Resultaat op trefwoord : 'bekkenbodemspiertraining'


Aantal resultaten : 4 artikel(s) - 4 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze recente umbrella review toont aan dat bekkenbodemspieroefeningen een positief effect hebben op de verbetering van urine-incontinentie na radicale prostatectomie. Biofeedback kan een aanvullend gunstig effect hebben, vooral op korte en middellange termijn (≤6 maanden). Er is onvoldoende bewijs over het effect van elektrostimulatie. Wegens de ernstige methodologische beperkingen van de geïncludeerde studies en de narratieve voorstelling van de resultaten zijn deze resultaten van deze umbrella review hoogstens bruikbaar als werkhypothese. Verder onderzoek opgezet volgens de huidige methodologische standaarden is onontbeerlijk.

Deze systematische review van de Cochrane Collaboration is van goede methodologische kwaliteit en toont een effect van bekkenbodemspieroefeningen op alle vormen van incontinentie (behalve perinataal of als gevolg van een aandoening van een ander systeem dan het urinewegstelsel), dat iets sterker is bij stressincontinentie. De resultaten op het gebied van kwaliteit van leven zijn matig tot laag. De kosten en langetermijneffecten moeten nog worden onderzocht.

Milde symptomatische urogenitale prolaps: het nut van bekkenbodemspiertraining

Chevalier P.

Minerva 2015 Vol 14 nummer 9 pagina 111 - 112


Deze RCT is van goede methodologische kwaliteit, maar de onderzoeksduur is te kort (40% van de vrouwen rondde het programma niet af). Bekkenbodemspiertraining gedurende 3 maanden geeft in vergelijking met een afwachtende houding een statistisch significante, maar klinisch niet relevante verbetering van de symptomen bij vrouwen van minstens 55 jaar oud met milde urogenitale prolaps in de eerste lijn.

Deze systematische review van goede methodologische kwaliteit toont aan dat bekkenbodemspiertraining alleen nuttig is als ze intensief toegepast wordt in de late zwangerschap. In de huidige richtlijnen komt alleen de behandeling van een bestaande incontinentie aan bod.

Bekkenbodemspieroefeningen eventueel gecombineerd met biofeedback blijven de eerste keuze voor de behandeling van stressincontinentie bij vrouwen. De balans evalueren tussen kostprijs en werkzaamheid is nog steeds moeilijk.

Urine-incontinentie bij vrouwen: niet-chirurgische behandelingen

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 7 pagina 102 - 103


Deze systematische review toont het belang aan van bekkenbodemspieroefeningen + blaastraining bij het herstel en het behoud van urinecontinentie bij vrouwen. Ook enkele geneesmiddelen kunnen bijdragen tot het verminderen van het aantal episodes met incontinentie, maar voor elk middel moet de klinische winst nog afgewogen worden tegen de eventuele ongewenste effecten. De studies leveren té weinig gegevens om algemene aanbevelingen te formuleren, vooral wat betreft de combinatie van behandelingen. De keuze moet in samenspraak met de patiënte gemaakt worden.

Elektrische stimulatie van de bekkenbodem bij stressincontinentie

Lagro-Janssen T.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 5 pagina 77 - 79


Deze studie toont aan dat elektrische stimulatie van de bekkenbodemspieren (ESBB) bij gezonde vrouwen met (overwegend) stressincontinentie geen meerwaarde heeft boven gedragstraining alleen (dat wil zeggen gedragstraining met biofeedback). Een zelfhulpgids verbetert de incontinentie en de kwaliteit van leven. Een trapsgewijze aanpak beginnend bij bekkenbodemspieroefeningen aan de hand van een zelfhulpgids of instructies, gevolgd door een programma met professionele begeleiding, is aan te bevelen.

Incontinentie bij vrouwen: goed nieuws over niet-medicamenteuze aanpak

Lagro-Janssen T.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 2 pagina 100 - 105


Voor de patiënten die wij als huisarts zien, betekenen deze resultaten dat conservatieve oefentherapie de behandeling van eerste keus is. Voor stressincontinentie bestaat dit uit bekkenbodemspieroefeningen; voor urge-incontinentie bovengenoemde gedragsinterventie of de gewone blaastraining. Vooral niet te snel naar geneesmiddelen grijpen en vooral niet te snel denken dat er toch niets aan te doen valt.