Resultaat van de auteur


Vermeire E.
Vakgroep eerstelijns- en interdisciplinaire zorg, Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen
57 artikel(s) - 1 bondige bespreking(en)


Deze meta-analyse van gecontroleerde studies toonde bij vrouwen met verhoogd risico van borstkanker aan dat selectieve oestrogeenreceptor-modulatoren (SERM’s) de incidentie van invasieve oestrogeenreceptorpositieve borstkankers statistisch significant doen dalen. De plaats van SERM’s als preventief middel voor borstkanker blijft echter op basis van deze meta-analyse onduidelijk omwille van het ongekende effect op (borstkanker-specifieke) mortaliteit en de onduidelijke balans tussen baten en ongewenste effecten (trombo-embolie en endometriumcarcinoom).

Kan rivastigmine de ziekte van Alzheimer voorkomen?

Vermeire E.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 2 pagina 26 - 27


Deze studie toont aan dat bij personen met MCI rivastigmine in vergelijking met placebo de evolutie naar dementie niet kan afremmen. Er werden na vier jaar evenmin significante verschillen gezien in cognitief functioneren, gedrag en dagelijks functioneren. De relatie tussen MCI en dementie is bovendien slecht gekend. Momenteel is er voor geen enkele cholinesterase-inhibitor enig effect op de progressie van MCI naar dementie aangetoond.

Meta-analyses: de evaluatie van methodologische kwaliteit

Chevalier P. , van Driel M. , Vermeire E.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 10 pagina 166 - 166

Heterogeniteit in systematische reviews en meta-analyses

Chevalier P. , van Driel M. , Vermeire E.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 9 pagina 150 - 150

Effect van alendronaat op botdensiteit: 10 jaar later

Michiels B. , Vermeire E.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 8 pagina 120 - 121


Deze studie kan niet duidelijk aantonen dat inname van alendronaat langer dan vijf jaar een verdere reductie geeft van het risico van fracturen bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose. Langer dan vijf jaar behandelen geeft geen toename, maar enkel een tragere afname van de botdensiteit. Er is dringend nood aan studies die helpen bepalen welke personen baat hebben bij een continue of discontinue behandeling met alendronaat.

Publicatiebias opsporen en corrigeren

Chevalier P. , van Driel M. , Vermeire E.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 8 pagina 134 - 134

Systematische reviews en meta-analyses: een inleiding

Chevalier P. , van Driel M. , Vermeire E.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 2 pagina 18 - 18


Deze studie toont dat toevoeging van rosiglitazon aan glipizide bij type 2-diabetici ouder dan 60 jaar de metabole controle significant verbetert en de ziekteprogressie vertraagt. Er zijn echter belangrijke methodologische beperkingen en de resultaten kunnen niet veralgemeend worden naar patiënten in de huisartspraktijk. De positie van rosiglitazon in het therapeutische beleid van de huisarts blijft daarom onvoldoende onderbouwd. Er is nog niet onderzocht of er een verschil is in optreden van complicaties en in kosteneffectiviteit tussen rosiglitazon en overschakelen. Alleen bij personen die metformine en sulfonylurea niet verdragen, kan overschakelen op rosiglitazon overwogen worden.

Verlaagt raloxifen bij vrouwen met osteoporose het risico op borstkanker?

Vermeire E.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 4 pagina 59 - 61


De CORE-studie toont aan dat indien postmenopauzale vrouwen met osteoporose gedurende acht jaar behandeld worden met raloxifen (waarvan gedurende de laatste vier jaar met een dosis van 60 mg/dag), naast de incidentie van vertebrale fracturen ook die van invasieve en oestrogeenreceptorgevoelige borstkankers daalt. De bestudeerde vrouwen hadden naast osteoporose een hoog achtergrondrisico voor borstkanker. Vergeleken met placebo is er een toename van het aantal trombo-embolieën. Preventie en behandeling van borstcarcinoom als dusdanig vormen geen indicatie voor raloxifen.

Fysiotherapie bij lagerugpijn

Vermeire E.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 3 pagina 38 - 40


Deze studie bij personen tussen 18 en 65 jaar met niet-radiculaire lagerugpijn zonder onderliggende pathologie, toont aan dat er na twaalf maanden geen klinisch relevant verschil is in verbetering van rugpijnbehandeling met ‘best care’, oefentherapie en manipulatieve therapie.

