Resultaat op trefwoord : 'pseudokroep'


Aantal resultaten : 2 artikel(s) - 1 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze beide meta-analyses includeren gehospitaliseerde kinderen met kroep. Uit de resultaten blijkt dat verschillende glucocorticoïden (met een variabele dosering en toedieningsvorm) en verneveling met epinefrine de symptomen sneller doen verdwijnen, maar beide publicaties bevatten voor de huisarts geen enkele nuttige en duidelijke praktijkaanwijzing.

Eenmalige dosis dexamethason bij kinderen met milde kroep

De Sutter A.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 9 pagina 142 - 144


Deze studie toont aan dat na eenmalige toediening van dexamethason (0,6 mg/kg) bij kinderen met milde symptomen van pseudokroep, minder kinderen opnieuw medische hulp zoeken. De symptomen zijn sneller verdwenen, maar na drie dagen is 75% van alle kinderen symptoomvrij. Aangezien pseudokroep een zelflimiterende aandoening is en een behandeling met corticosteroïden slechts geringe voordelen heeft, is het niet aangewezen om alle kinderen met milde symptomen van pseudokroep te behandelen. Een beslissing om toch te behandelen met corticosteroïden dient het best te gebeuren in overleg met de ouders.

Behandeling van pseudokroep met corticosteroïden

De Sutter A.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 4 pagina 177 - 180


Indien een huisarts wordt geroepen bij een patiëntje met pseudokroep, dan stelt hij eerst de ernst van de symptomen vast. Zijn deze symptomen voldoende ernstig, dan kan hij peroraal dexamethason toedienen. Dexamethason is op de markt in de vorm van tabletten van 1,5 mg. De dosis ligt tussen 0,15 mg/kg en 0,6 mg/kg: dit betekent 1 tot 4 tabletten voor een kindje van 10 kg. Indien het mogelijk is om het patiëntje te laten slikken, dan kan een inspuiting worden overwogen. Hier bedraagt de dosis 0,6 mg/kg. Voor een patiëntje van 10 kg betekent dit driekwart van een ampul van 2 ml (8 mg/2 ml). Een andere mogelijkheid is om een vernevelingstoestel te (laten) halen en op deze wijze 2 mg budesonide te vernevelen (dit is 4 ml van een oplossing van 0,5 mg/ml). Alhoewel met deze behandeling de evolutie gunstig wordt beïnvloed, blijft het nodig om het patiëntje goed te observeren. De alarmtekens moeten duidelijk met de ouders worden besproken. Eventueel kan de arts na een uur zelf telefonisch informeren naar de toestand van het kind.