Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine
Beschermt koffie tegen diabetes?
Minerva 2005 Volume 4 Nummer 6 Pagina 89 - 91
Zorgberoepen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenvatting |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Achtergrond |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verschillende epidemiologische studies onderzochten positieve of negatieve gevolgen van koffie en cafeïne op cardiovasculaire ziekte, neurologische aandoeningen, vormen van kanker, blaas- en nierstenen en diabetes. In een recent cohortonderzoek vond men dat zware koffiedrinkers (meer dan zeven koppen per dag) minder kans hadden om diabetes te ontwikkelen (1). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestudeerde populatie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze studie combineert de resultaten van drie cohorten in drie verschillende Finse regio’s. Men includeerde personen tussen 35 en 64 jaar die bij aanvang geen diabetes hadden en van wie alle follow-up gegevens beschikbaar waren. Personen die tijdens de follow-up een coronaire hartziekte of CVA hadden doorgemaakt, werden geëxcludeerd. Uiteindelijk werden de gegevens bestudeerd van 6 974 mannen en 7 655 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 47 jaar en een BMI van ongeveer 27. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onderzoeksopzet |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij de aanvang van elke cohort (in 1982, 1987 en 1992) werd aan de deelnemers gevraagd om thuis een vragenlijst in te vullen over medische voorgeschiedenis, sociaal-economische factoren, lichaamsbeweging (weinig, gematigd of sterk), rookgewoonten, gebruik van alcohol, koffie en thee en scholingsgraad. Koffiegebruik werd ingedeeld in vijf categorieën: 0-2, 3-4, 5- 6, 7-9 en 10 of meer koppen. De diagnose van diabetes mellitus type 2 was gebaseerd op de WGO-criteria van 1980. De follow-up liep tot december 1998. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitkomstmeting |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men gebruikte het risico van overlijden in de verschillende onderzochte groepen constant is in de tijd en dat deze verhouding gelijk is voor alle subgroepen (bijvoorbeeld onderverdeeld naar leeftijd of geslacht). Dat wil zeggen dat de invloed van een co-variabele op elk tijdstip hetzelfde is. De kans op een uitkomst noemt men een ‘hazard’ en de ‘hazard ratio’ is de verhouding van hazard in de groep met co-variabelen en de groep zonder co-variabelen. Dit is gelijk aan het relatieve risico van een uitkomst op elk tijdstip.">Cox proportional hazards model om het verband te analyseren tussen de consumptie van koffie en het risico van diabetes mellitus type 2. Men corrigeerde voor leeftijd, studiejaar, BMI, systolische bloeddruk, scholingsgraad, lichaamsbeweging, alcoholgebruik, theeconsumptie en roken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Resultaten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In totaal werden gedurende een gemiddelde follow-up van twaalf jaar 381 gevallen van diabetes type 2 vastgesteld. Men zag een significante daling van het risico van diabetes vanaf het drinken van vijf koppen koffie per dag. Bij mannen was deze daling slechts significant vanaf het drinken van minstens tien koppen per dag (zie tabel). Bij subgroepanalyse zag men geen significant omgekeerd verband tussen koffie en diabetes bij personen tussen 35 en 49 jaar, bij rokers, bij gebruikers van alcohol en bij personen met een BMI <25 en >30. De kans op diabetes type 2 was tweemaal groter met in een percolator gebrouwen koffie dan met gefilterde koffie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel: Hazard ratio (95% BI) voor het ontwikkelen van diabetes in functie van het aantal gedronken koppen koffie per dag, gecorrigeerd voor leeftijd, studiejaar, BMI, systolische bloeddruk, scholingsgraad, lichaams-beweging, alcoholgebruik, theeconsumptie en roken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Conclusie van de auteurs |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De auteurs concluderen dat er een omgekeerd verband bestaat tussen het drinken van koffie en het risico van diabetes mellitus type 2. De redenen voor deze associatie blijven onduidelijk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Financiering |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Finse Academie en het Nationaal Instituut voor Volksgezondheid van Finland |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Belangenvermenging |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De sponsors participeerden niet aan de studie. Belangenvermenging van de auteurs is niet vermeld. |
