Resultaat op trefwoord : 'zelfzorg'


Aantal resultaten : 12 artikel(s) - 4 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze systematische review met een narratieve voorstelling van de resultaten suggereert dat interventies door eerstelijnsverpleegkundigen met een bachelordiploma een positief effect hebben op uiteenlopende gebieden als medicatiebeheer, beheer van chronische ziekten, seksuele gezondheid, routinematige preventieve zorg, gezondheidsbevordering en -voorlichting en zelfzorginterventies (bijvoorbeeld stoppen met roken). De resultaten van de auteurs zijn echter niet heel betrouwbaar wegens de grote heterogeniteit van de geïncludeerde interventies, de diversiteit van de uitkomstmaten, de variabiliteit van de context van de eerstelijnszorg, alsook de multidimensionaliteit van de behoeften van eerstelijnspatiënten en de onderlinge afhankelijkheid tussen de beroepsgroepen die met deze patiënten aan de slag gaan.

Uit deze systematische review met meta-analyse en met aanzienlijke methodologische beperkingen blijkt dat zelfzorgprogramma's - een dubbelzinnig en waarschijnlijk ongepast begrip in deze review - de progressie naar type 2-diabetes bij patiënten met prediabetes kunnen vertragen of stoppen. De auteurs oordelen dat kwaliteitsvolle studies nodig zijn om het beste type interventie te bepalen. Dit soort studies lijken echter een illusie omdat een zo gepersonaliseerd mogelijke aanpak centraal staat, uiteraard binnen een structuur die compatibel is met de zorgsetting en met het type van zorgstructuur.

Het nut van gedragsinterventies bij rookstop: een component netwerk meta-analyse

Boudrez H. , Poelman T.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 2 pagina 26 - 30


Deze uitgebreide systematische review van 33 systematische reviews van de Cochrane Collaboration, waarvan er 5 minstens één methodologische zwakte vertonen, en aangevuld met een component-netwerk-meta-analyse van 312 RCT’s met een meestal hoog of onduidelijk risico van bias, toont een globale winst van gedragsinterventies op rookstop bij rokers in de algemene bevolking. Er bestaat sterk bewijs voor het effect van de componenten counseling en financiële incentives die vaak deel uitmaken van deze gedragsinterventies. Gezien het bewijs voor het effect van andere componenten op rookstop matig tot laag is en omdat er nog onduidelijkheid bestaat over mogelijke interacties tussen de verschillende componenten is het cumulatieve effect van verschillende componenten op rookstop nog onduidelijk. De intensiteit van gedragsinterventies en het gelijktijdig gebruik van farmaca lijkt een beperkte invloed te hebben op de abstinentiegraad. Er zijn geen argumenten die aantonen dat het gebruik van gedragsmatige ondersteuning aanleiding geeft tot ongewenste effecten.

Deze systematische review met zeer heterogene studies en met inclusie van vooral diabetespatiënten, brengt geen bewijs aan voor de werkzaamheid van zelfmanagement bij chronisch zieke, sociaaleconomisch zwakkere patiënten.

Deze update systematische review van goede methodologische kwaliteit suggereert dat manipulatie op korte termijn beter is dan mobilisatie bij patiënten met acute nekpijn. Het effect van manipulatie op lange termijn blijft echter onduidelijk, zowel bij patiënten met acute als bij patiënten met chronische nekpijn. Slechts 1 studie toonde aan dat Zweedse massage effectief is bij patiënten met chronische nekpijn. Over het effect van acupunctuur en andere passieve fysieke behandelingen bestaat nog steeds onvoldoende evidentie.

Uit deze methodologisch goed opgezette, gecontroleerde gerandomiseerde studie kunnen we besluiten dat een zelfregulatiestrategie gericht op snel gewichtsverlies op korte termijn effectiever is in de preventie van gewichtstoename en obesitas dan kleinere aanpassingen in leefstijl. De klinische relevantie van deze winst is echter onzeker en de werkzaamheid op lange termijn is onvoldoende aangetoond. Bovendien hebben we geen gegevens over het risico van eetstoornissen of andere psychische ongewenste effecten.

Deze prospectieve cohortstudie bij een meestal hoog opgeleide populatie toont aan dat bij een langdurige behandeling met vitamine K-antagonisten zelfmanagement van de anticoagulatie een interessante optie kan zijn. Op basis van een recent systematisch literatuuroverzicht blijkt deze optie ook kosteneffectief te zijn. Verder onderzoek is nodig naar de haalbaarheid (ook op het financiële vlak) van zelfmanagement voor iedere patiënt. In het kader van het toenemende gebruik van de nieuwe orale anticoagulantia die duurder zijn dan vitamine K-antagonisten, is dit een belangrijk onderwerp.