Editoriaal: Tijd als interventie bij diabetes type 2?

Vermeire E.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 6 pagina 86 - 86

Geeft Evidence-Based Medicine ook een antwoord op complexe vragen?

Vermeire E.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 1 pagina 1 - 1

Memantine toegevoegd aan donepezil bij Alzheimer

Michiels B. , Vermeire E.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 8 pagina 129 - 131


Deze studie, waarbij memantine wordt toegevoegd aan een behandeling met donepezil (5 tot 10 mg/dag) bij matig ernstige tot ernstige zieke Alzheimerpatiënten, toont een afremming van de progressie op korte termijn. De klinische relevantie is echter gering, de follow-up duur is erg kort en de kostprijs van de behandeling aanzienlijk. De kernboodschappen van het themanummer Dementie van Minerva blijven gelden: de medicamenteuze aanpak van de ziekte van Alzheimer heeft een beperkte klinische relevantie, zonder uitzicht op kostenbesparing. Het versterken van de mantelzorg en beperken van het gebruik van psychofarmaca zijn zinvoller.

Heelkunde bij obesitas

Michiels B. , Peeters M. , Vermeire E.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 6 pagina 91 - 94


Deze twee studies tonen aan dat bij gemotiveerde obese patiënten met een BMI >40 of >35 met aan obesitas gebonden comorbiditeit (zoals diabetes, hypertensie of gewrichtsaandoeningen), waarbij de conventionele aanpak niet werkt, het chirurgisch aanbrengen van een 'maagband' het gewicht kan reduceren.Hierdoor verbetert de kwaliteit van leven en daalt de comorbiditeit. Studies met een langere follow-up (>5 jaar) zijn nodig om de duurzaamheid van het effect en de nevenwerkingen van de ingreep op lange termijn te evalueren.

Editoriaal: Basiswetenschappen en EBM: Bedreiging van een nieuw paradigma?

Vermeire E.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 10 pagina 154 - 155

Memantine bij de ziekte van Alzheimer

Vermeire E.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 7 pagina 109 - 111


Uit deze studie blijkt dat memantine de klinische achteruitgang van patiënten met matige tot ernstige ziekte van Alzheimer vermindert. Dit effect is echter klinisch zo gering, dat we ook voor memantine kunnen besluiten dat het niet in aanmerking komt voor systematisch gebruik. Het besluit van het Minerva themanummer ‘Dementie’ blijft dus gehandhaafd: de bestaande studies met cholinesterase-inhibitoren en niet-cholinerge producten tonen bescheiden effecten met zeer geringe klinische relevantie. Door het gebrek aan vergelijkende studies kan geen keuze worden gemaakt tussen de verschillende groepen Alzheimer-medicatie.

Editoriaal: Exit holistische geneeskunde?

Stuer H. , Vermeire E.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 7 pagina 104 - 105

At random: Titanic 'grand cru classé'

Vermeire E.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 6 pagina 87 - 88

Waarde van de infrarood oorthermometer

Vermeire E.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 3 pagina 44 - 45


De rectale temperatuurmeting verschilt sterk van de oortemperatuurmeting en de verschillen doen zich voor in de twee richtingen! Voor een betrouwbare meting van de lichaamstemperatuur is de conventionele kwikthermometer of de digitale thermometer beter geschikt dan de infrarood oorthermometer.

Farmacologische preventiestrategie voor diabetes type 2

Vermeire E.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 3 pagina 49 - 50


Uit deze studie blijkt dat acarbose een preventief effect heeft op de ontwikkeling van diabetes. De studie liep over 3,3 jaar, te kort om uitspraken te doen over het effect op lange termijn. De gastro-intestinale bijwerkingen zijn bovendien opvallend en de uitval is hoog. Het is daarom nog te vroeg om acarbose voor te schrijven ter preventie van diabetes. Personen met een groot risico diabetes te ontwikkelen, hebben baat bij een evenwichtige voeding en voldoende lichaamsbeweging.

Editoriaal: Synthese als permanente uitdaging

Vermeire E.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 3 pagina 38 - 39

Voorkomt parathyroïdhormoon osteoporotische fracturen?

