijn klinisch niet relevant en het zijn allemaal secundaire uitkomstmaten; deze resultaten vragen dus om bevestiging. De vergelijking met het actieve product tiotropium gebeurde open-label en het verschil dat de auteurs vaststelden tussen glycopyrronium en tiotropium voor de werkzaamheid en de veiligheid is dus eerder indicatief.

Valkuilen bij het bepalen van de NNT (Number Needed to Treat)

Chevalier P.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 9 pagina 116 - 116

Transcutane elektrische neurostimulatie (TENS) voor chronische pijnpatiënten?

Devulder J.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 9 pagina 112 - 113


Deze studie toont aan dat op lange termijn (één jaar) patiënten met chronische (langer dan zes maanden) niet-kankerpijn even tevreden zijn met TENS als met sham-TENS. Beide interventies hadden ook een gelijkaardig effect op pijnreductie en beperkingen door pijn. Uit deze studie kunnen we niet opmaken waaraan het belangrijke placebo-effect te wijten is.

Geen apixaban voor patiënten met verminderde mobiliteit door een interne pathologie

Chevalier P.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 2 pagina 23 - 24


Deze studie toont aan dat bij patiënten gehospitaliseerd voor een interne pathologie en met risico van veneuze trombo-embolie een lange behandeling (ongeveer 25 dagen) met apixaban (tweemaal 2,5 mg per dag peroraal) geen significante meerwaarde heeft boven enoxaparine (40 mg per dag subcutaan) gedurende ongeveer 7 dagen voor de preventie van veneuze trombo-embolische gebeurtenissen. Er treden echter meer majeure bloedingen op.

Heeft carbocisteïne invloed op het aantal exacerbaties van COPD?

Buffels J.

Minerva 2010 Vol 9 nummer 1 pagina 8 - 9


Deze studie toont aan dat langdurige toediening van carbocisteïne in vergelijking met placebo het aantal exacerbaties van COPD in beperkte mate doet dalen bij Chinese patiënten. Er werd geen significant beterschap gezien van de levenskwaliteit en de longfunctie. Extrapolatie van de studieresultaten naar de Belgische context is minder evident. Er zijn momenteel geen argumenten om het systematische gebruik van mucolytica bij COPD aan te bevelen.

Borstsparende heelkunde versus radicale mastectomie

Serreyn R.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 1 pagina 4 - 6


Deze studie met opvolging van 20 jaar toont aan dat borstsparende heelkunde minstens even effectief is als totale mammectomie bij vrouwen met invasieve mammacarcinomen. Borstsparende heelkunde is daarom de voorkeursbehandeling. Bij iets grotere tumoren of kleiner borstvolume kan borstsparende heelkunde met partiële borstreconstructie een goed oncologisch en esthetisch resultaat waarborgen. Postoperatieve radiotherapie is in ieder geval noodzakelijk om een significante vermindering van de kans op locoregionale recidieven te bekomen.

Endarterectomie bij carotisstenose

Van Hooren G.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 2 pagina 109 - 114


Bij een symptomatische carotisstenose is er voordeel van carotisendarterectomie vanaf een stenosegraad van 70% (ECST). Bij asymptomatische carotisstenose is er nog onvoldoende onderbouwing voor een eenduidig advies.