Tijdschrift Minerva volume 4 nummer 10 december 2005





Klinische diagnostiek van bacteriële conjunctivitis

Pagina 155 - 156 

De Sutter A.  

Deze studie toont aan dat door het stellen van drie vragen over het aantal verkleefde ogen, aanwezigheid van jeuk en een voorgeschiedenis van infectieuze conjunctivitis, de waarschijnlijkheid van een bacteriële conjunctivitis kan worden ingeschat. Hiermee kunnen antibiotica gerichter worden voorgeschreven.


Amiodaron of implanteerbare cardioverter-defibrillator bij chronisch hartfalen?

Pagina 157 - 159 

Van Cleemput J.  

Deze studie toont aan dat bij patiënten met hartfalen NYHA-klasse II of III en een linkerventrikel-ejectiefractie ≤35% amiodaron de overleving niet verbetert. Voor amiodaron is daarom geen plaats meer in de behandeling van mild tot matig chronisch hartfalen. Implanteerbare cardioverter-defribrillators (ICD’s) kunnen de mortaliteit reduceren. Voor welk type patiënten deze behandeling het meeste baat tegen de minste kost geeft, moet verder worden onderzocht.


Valsartan versus amlodipine bij hypertensie

Pagina 159 - 162 

De Cort P.  

De VALUE-studie toont geen verschil in cardiale morbiditeit en mortaliteit tussen valsartan en amlodipine. Amlodipine had een significant beter bloeddrukverlagend effect en beide producten hadden evenveel nevenwerkingen. Deze resultaten bevestigen de WVVH-aanbeveling voor de behandeling van hypertensie: lage dosissen thiazidediuretica (en bêta-blokkers) blijven de eerste keuze in de behandeling van ongecompliceerde (en gecompliceerde) hypertensie. ACE-inhibitoren en calciumantagonisten zijn tweede keus. Sartanen zijn pas nodig als niets anders kan of mag worden toegediend.


Aspirine in cardiovasculaire preventie bij vrouwen

Pagina 162 - 164 

Sturtewagen J.P.  

Deze belangrijke studie leert ons dat er in de primaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen bij vrouwen ouder dan 45 jaar geen plaats is voor een behandeling met lage dosis acetylsalicylzuur (100 mg om de andere dag) en dat ook met deze lage dosis ernstige ongewenste effecten kunnen optreden.


Aspirine met esomeprazol of clopidogrel na maagbloeding?

Pagina 164 - 166 

Bartholomeeusen S.  

Deze studie toont aan dat bij patiënten met een voorgeschiedenis van een gastro-intestinale bloeding op basis van aspirinegebruik, de combinatie van acetylsalicylzuur 80 mg/dag met esomeprazol tweemaal 20 mg/dag minder recidief bloedingen tot gevolg heeft dan behandeling met clopidogrel 75 mg/dag. Deze bevindingen stellen de huidige aanbeveling in vraag dat clopidogrel gebruikt dient te worden bij patiënten met gastro-intestinale intolerantie voor acetylsalicylzuur.


Probiotica ter preventie van infecties bij kinderen

Pagina 166 - 167 

Van Winckel M.  

Deze studie toont aan dat het toevoegen van probiotica aan de flesvoeding van kinderen in kinderdagverblijven resulteert in minder en korter durende infecties. Het effect is echter gering en de studie is klein met een korte follow-up. Momenteel zijn er onvoldoende argumenten om een zuigelingenvoeding verrijkt met probiotica te verkiezen boven een aangepaste zuigelingenvoeding zonder deze toevoeging.


Carpaletunnelsyndroom: corticoïdinfiltraties of chirurgie?

Pagina 168 - 169 

Barbier O., Chevalier P.  

Deze studie toont aan dat bij patiënten met een carpaletunnelsyndroom chirurgische decompressie op lange termijn (na 1 jaar) geen meerwaarde heeft boven twee opeenvolgende lokale infiltraties met een corticosteroïd.