Deze clustergerandomiseerde studie bij patiënten met multimorbiditeit (diabetes en/of coronair lijden) én met symptomen van depressie, toont aan dat multidisciplinaire samenwerking gebaseerd op een korte psychologische interventie en geïntegreerd in de gebruikelijke zorg, de symptomen van depressie kan verminderen en de zelfzorgcapaciteit van patiënten met chronische aandoeningen kan verhogen. De effectgrootte is gering en kleiner dan aanvankelijk voorzien, maar de studie vond plaats bij een (sterk) maatschappelijk achtergestelde populatie. Het effect van deze interventie moet nog onderzocht worden in de Belgische zorgcontext.

Op basis van deze studie en andere literatuurgegevens kunnen we besluiten dat telemonitoring van thuisbloeddrukmetingen leidt tot een statistisch significante verlaging van de systolische bloeddruk bij patiënten met ongecontroleerde hypertensie. De klinische relevantie en de duurzaamheid van deze winst, evenals de kosteneffectiviteit van deze methode moeten nog aangetoond worden.

Deze non-inferioriteitsstudie besluit dat zelfhulp aan de hand van computergestuurde cognitieve gedragstherapie niet minder effectief is dan gebruikelijke zorg voor de behandeling van depressieve symptomen bij hulpzoekende adolescenten. Het klinische effect van deze veelbelovende therapie moet echter verder onderzocht worden in goed opgezette studies met een betrouwbare controlegroep.

Yoga of rekoefeningen voor chronische lagerugpijn?

Chevalier P.

Minerva 28 04 2012


Deze kleine studie toont aan dat na 26 weken follow-up, specifieke sessies met yoga- en stretchoefeningen nuttig kunnen zijn om de beperkingen in het dagelijkse leven door lagerugpijn te milderen. Ook het gebruik van geneesmiddelen zou kunnen verminderen.

Effect van thuisbloeddrukmeting op de bloeddruk

De Cort P.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 3 pagina 48 - 50


Deze meta-analyse toont aan dat door thuismetingen een betere controle van de bloeddruk kan worden bereikt dan met metingen door de arts. Andere studies hebben tevens een verband van thuismetingen met reductie van cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit aangetoond. Er is nog onvoldoende bekend over standaardisatie van de methode van thuismetingen.

Hypertensiebehandeling baseren op thuismeting?

De Cort P.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 5 pagina 80 - 82


Dit onderzoek toont aan dat door zelfmeting van de bloeddruk, vergeleken met conventionele bloeddrukmeting, een efficiëntere bloeddrukcontrole kan worden bereikt met minder medicatiegebruik en kosten. Conventionele bloeddrukmeting blijft de gouden standaard, maar zelfmeting van de bloeddruk kan een waardevol alternatief zijn bij de oppuntstelling en opvolging van hypertensiepatiënten.

Prognostische waarde van thuis gemeten bloeddruk

De Cort P.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 5 pagina 83 - 84


Dit observationele onderzoek onderbouwt het belang van thuismeting van de bloeddruk, zoals ook wordt beklemtoond in de WVVH-Aanbeveling ‘Hypertensie’. Daarnaast wijst men op het belang van ‘geïsoleerde hypertensie thuis’ of ‘gemaskeerde hypertensie’. Hierover is echter nog onvoldoende wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd, zodat voorlopig geen besluiten voor de praktijk kunnen worden geformuleerd.

Effect van educatieve programma's voor kinderen en adolescenten met astma

Godding V.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 10 pagina 166 - 168


Deze meta-analyse besluit dat educatieve programma’s voor kinderen en adolescenten met astma effectief zijn. Men houdt echter geen rekening met de sociaal-economische context, de relatieve effectiviteit van de verschillende programma’s of de verschillen tussen kinderen en adolescenten met astma. Er kunnen daarom nog geen duidelijke besluiten voor de praktijk worden geformuleerd.

'Weight Watchers' versus zelfhulp

Van Royen P.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 7 pagina 104 - 106


Deze studie toont aan dat een commercieel vermageringsprogramma (‘Weight Watchers’) meer effect heeft dan een beperkt programma via zelfhulp. Het programma van de ‘Weight Watchers’ volgt de deelnemers regelmatig op en bevat de drie pijlers waarop de aanpak van obesitas steunt, namelijk het volgen van een uitgebalanceerd dieet, gedragsaanpassing en meer lichaamsbeweging. Gemotiveerde deelnemers aan zo’n specifiek programma bereikten gemiddeld een gewichtsreductie van 5% en konden dit ook behouden na twee jaar. Er gebeurde evenwel geen vergelijking van dit vermageringsprogramma met een actieve behandeling en follow-up in de huisartspraktijk.