Resultaat op trefwoord : 'multidisciplinaire samenwerking'


Aantal resultaten : 17 artikel(s) - 5 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze systematische review met meta-analyse suggereert dat fysieke en multidisciplinaire interventies, in vergelijking met een gebruikelijke behandeling, waarschijnlijk doeltreffend zijn om werkhervatting bij personen met een kankerdiagnose te verbeteren. Deze meta-analyse is methodologisch correct uitgevoerd maar de beperkingen van de geïncludeerde studies benadrukken de nood aan verder onderzoek om de resultaten te verfijnen. Zo is het van cruciaal belang om beroepsmatige interventies, zowel gericht op het individu als op de werkplek, diepgaander te onderzoeken. Hopelijk zijn er bij een volgende update van deze meta-analyse een groter aantal studies uitgevoerd, zodat we ook de impact van het type kanker, het stadium van de ziekte en de leeftijd van de persoon mee in rekening kunnen brengen. Ondanks deze beperkingen lijkt de toepassing van fysieke en multidisciplinaire interventies om werkhervatting bij personen met een kankerdiagnose te bevorderen haalbaar in de Belgische context. Ook al kan de implementatie ervan gedeeltelijk afhangen van de financiële middelen van patiënten en steun van de overheid, wat onrechtstreeks zou kunnen leiden tot ongelijkheid in de toegankelijkheid tot deze interventies.

Welke niet-chirurgische interventies voorstellen aan patiënten met frozen shoulder?

Feron J-M.

Minerva 2023 Vol 22 nummer 5 pagina 88 - 91


Deze umbrella review van systematische reviews en meta-analyses die niet-chirurgische interventies voor patiënten met een frozen shoulder vergelijken, slaagde er niet in de beste behandeling voor pijnvermindering en functieverbetering te identificeren. De ambitie van deze umbrella review om een globaal beeld te schetsen is tevens haar grootste zwakte: de heterogeniteit van de interventies en uitkomstmaten van de primaire studies laat geen betrouwbare conclusies toe. Vooreerst zullen nieuwe primaire studies van betere methodologische kwaliteit, met een duidelijkere risicobatenverhouding, nodig zijn alvorens in de toekomst aan een review over dit complexe onderwerp kan begonnen worden.

Deze systematische review van goede methodologische kwaliteit met onder meer meta-aggregatie laat zien dat de complexiteit bij het omgaan met multimorbiditeit, evenals het overheersende ziektegerichte model van chronische zorg, uitdagingen biedt voor de verpleegkundige zorg van mensen met multimorbiditeit. De relevantie van de onderzoeksvraag is twijfelachtig gezien het ontbreken van een definitie van complexiteit, maar ook gezien het ontbreken van aandacht voor de zorgcontexten van de geïncludeerde studies. Deze kunnen immers van invloed zijn op de werkafspraken en daarmee op de overtuigingen en attitudes van verpleegkundigen die met deze populatie werken.

Deze integratieve systematische review van vooral kwalitatieve studies, vaak van lage methodologische kwaliteit, levert na het bereiken van saturatie 6 thema’s op die aantonen dat de impact van artsen in de samenwerking tussen eerste en tweede lijn niet te onderschatten is. Het gaat hier niet alleen over de manier waarop ze zichzelf gedragen maar ook hoe ze het gezondheidszorgsysteem kunnen beïnvloeden. Op basis van deze studie kunnen we echter niet beoordelen of de beschreven kerncompetenties in realiteit ook toegepast worden. Het competentiekader kan mogelijk wel helpen om opleidingen over interprofessioneel samenwerken te ondersteunen.

Deze studie, die een combinatie is van een kwantitatieve en kwalitatieve benadering, is methodologisch correct opgezet. Uit de analyses kwamen drie factoren naar voren die drie verschillende gezichtspunten vertegenwoordigen van patiënten met multimorbiditeit voor wat het belang betreft van patiëntgerichte zorg in de eerstelijn. De eerste groep, die bereid is om proactief met de huisarts te overleggen, vraagt om betrokken te zijn bij beslissingen en wil omringd worden door een goed gecoördineerd multidisciplinair team; de tweede groep vraagt om gecoördineerde, respectvolle en ondersteunende zorg; de derde fragiele groep vertrouwt op de zorgverlener en vraagt vooral om respect. Deze studie toont dus aan dat de verwachtingen van patiënten met betrekking tot een patiëntgerichte zorgaanpak variëren. Het is belangrijk om hier aandacht aan te besteden, wetende dat door de wisselwerking tussen patiënt en zorgverlener deze verwachtingen kunnen evolueren.

Deze internationale cluster gerandomiseerde gecontroleerde studie van goede methodologische kwaliteit kon geen verbetering aantonen in het comfort tijdens de laatste levensweek van residenten die verblijven in woonzorgcentra na een stapsgewijze integratie van palliatieve zorg.

Deze methodologisch correct uitgevoerde netwerk meta-analyse geeft aan dat de klinische effectiviteit van niet-medicamenteuze behandelingen doorgaans sterker is dan deze van medicamenteuze behandelingen bij de aanpak van agressie en agitatie bij demente personen.

