Duiding
Corticosteroïden als preventie van gehoorverlies door otitis media met effusie bij kinderen?
28 02 2012
Zorgberoepen
In 2004 besloot Minerva dat een adenoïdectomie niet nuttig is voor de preventie van recidiverende otitis media acuta (OMA) of van otitis media met effusie (OME of seromuceuze otitis, zonder acute ontsteking) bij kinderen (1). Ook al geneest een OME meestal spontaan, ze kan toch gehoorverlies en zelfs taal- of spraakachterstand veroorzaken (2).
Corticosteroïden in orale of topische vorm worden vaak voorgeschreven bij OME voor de preventie van gehoorverlies. Wat is de werkzaamheid van deze behandelingen?
De Cochrane Collaboration publiceerde hierover in 2011 een systematische review met meta-analyse (3). De auteurs includeerden op een methodologisch correcte manier twaalf studies van matige tot goede kwaliteit (= 945 kinderen met gehoorverlies door OME). De behandeling bestond uit systemische of topische intranasale corticosteroïden in monotherapie of in associatie met andere geneesmiddelen, bijvoorbeeld orale antibiotica. De auteurs excludeerden studies waarvan alleen de abstract beschikbaar was en niet-gecontroleerde of retrospectieve studies. Ze onderzochten het risico van bias en de heterogeniteit tussen de studies en pasten indien nodig het random effects model toe. Ondanks het feit dat het gaat om een chronische aandoening, was de opvolgingsduur van de meeste studies beperkt. Slechts één studie duurde zes maanden. Orale corticosteroïden hadden op korte termijn (<1 maand) een meerwaarde boven placebo (risk ratio 4,48; 95% BI van 1,52 tot 13,23, I²=27%). Ook na toediening van orale corticosteroïden + een antibioticum genas een OME op korte termijn sneller dan met placebo + een antibioticum (risk ratio 1,99; 95% BI van 1,14 tot 3,49). De heterogeniteit tussen de studies was groot (I²=69%). Na één maand behandelen kon men op geen enkel tijdstip enige winst aantonen op het vlak van genezing van OME, noch met orale corticosteroïden (in monotherapie of in combinatie met antibiotica), noch met intranasale corticosteroïden (in monotherapie of in combinatie met antibiotica). Beide interventies verlichten de symptomen zoals gehoorverlies niet.
Voor OME is deze behandeling dus niet effectief. Ongewenste effecten met corticosteroïden kon men in de studie daarentegen wel vaststellen: braken, diarree, maagpijn, gastro-enteritis, dermatitis, verhoogde eetlust, hyperactiviteit, epistaxis, droge keel en hoest.
De NICE-richtlijn raadt aan om geen corticosteroïden te gebruiken voor de behandeling van OME (4).
Besluit
Deze meta-analyse toont aan dat orale of topische corticosteroïden (in monotherapie of in associatie met een antibioticum) na één maand geen effect hebben op gehoorverlies en andere symptomen van OME.
Referenties
- Chevalier P. Rol voor adenoïdectomie in recidiverende OMA bij jonge kinderen? Minerva 2004;3(7):116-86.
- Rosenfeld RM, Culpepper L, Doyle KJ, et al. Clinical practice guideline: otitis media with effusion. Otolaryngol Head Neck Surg. 2004;130(5 Suppl):S95-118.
- Simpson SA, Lewis R, van der Voort J, Butler CC. Oral or topical nasal steroids for hearing loss associated with otitis media with effusion in children. Cochrane Database Syst Rev 2011, Issue 5.
- National Institute for Health and Clinical Excellence. Surgical management of otitis media with effusion in children. NICE Guideline 60. London February 2008.
Commentaar
Commentaar