Vermeire E.

Minerva 2002 Vol 1 nummer 10 pagina 42 - 43


Parathyroïdhormoon heeft een preventief effect op wervelfracturen. De kans op optreden van osteosarcoma is nog onvoldoende opgehelderd bij de mens. Parathyroïdhormoon is op dit ogenblik eerder geschikt voor gespecialiseerde centra.

Rivastigmine

Vermeire E.

Minerva 2002 Vol 1 nummer 8 pagina 4 - 5


Uit deze systematische review blijkt dat behandeling met rivastigmine op korte termijn een meetbaar effect heeft op cognitieve functies en dagelijks functioneren. Het is de vraag hoe relevant de gevonden resultaten zijn voor de praktijk. De effecten op langere termijn zijn niet duidelijk. Op basis van deze gegevens zijn er onvoldoende argumenten om rivastigmine systematisch aan dementerende patiënten voor te schrijven.

Wat zeggen de guidelines over de medicamenteuze aanpak van de ziekte van Alzheimer?

Vermeire E.

Minerva 2002 Vol 1 nummer 8 pagina 12 - 13

Editoriaal: Huisartsgeneeskunde: werken in contexten

Vermeire E.

Minerva 2002 Vol 31 nummer 3 pagina 142 - 143

Editoriaal: Gezocht: objectieve wetenschappers

Vermeire E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 10 pagina 462 - 463

CABG is efficiënter dan PTCA bij diabetespatiënten met coronaire problemen

Vermeire E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 9 pagina 425 - 427


Hoewel deze studie suggereert dat bij diabeten met meertaks coronair lijden CABG de voorkeur heeft boven PTCA, is er nood aan aanvullende gegevens alvorens een evidence-based aanbeveling te kunnen maken.

Beta-blokkers na acuut myocardinfarct bij diabetespatiënten?

Vermeire E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 5 pagina 236 - 237


Het lijkt zinvol om ook aan bejaarde diabetespatiënten ß-blokkers voor te schrijven als secundaire preventie na een acuut myocardinfarct. Verder prospectief en placebogecontroleerd onderzoek dient dit echter hard te maken.

Is borstkankerscreening verantwoord?

van Driel M. , Vermeire E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 4 pagina 170 - 173


Deze kritische analyse van een bestaande meta-analyse en RCT’s komt tot het besluit dat borstkankerscreening met behulp van mammografie bij vrouwen niet voldoende is onderbouwd. Borstkankerscreening is echter momenteel het beste wapen dat we hebben in de strijd tegen een belangrijk gezondheidsprobleem. Dit dilemma dient openlijk te worden besproken met patiënten zodat zij hun verwachtingen kunnen afstemmen op de beperkingen van de huidige screeningsprogramma’s voor borstkanker.

Uit de beoordeling van de voorliggende evidentie volgt dat screening op osteoporose met de BMD-meting niet is aan te bevelen. Het is van het grootste belang om een onderscheid te maken tussen osteoporose en het individuele risico op fracturen 7. Er is verder slechts zeer beperkte evidentie uit RCT’s dat vrouwen die werden gescreend en die een BMD-meting ondergingen, gezondheidswinst boekten tegenover vrouwen die niet werden gescreend noch behandeld 8. Case-finding van hoogrisicopatiënten is daarom op wetenschappelijke en ethische gronden te verdedigen.

Fractuurpreventie: de kracht van evidentie of de impact van optimisme?

Vermeire E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 2 pagina 88 - 93

Raloxifen en het risico op borstkanker

Vermeire E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 2 pagina 84 - 87


Raloxifen kan een alternatieve behandeling zijn voor vrouwen die in aanmerking komen voor oestrogenen ter preventie van osteoporose, maar die een verhoogd risico vrezen op borst- en/of endometriumkanker. Raloxifen is zeker geen alternatieve behandeling voor oestrogenen bij menopauzale klachten.

Zijn antidepressiva schadelijk tijdens de zwangerschap?

Vermeire E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 1 pagina 42 - 43

Een leverbiopsie bij gestoorde levertesten?

