Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine
Influenzavaccinatie bij astmapatiënten
Minerva 1998 Volume 27 Nummer 2 Pagina 279 - 280
Zorgberoepen
Samenvatting |
Achtergrond |
Astmapatiënten zijn soms bang dat een griepvaccinatie een opstoot van astma kan uitlokken. Sommigen worden hierdoor ontmoedigd om zich te laten vaccineren. Het is bekend dat verkoudheden astma-opstoten kunnen uitlokken. Deze opstoten kunnen ten onrechte als nevenwerking van het influenzavaccin worden beschouwd. Of het influenzavaccin met betrekking tot het optreden van astma-opstoten veilig is, wordt hier besproken. |
Bestudeerde populatie |
In de studie werden 262 mannelijke en vrouwelijke patiënten tussen 18 en 75 jaar opgenomen met een stabiele astma bronchiale. De diagnose was door een specialist gesteld. Exclusiecriteria waren: overgevoeligheid voor ei, kip of influenza-eiwitten, zwangerschap, koorts en inname van een experimenteel geneesmiddel dertig dagen voor de start van het onderzoek. |
|
Onderzoeksopzet |
Gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, multicenter, effect te meten, klein is. Een kritiek op dit studiedesign is dat het effect van de eerste behandeling mogelijk nog niet is uitgewerkt wanneer de tweede behandeling al wordt gestart. Om deze reden wordt na behandeling met het eerste product meestal een ‘washout periode’ ingelast.">crossover studie |
De groep werd in tweeën gesplitst. Patiënten kregen ofwel eerst een injectie met het vaccin, na veertien dagen gevolgd door een injectie met placebo, ofwel het omgekeerde scenario. De patiënten werden opgevolgd van twee weken voor de eerste injectie tot twee weken na de tweede injectie met de volgende parameters: dagelijkse piekstroommetingen, respiratoire symptomen, inname van medicatie, medische consultaties en ziekenhuisopnames. |
|
Uitkomstmeting |
Belangrijkste uitkomstmaat was een astma-opstoot binnen 72 uur na een injectie. Een opstoot werd gedefinieerd als een verlaging van de ochtendpiekstroom met 20%, vergeleken met de laagste waarde van de drie beste piekstroomwaarden gedurende de drie dagen voor de injectie. Secundaire uitkomstmaten waren: verandering van de gemiddelde piekstroomwaarde na placebo of vaccin, verkoudheden tijdens opstoten, inhalatie van bèta-2-mimetica 72 uur voor en na de prik, het gebruik van antibiotica en orale steroïden zeven dagen na de prik en medische consultaties of ziekenhuisopnames binnen zeven dagen na de prik. |
|
Resultaten |
Van de 255 patiënten van wie men voldoende gegevens had, werd bij elf van hen na vaccinatie een daling van de piekstroom met 20% vastgesteld in vergelijking met drie na placebo (p = 0,06). Een daling van 30% werd gezien bij acht patiënten, uitsluitend in de gevaccineerde groep (p = 0,008). Wanneer men echter de patiënten met een verkoudheid uitsloot, verdween de statistische significantie in de groep met een piekstroomdaling van 20%. Bij 30%-piekstroomdaling werd de statistische significantie net niet behouden (p = 0,06). Deze sterke daling zag men uitsluitend bij mensen die voor het eerst werden gevaccineerd. De kans voor een opstoot was 1 op 16 bij eerst gevaccineerden in vergelijking met 1 op 83 bij herhaald gevaccineerden. |
Bespreking |
Griepvaccinatie wordt aanbevolen aan alle patiënten ouder dan 65 jaar samen met een aantal risicogroepen: hartpatiënten, astmapatiënten en patiënten met een door ziekte of behandeling gecompromitteerd immuunsysteem. Momenteel is er voldoende bewijs uit gepoolde cohort en case controlstudies dat het influenzavaccin bij personen ouder dan 65 jaar of bij jongeren met een gecompromitteerde immuniteit, een morbiditeitsreductie geeft van ongeveer 50% voor luchtwegaandoeningen, pneumonieën en hospitalisaties. Er is een reductie van de mortaliteit ten gevolge van pneumonie of influenza van meer dan 50% en een reductie van de totale mortaliteit van 27-30% 1. |
Er is één placebogecontroleerde, dubbelblinde studie die aangeeft dat vaccinatie een 50% reductie tot gevolg heeft van alle griepachtige aandoeningen bij 60 plussers 2. Dit is de reden waarom patiënten soms opmerken dat zij ondanks vaccinatie toch ziek worden. |
De studie van Nicholson is belangrijk omdat ze de eerste hypothese te testen. In een placebogecontroleerde RCT krijgt de controlegroep een placebo toegediend.">randomised controlled trial (RCT) is die het verband tussen een intramusculaire influenzavaccinatie en een opstoot van astma poogt te objectiveren. Een zoektocht in de Cochrane databank en in Medline leverde over deze problematiek niets op. Er zijn wel studies gedaan over het effect van intranasale vaccins op astma, maar deze worden momenteel in België niet gebruikt. |
Aanbeveling voor de praktijk |
Een daling van de piekstroom kan zich voordoen kort na een griepvaccinatie. Deze daling treedt vooral op bij patiënten die voor het eerst gevaccineerd worden. Het is belangrijk patiënten daarover in te lichten en een beleid af te spreken. De netto-gezondheidswinst door vaccinatie bij deze risicogroep is belangrijk genoeg om te blijven vaccineren. Het verdient aanbeveling om, zoals verschillende nationale en internationale richtlijnen aangeven, de vaccinatiedekking van deze risicogroep uit te breiden. De redactie |
Literatuur
|
Auteurs
Lemiengre M.
Huisartsenpraktijk De Wijngaard Roeselare; Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent
COI :
Codering
Commentaar
Commentaar