Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine
Hebben informatie- en communicatietechnologieën een doeltreffend effect op de psychologische en gedragssymptomen bij dementerende personen?
Minerva 2023 Volume 22 Nummer 7 Pagina 165 - 167
Zorgberoepen
Ergotherapeut, Huisarts, Logopedist, Psycholoog, VerpleegkundigeAchtergrond
Dementie, gekenmerkt door een geleidelijke achteruitgang van de cognitieve vermogens, trof in 2020 wereldwijd zo'n 50 miljoen mensen en de prevalentie zou tegen 2050 nog verdriedubbelen (1). De meeste dementerenden ontwikkelen psychische en gedragsstoornissen, die de functionele achteruitgang kunnen versnellen (2,3). Meestal wordt medicatie toegediend om de symptomen te verminderen. Met niet-farmacologische interventies (sensorieel, psychosociaal, zorgprotocollen) werd onlangs ook een zekere werkzaamheid aangetoond (4-7). Hierbij kan het welzijn en de levenskwaliteit van de ouderen behouden blijven (8). Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (9) zou het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) een troef kunnen worden in de niet-farmacologische aanpak van patiënten die bijzonder gemotiveerd zijn voor dit soort van interventie (10,11). Deze systematische review moet nauwkeuriger bepalen hoe werkzaam deze interventies zijn in de behandeling van psychische en gedragssymptomen van dementerende personen en nagaan welke factoren dit effect eventueel kunnen beïnvloeden (12).
Samenvatting
Methodologie
Systematische review en meta-analyses van gerandomiseerde gecontroleerde studies.
Geraadpleegde bronnen
- PubMed, CINAHL, PsycINFO, Embase en de Cochrane Library.
Geselecteerde studies
- inclusiecriteria: ouderen met een diagnose van dementie, niet-farmacologische interventies met ICT voor de behandeling van symptomen van dementie (tablet, video, robot, mobiele telefoon); gerandomiseerde gecontroleerde studies met een interventiegroep en een controlegroep die de effecten meten van de interventie op vlak van een of meerdere symptomen
- exclusiecriteria: niet-Engelstalige literatuur, onafgewerkte studies, deelnemers met slechts matige cognitieve stoornissen of geen dementie, studies die onvoldoende informatie verstrekken over de metingen of studies zonder statistische of kwantitatieve gegevens.
- in totaal voldeden 15 artikels aan de inclusiecriteria
- de verschillende geïncludeerde interventies konden als volgt ingedeeld worden: gebruikmakend van muziek, reminiscentietherapie, lichaamsoefeningen, sociale interacties met robots, telezorg met verstrekking van coaching of adviezen.
Bestudeerde populatie
- bejaarden met dementie met psychologische en gedragssymptomen.
Uitkomstmeting
- berekening van de gemiddelde standaardafwijkingen voor elk van de symptomen afzonderlijk en tezamen.
Resultaten
- de resultaten tonen aan dat de verschillende interventies een statistisch significant matig tot groot effect hebben op alle symptomen samen, op depressie en op agitatie; er werd echter geen effect waargenomen op de neuropsychiatrische symptomen, angst of apathie
Symptomen |
Gestandaardiseerd gemiddeld verschil |
95% BI |
Aantal deelnemers, interventie/controle |
Alle symptomen bij elkaar
|
-0,664 |
-0,990 tot -0,338 |
753/781 |
Depressie |
-1,088 |
-1,983 tot |
242/254 |
Neuropsychiatrische symptomen |
-0,251 |
-0,579 tot 0,077 (niet significant) |
237/246 |
Agitatie |
-0,586 |
-1,130 tot |
149/152 |
Angst |
-0,541 |
-1,270 tot 0,188 (niet significant) |
46/37 |
Apathie |
-0,830 |
-1,835 tot 0,176 (niet significant) |
79/92 |
- uit de analyses van subgroepen blijkt dat een jongere leeftijd een temperend effect zou kunnen hebben op het effect.
Besluit van de auteurs
De resultaten van deze systematische review suggereren dat niet-farmacologische interventies met informatie- en communicatietechnologie nuttig zijn om de psychologische en gedragssymptomen van ouderen met dementie aan te pakken en dit met een matig tot groot effect. Voor angst en apathie zijn de bewijzen echter niet overtuigend vanwege het beperkte aantal bestaande gecontroleerde gerandomiseerde studies.