Vermeire E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 1 pagina 46 - 46

Endovaginale echo voor diagnostiek van endometriumpathologie

Vermeire E.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 10 pagina 461 - 462

Screenen op zwangerschapsdiabetes

Vermeire E.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 6 pagina 272 - 274


Deze studie stelt vast dat zwangere vrouwen zonder vooraf bestaande diabetes mellitus gescreend kunnen worden op diabetes mellitus in de 24e tot 28e zwangerschapsweek met behulp van een nuchtere glycemiebepaling. Wanneer een afkapwaarde van 4.8 mmol/L (86.5 mg/100 ml) wordt gehanteerd kan een sensitiviteit van 81% en een specificiteit van 76% worden bereikt. Alleen vrouwen met een nuchtere glycemie 4.8 mmol/L (86.5 mg/100 ml) komen in aanmerking voor een 50 g glucosetolerantietest.

Diabetes type 2: behandelingen combineren

Vermeire E.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 6 pagina 275 - 276

Editoriaal: Guidelines: een nieuwe industrie?

Vermeire E.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 4 pagina 186 - 187

Editoriaal:

Vermeire E.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 1 pagina 54 - 55

Behandeling van teennagelmycose

Vermeire E.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 1 pagina 69 - 69

Vitamine C bij verkoudheid

Vermeire E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 10 pagina 448 - 448

Editoriaal: Ziek of niet ziek: wie heeft het laatste woord?

Vermeire E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 8 pagina 330 - 331

Value of breast imaging in women with painful breasts: observational follow up study

Vermeire E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 7 pagina 300 - 301

Antidepressants and the risk of falls among nursing home residents

Vermeire E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 5 pagina 217 - 217

Strikte bloeddrukcontrole bij diabetes type 2-patiënten

Vermeire E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 3 pagina 129 - 130


Bij diabetespatiënten is het essentieel dat de huisarts hypertensie actief opspoort en strikt behandelt met een streefwaarde <150/80 mm Hg.

Beta-blokkers versus ACE-inhibitoren bij diabetes type 2-patiënten met hypertensie

Vermeire E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 3 pagina 131 - 132


Bij de behandeling van hypertensie bij diabetes type 2 zijn een ace-inhibitor (captopril) en een b-blokker (atenolol) even effectief wat de bloeddrukcontrole en het voorkómen van micro- en macro-vasculaire complicaties betreft.

Editoriaal: Diabeteszorg: concordance versus compliance

Vermeire E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 3 pagina 120 - 121

The United Kingdom Prospective Diabetes Study: onderzoeksopzet

van Driel M. , Vermeire E. , Wens J.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 3 pagina 122 - 124

Editoriaal: Van statistische naar klinische significantie. Een doordenker!

Vermeire E.

Minerva 1998 Vol 27 nummer 3 pagina 316 - 317

Het effect van inhalatiesteroïden op COPD-patiënten

Kegels E. , Vermeire E.

Minerva 1998 Vol 27 nummer 2 pagina 281 - 282


Naar de praktijk toe blijven de guidelines gelden. Een kleine groep van COPD-patiënten met matig ernstige COPD (FEV1 tussen 50 en 70%), die een onvoldoende dyspnoecontrole hebben met bronchodilatatoren, komen in aanmerking voor een proefbehandeling met fluticasone. Wanneer zij op deze proefbehandeling reageren met een vermindering van het aantal opstoten en een verbetering van de longfunctie, is een onderhoudsbehandeling met fluticasone te overwegen. Er zijn geen gegevens bekend over de duur van de proefbehandeling en de effectiviteit van fluticasone op lange termijn. De hoge kostprijs van fluticasone (1.828 frank, dit is twee- à driemaal de prijs van de andere inhalatiesteroïden) moet hierbij zeker ook in overweging worden genomen.

Veroorzaken sulfamiden hypoglycemie bij bejaarde diabeten?

Vermeire E.

Minerva 1998 Vol 27 nummer 1 pagina 178 - 179


Uit de resultaten van de besproken prospectieve studie volgt dat in de praktijk langwerkende sulfamiden bij gezonde bejaarden met type 2 diabetes kunnen worden gebruikt zonder belangrijk risico op hypoglycemie, op voorwaarde dat hun glycemiecontrole suboptimaal is.