Bespreking |
Methodologische zwaktes |
Het onderzoek vertoont enkele zwakke kanten. De auteurs citeren er zelf enkele. Er werd geen glucosetolerantietest uitgevoerd bij aanvang van de studie. Daardoor missen we informatie over asymptomatische diabetesgevallen. De deelnemers moesten zelf rapporteren over hun koffiegebruik. We weten ook heel weinig over hun dieetgewoonten en de sterkte van de koffie. We dienen rekening te houden met een ‘recall bias’ (wie kan tot op een kop nauwkeurig zijn koffiegebruik inschatten?). De auteurs corrigeren onder andere voor BMI, systolische bloeddruk en lichaamsbeweging, maar niet alle potentiële confounders zijn kwantitatief te corrigeren (bijvoorbeeld dieetfactoren). |
|
Effect van koffie |
Koffie verbetert ‘taakswitch’ processen, verhoogt de reactiesnelheid en stimuleert het kortetermijngeheugen (althans bij een ‘midden’ leeftijdsgroep) (2). Een gemiddelde Belgische kop koffie bevat 67 mg cafeïne en de Belg drinkt gemiddeld 4,3 koppen per dag. Die gewoonte levert een dagelijkse dosis van 290 mg cafeïne (3). De vraag naar effecten van koffiedrinken op lange termijn is dus relevant. |
Volgens deze Finse studie beschermt koffie tegen het optreden van ouderdomsdiabetes. De auteurs bevestigen hiermee de bevindingen van een analoge Nederlandse studie (1). Ook ander feitenmateriaal ondersteunt de mogelijk gunstige invloed van koffie. Bij gezonde vrijwilligers verhoogt 200 mg cafeïne in koffie de glucosetolerantie zonder de productie van insuline te beïnvloeden (4). Een Japanse groep vond een inverse relatie tussen de prevalentie van nuchtere hyperglykemie (≥110 mg/dl) en koffiegebruik (5). |
De Finse auteurs kunnen alleen hypothesen naar voor schuiven om hun resultaten te verklaren. Mogelijk speelt een inhibitie van glucose-6-fosfatase door het in (normale) koffie aanwezige chlorogeenzuur een rol. Koffie bevat kleine hoeveelheden magnesium (11 mg per 100 gram koffie), hetgeen kan bijdragen tot een verhoogde glucosetolerantie. De aanwezigheid van fytoestrogenen in koffie is eventueel een voordeel voor de vrouwelijke populatie. |
|
Andere effecten van koffie |
De associatie tussen koffiedrinken en reflux oesofagitis is lang niet zeker, alhoewel we meestal aanraden met koffie te stoppen in geval van reflux (6). Het drinken van vier of meer koppen koffie per dag leidt niet tot reumatoïde artritis (7). Er bestaat geen oorzakelijk verband tussen koffie en het optreden van ovariumcarcinoom, terwijl koffie de kans op levercarcinoom vermindert (8,9). De leverenzymen lijken eerder in omgekeerde richting te worden beïnvloed, dus zeker geen verhoging van transaminasen (10). Plotse hartdood bij risicopatiënten staat daarentegen wel in verband met koffieconsumptie. Het relatieve risico (RR) om binnen het uur na consumptie van koffie aan een hartinfarct te sterven bedraagt 1,73 (BI 95% 1,13 tot 2,65) bij patiënten met gemiddeld 2,8 risicofactoren voor ischemische hartziekte (11). En intens koffiegebruik (meer dan 800 ml per dag) verhoogt bij mannen de kans op een hartinfarct (fataal en niet-fataal in een retrospectieve observatie over veertien jaar; RR 1,06 tot 1,94) (12). |
Besluit |
Deze observationele studie besluit dat er een dosisafhankelijke relatie bestaat tussen koffiedrinken en het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2. Minstens vijf koppen (vrouwen) of minstens tien koppen (mannen) koffie per dag verlagen de kans op diabetes type 2. Koffiedrinken kan anderzijds het cardiovasculaire risico verhogen.
|
Literatuur
|
Auteurs
Laekeman G.
em. Klinische Farmacologie en Farmacotherapie, KU Leuven
COI :
Woordenlijst
Cox proportional hazards modelCodering
Commentaar
Commentaar