Duiding
COPD en mucolytica (vervolg)
27 09 2010
Zorgberoepen
De eerste meta-analyse van Poole et al. over het nut van mucolytica bij COPD en chronische bronchitis, is reeds besproken in Minerva (1,2). Rekening houdende met de methodologische beperkingen van deze meta-analyse, was er onvoldoende bewijs om te stellen dat mucolytica een plaats hebben bij de behandeling en de preventie van exacerbaties van chronische bronchitis of van COPD.
Bij de bespreking van een RCT over het effect van N-acetylcysteïne (600 mg per dag) bij COPD besloot Minerva dat deze behandeling niet effectief is voor COPD-patiënten als chronische behandeling. N-acetylcysteïne kon de achteruitgang van de longfunctie niet afremmen, noch het aantal exacerbaties reduceren (3,4).
Een RCT over het nut van carbocisteïne bij Chinese COPD-patiënten verscheen in 2008 (5). De behandeling duurde één jaar (1,5 gram per dag). In vergelijking met placebo daalde het aantal COPD-exacerbaties op een bescheiden manier, zonder een significante verbetering van de levenskwaliteit en van de longfunctie (6). De resultaten van deze laatste studie zijn niet extrapoleerbaar naar de Belgische populatie en we beschikken nog steeds niet over voldoende bewijs om systematisch mucolytica aan te bevelen bij COPD.
De Cochrane Collaboration publiceerde in 2010 een update van de meta-analyse van Poole et al. (7). Brengt deze nieuwe publicatie solidere argumenten aan voor het effect van mucolytica bij COPD? In de update konden de auteurs vijf nieuwe studies, waaronder de twee bovenvermelde includeren in hun meta-analyse (4,5). Ze besluiten dat het aantal exacerbaties licht daalt (ongeveer -0,5 per jaar), evenals het aantal dagen inactiviteit omwille van de aandoening. Ze wijzen er op dat de winst zich beperkt tot de subgroep van patiënten in de BRONCUS-studie die geen inhalatiecorticosteroïden kreeg (4), een element dat in de PEACE-studie niet werd gecontroleerd (5). De talrijke methodologische beperkingen van dit systematisch literatuuroverzicht doen het belang ervan volledig teniet:
- de studies waren voor de grote meerderheid niet recent en hadden elk hun eigen methodologische beperkingen
- er werden elf verschillende mucolytica geëvalueerd
- de studieduur varieerde van twee tot 36 maanden
- de auteurs includeerden in hun meta-analyses studies met een Jadad-score <3
- de studie-uitval was soms groot (tot 37%)
- waarschijnlijk was er sprake van publicatiebias
- het mengen van ‘chronische bronchitis’ en ‘COPD’ aan de hand van criteria gebaseerd op consensus, was een belangrijke beperking. De auteurs vermelden dat ze in de toekomst voor beide aandoeningen afzonderlijke meta-analyses zullen uitvoeren. Hopelijk kunnen we dus bij de volgende update wel besluiten formuleren.
Besluit
Deze nieuwe meta-analyse met talrijke methodologische beperkingen brengt geen nieuwe elementen aan in vergelijking met de resultaten van recente RCT’s bij COPD: het mogelijke nut van (sommige) mucolytica is nog steeds niet aangetoond.
Referenties
- Sturtewagen JP. Orale mucolytica in de behandeling van COPD. Minerva 2002;31(3):144-8.
- Poole P, Black P. Oral mucolytic drugs for exacerbations of chronic obstructive pulmonary disease: systematic review. BMJ 2001;322:1271-6.
- Sturtewagen JP. N-acetylcysteïne bij COPD. Minerva 2006;5(2):19-21.
- Decramer M, Rutten-van Mölken M, Dekhuijzen PN, et al. Effects of N-acetylcysteine on outcomes in chronic obstructive pulmonary disease (Bronchitis Randomized on NAC Cost-Utility Study, BRONCUS): a randomised placebo-controlled trial. Lancet 2005;365:1552-60.
- Zheng JP, Kang J, Huang SG, et al. Effect of carbocisteine on acute exacerbation of chronic obstructive pulmonary disease (PEACE Study): a randomised placebo-controlled study. Lancet 2008;371:2013-8.
- Buffels J. Heeft carbocisteïne invloed op het aantal exacerbaties van COPD? Minerva 2010;9(1):8-9.
- Poole P, Black PN. Mucolytic agents for chronic bronchitis or chronic obstructive pulmonary disease. Cochrane Database Syst Rev 2010, Issue 2.
Commentaar
Commentaar