Financiering van de studie
Basic Science Research Program through the National Research Foundation of Korea (NRF).
Belangenconflicten van de auteurs
De auteurs verklaren dat ze geen belangenconflict hebben.
Bespreking
Bespreking van de methodologie
De auteurs van deze systematische review hebben een strikte methodologie toegepast. Ze hebben hun protocol op voorhand gepubliceerd in PROSPERO en 5 databases geraadpleegd. Bovendien gebruikten ze de PRISMA-richtlijnen voor de rapportering van hun review. Met het Cochrane-instrument voor de evaluatie van de risico’s van bias kon de kwaliteit van de gerandomiseerde gecontroleerde studies getoetst worden. Van de 16 gerandomiseerde studies vertonen er 6 een hoog risico van bias. De Eggers-test gebruikte men om het risico van publicatiebias uit te sluiten. Het inclusiecriterium ‘ouder’ lijkt evenwel zeer vaag omschreven. Er wordt niet gepreciseerd wie beschouwd wordt als een ‘oudere’, en de auteurs hebben de leeftijd niet op voorhand vastgelegd. We weten alleen maar dat de geselecteerde studies gaan over ouderen van 74,1 tot 90 jaar. De klinische heterogeniteit van de studies is groot, bijvoorbeeld als het gaat om de intensiteit van de behandeling (van 15 minuten tot 1 uur, wekelijks of dagelijks) of de voorgestelde interventie. Er is ook een grote statistische heterogeniteit. Deze bereikt bijvoorbeeld 89% voor de I2-test voor het effect op de symptomen in het algemeen, wat zorgwekkend is en vragen oproept bij de relevantie om de resultaten te poolen.
Bespreking van de resultaten
Hoewel de geselecteerde studies uitsluitend in het Engels zijn geschreven, zijn ze afkomstig van verschillende continenten, behalve Afrika. De steekproef lijkt dus relatief representatief te zijn. De resultaten missen nauwkeurigheid wegens een laag aantal patiënten per gerandomiseerde studie en de brede betrouwbaarheidsintervallen voor de gepoolde resultaten. Slechts twee studies betroffen thuiszorg, de grote meerderheid vond plaats in rusthuizen. Aangezien de levensverwachting toeneemt, had het interessant kunnen zijn om te beschikken over studies met mensen ouder dan 90 jaar. Op het vlak van extrapoleerbaarheid werd het niveau van digitale geletterdheid van de deelnemers niet besproken en evenmin het daaruit voortvloeiende risico van digitale uitsluiting wat betreft het gebruik van ICT (13).
Wat zeggen de richtlijnen voor de klinische praktijk?
De gids voor de klinische praktijk van WOREL (2017) beveelt aan (op basis van een laag tot matig bewijsniveau) om oefenprogramma's aan te bieden aan dementerende personen, samen met cognitieve stimulatie, oefeningen in de ADL (activiteiten van het dagelijkse leven) en psychologische en gedragsondersteuning (14). In 2011 stelde het KCE ook de vraag naar mogelijke alternatieven voor de farmaceutische behandelingen die effectiviteit missen. Het noemde vier soorten doeltreffende behandelingen: psychologische en sociale ondersteuning, opleiding van de (thuis)omgeving, opleiding van personeel (van instellingen), lichaamsbeweging en stimulatie van de cognitieve functies (15). We wijzen er wel op dat deze aanbevelingen voor de praktijk ‘algemene’ adviezen verstrekken en niet uitsluitend gebaseerd zijn op de psychologische en gedragssymptomen van dementie. Deze review bezorgt ons dus een specifieke blik op het nut van niet-farmacologische behandelingen voor welbepaalde symptomen.
Besluit van Minerva
Deze systematische review en meta-analyse met sterk heterogene resultaten wijst erop dat niet-farmacologische interventies met gebruik van informatie- en communicatietechnologie een gunstig effect zouden kunnen hebben op sommige symptomen van dementie (depressie, agitatie, algemene symptomen), en dit vooral bij jongere personen met dementie. In dit onderzoeksdomein met weinig gestandaardiseerde interventies die sterk afhangen van de context, zijn degelijke en voldoende grootschalige klinische studies meer dan ooit broodnodig.
