Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine
Mortaliteit 7 tot 10 jaar na bariatrische chirurgie
Vervolg op...
In deze Minervarubriek brengt de redactie in het kort nieuwe studies over onderwerpen die reeds eerder in Minerva verschenen. De redactie meent dat deze nieuwe studies geen volledige analyse vragen, maar toch de moeite zijn om onder uw aandacht te brengen. We kaderen de nieuwe gegevens in de eerder gepubliceerde Minervabesprekingen. |
Bariatrische chirurgie voor de behandeling van obesitas blijkt een positief effect te hebben op gewichtsreductie en co-morbiditeit (vooral diabetes) vergeleken met een conventionele behandeling. We bespraken dit reeds uitvoerig in Minerva (1) aan de hand van de gegevens uit de SOS-studie (2), een prospectieve, niet-gerandomiseerde gematchte interventiestudie. Tegelijk wezen we erop dat nog weinig bekend was over mortaliteit en ongewenste effecten. Sjöström et al. publiceerden in 2007 een follow-up van deze SOS-studie (3). Zij stellen na gemiddeld 10,9 jaar een adjusted HR voor sterfte vast van 0,71 (p=0,01) (5 versus 6,3%) in het voordeel van bariatrische chirurgie, vooral met myocardinfarct en kanker als doodsoorzaak. Dit effect was het grootst bij ouderen en in geval van hogere BMI. Opvallend waren de hoge cijfers voor her- of conversie-operaties: 31% bij maagbandingrepen, 21% bij verticale gastroplastiek en 17% bij maagbypassoperaties.
In 2007 deden Adams et al. een retrospectieve cohortstudie (4) waarbij ze in de VS 9 949 obese volwassenen die een maagbypassoperatie hadden ondergaan en 9 628 gematchte niet-geopereerde obese patiënten (BMI > 35), opvolgden gedurende gemiddeld 7,1 jaar. In de geopereerde groep was er 40% sterftereductie (37,6 vs 57,1 overlijdens per 10 000 persoonjaren, p<0,001). De daling was vooral het grootst voor coronaire ziekte (56%), diabetes (92%) en kanker (60%) als doodsoorzaak. In de geopereerde groep was de sterfte als gevolg van zelfmoord, vergiftiging en andere accidenten wel 58% hoger (11,1 vs 6,4 overlijdens per 10 000 persoonjaren, p=0,04). Niet-fatale ongewenste effecten werden niet besproken in deze studie.
Noch de studie van Sjöström et al., noch de studie van Adams et al. waren methodologisch opgezet om het verband te onderzoeken tussen sterfte en bereikte gewichtsvermindering of om subgroepen te definiëren die wel of geen voordeel kunnen hebben bij een operatie.
Bij ernstige obesitas (BMI > 40 of > 35 met co-morbiditeit) blijkt bariatrische chirurgie de mortaliteit gunstig te beïnvloeden. Het is dus een valabele therapie bij falen van een conventionele aanpak. Als preventie van het verhoogde suïciderisico is een psychologische screening bij de indicatiestelling en een psychologische begeleiding na de ingreep aangewezen.
Referenties
- Michiels B. Bariatrische heelkunde: 10 jaar opvolging. Minerva 2005;4(9):140-2.
- Sjöström L, Lindroos AK, Peltonen M, et al; Swedish Obese Subjects Study Scientific Group. Lifestyle, diabetes and cardiovascular risk factors 10 years after bariatric surgery. N Engl J Med 2004;351:2683-93.
- Sjöström L, Narbro K, Sjöström CD, et al; Swedish Obese Subjects Study. Effects of bariatric surgery on mortality in Swedish obese subjects. N Engl J Med 2007;357:741-52.
- Adams TD, Gress RE, Smith SC, et al. Long-term mortality after gastric bypass surgery. N Engl J Med 2007;357:753-61.
Auteurs
Michiels B.
Vakgroep Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg, Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen
COI :
Trefwoorden
bariatrische heelkunde, cardiovasculair risico, gastroplastiek, maagband, mortaliteit, obesitasWoordenlijst
Codering
Commentaar
Commentaar