- World Health Organization 2021. Global status report on the public health response to dementia. Available at: https://www.who.int/publications/i/item/9789240033245
- Lyketsos CG, Carrillo MC, Ryan J. Neuropsychiatric symptoms in Alzheimer's disease. Alzheimers Dement 2011;7:532-9. DOI: 10.1016/j.jalz.2011.05.2410
- Wancata J, Windhaber J, Krautgartner M, Alexandrowicz R. The consequences of non-cognitive symptoms of dementia in medical hospital departments. Int J Psychiatry Med 2003;33:57-71. DOI: 10.2190/abxk-fmwg-98yp-d1cu
- Scales K, Zimmerman S, Miller SJ. Evidence-based nonpharmacological practices to address behavioral and psychological symptoms of dementia. Gerontologist 2018;58(suppl_1):S88-S102. DOI: 10.1093/geront/gnx167 (blinded for review).
- Dyer SM, Harrison SL, Laver K, et al. An overview of systematic reviews of pharmacological and non-pharmacological interventions for the treatment of behavioral and psychological symptoms of dementia. Int Psychogeriatr 2018:30:295-309. DOI: 10.1017/S1041610217002344
- Declercq T, Poelman T. Welke medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelingen helpen om agressie en agitatie bij demente personen aan te pakken? Minerva Duiding 15/05/2020.
- Watt JA, Goodarzi Z, Veroniki AA, et al. Comparative efficacy of interventions for aggressive and agitated behaviors in dementia: a systematic review and network meta-analysis. Ann Intern Med 2019;171:633-42. DOI: 10.7326/M19-0993
- Sanders D, Scott P. Literature review: technological interventions and their impact on quality of life for people living with dementia. BMJ Health Care Inform 2020;27:e100064.DOI: 10.1136/bmjhci-2019-100064
- Global action plan on the public health response to dementia 2017-2025. World Health Organization 2017. Available from https://www.who.int/multi-media/details/global-status-report-on-the-public-health-response-to-dementia
- Jelcic N, Agostini M, Meneghello F, et al. Feasibility and efficacy of cognitive telerehabilitation in early Alzheimer's disease: a pilot study. Clin Interv Aging 2014;9 :1605-11. DOI: 10.2147/CIA.S68145
- Lee GY, Yip CC, Yu EC, Man DW. Evaluation of a computer-assisted errorless learning-based memory training program for patients with early Alzheimer's disease in Hong Kong: a pilot study. Clin Interv Aging 2013;8:623-33. DOI: 10.2147/cia.s45726
- Cho E, Shin J, Seok JW, et al. The effectiveness of non-pharmacological interventions using information and communication technologies for behavioral and psychological symptoms of dementia: a systematic review and meta-analysis. Int J Nurs Stud 2023;138:104392. DOI: 10.1016/j.ijnurstu.2022.104392
- Delacharlerie A, Raimond H. Baromètre citoyens 2019: Equipements, usages et compétences numériques des citoyens wallons (website geraadpleegd in december 2019. Agence du numérique, 2019. Beschikbaar op: https://www.digitalwallonia.be/fr/publications/citoyens2019-competences
- De Coninck L, De Vliegher K, D’hanis G, Schroyen V. Multidisciplinaire richtlijn m.b.t. de samenwerking in de zorgverlening voor thuiswonende oudere personen met dementie en hun mantelzorgers. WOREL 2017. Beschikbaar op: https://www.worel.be/home?globals=%7B%7D¶meters=%7B%22PublicationType%22%3A%22Guidelines%22%7D
- Kroes M, Garcia-Stewart S, Allen Felicity A, et al. Dementie: welke niet-pharmacologische interventies?. Good Clinical Practice (GCP). Brussel. Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). 2011. KCE Reports 160A. DOI: 10.57598/R160A.
Auteurs
Levaux E.
logopède
COI : Geen belangenconflicten met het onderwerp.
Woordenlijst
Codering
F03
P70
Commentaar
Commentaar