Patiëntgericht interdisciplinair medicatienazicht: het werkt (een beetje)!

Van Leeuwen E. , Christiaens T.

Minerva 2020 Vol 19 nummer 4 pagina 38 - 42


Uit deze methodologisch goed uitgevoerde RCT kunnen we besluiten dat bij ouderen die 7 of meer geneesmiddelen per dag innemen een eenmalig medicatienazicht gericht op de persoonlijke zorgdoelen van de patiënt een klein positief effect had op de kwaliteit van leven. Ook het aantal gezondheidsklachten met een impact op het dagelijkse leven van de patiënt nam af en er was een geringe daling van de geneesmiddeleninname zichtbaar. De interventie was echter complex en werd uitgevoerd door ervaren apothekers en huisartsen die bovendien goed ondersteund werden. Dat maakt het moeilijk om de resultaten te extrapoleren naar de Belgische eerstelijnsgezondheidszorg.

Op zoek naar gezond verstand

De Lepeleire J.

Minerva 2018 Vol 17 nummer 10 pagina 128 - 131


Deze stapsgewijze bottom-up kwalitatieve studie komt tot eenvoudige, gemakkelijk implementeerbare maatregelen die kunnen helpen om de communicatie tussen huisartsen en verpleegkundigen te verbeteren. De impact van deze maatregelen op de kwaliteit van de zorg van rusthuisbewoners moet verder onderzocht worden.

Positief effect van multidisciplinair medicatienazicht op stoppen van ongeschikte medicatie

Van Leeuwen E. , Christiaens T.

Minerva 2018 Vol 17 nummer 6 pagina 75 - 78


Uit deze methodologisch correct uitgevoerde cluster gerandomiseerde gecontroleerde studie blijkt dat multidisciplinair medicatienazicht een zinvolle interventie is om het voorschrijven van ongeschikte medicatie bij ouderen in een rusthuis te reduceren. Het effect is echter klein en of het ook resulteert in betere klinische uitkomsten of betere levenskwaliteit, is nog niet bewezen. Daarnaast is het moeilijk om de resultaten te extrapoleren naar de Belgische eerstelijnsgezondheidszorg

Op basis van deze meta-analyse met slechts 3 studies, allemaal uitgevoerd in de tweede lijn, kunnen we besluiten dat een geïntegreerde zorgaanpak van patiënten met VKF leidt tot het verminderen van de globale mortaliteit en van het aantal hospitalisaties wegens een cardiovasculaire oorzaak. Welke componenten van deze aanpak het effect bepalen en of deze aanpak even succesvol is voor alle patiënten met VKF, moet verder onderzocht worden. Tevens is verder onderzoek naar de rol van de eerste lijn binnen deze context onontbeerlijk.

Wat als de apotheker medicatie zou gaan voorschrijven?

Claus B. , Haems M.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 8 pagina 188 - 190

Interdisciplinaire eerstelijnszorg voor thuiswonende kwetsbare ouderen

Schoenmakers B.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 8 pagina 95 - 96


Deze methodologisch correct uitgevoerde, clustergerandomiseerde, gecontroleerde studie toont aan dat een complexe interventie met een interdisciplinair team onder leiding van een casemanager om de kwetsbaarheid en de beperkingen in functioneren van ouderen vroegtijdig op te sporen en te behandelen niet beter is dan de gebruikelijke zorg.

Meerwaarde van gezinstherapie na hospitalisatie voor anorexia nervosa bij adolescenten?

Depestele L.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 8 pagina 97 - 98


Op basis van deze studie kunnen we besluiten dat gezinstherapie als onderdeel van de nazorg na een opname voor anorexia nervosa, een meerwaarde kan betekenen bij adolescenten. De studiepopulatie was echter te klein om een duidelijk statistisch significant verschil te kunnen aantonen. Men zag een klinische verbetering van het lichaamsgewicht en de menstruatiecyclus, maar de kans op heropname verminderde niet. We kunnen op basis van deze studie geen uitspraak doen over werlke processen werkzaam zijn bij gezinstherapie.

Gedragsverandering bij de patiënt: rol van huisarts en apotheker

Chevalier P. , Laekeman G.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 3 pagina 27 - 27

Hypertensie: apothekers steken een tandje bij

De Cort P. , De Jonghe M. , Laekeman G.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 10 pagina 137 - 137

Complexe interventies voor het behoud van autonomie bij thuiswonende ouderen

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 6 pagina 90 - 91


Deze meta-analyse toont het nut aan van interdisciplinaire programma’s die erop gericht zijn de fysieke capaciteiten van thuiswonende ouderen te vergroten, om rekening te houden met hun sociale problemen en hun autonomie te behouden. Het is evenwel niet mogelijk om specifieke aanbevelingen te doen, gezien de interventies naargelang de intensiteit (aantal bezoeken, duur van de interventie) of de betrokken professionele disciplines niet verschillen in effectiviteit.

Multidisciplinaire samenwerking voor depressie

Chevalier P. , Roland M.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 5 pagina 70 - 72


Deze meta-analyse toont aan dat multidisciplinaire samenwerking op de eerste lijn nuttig is bij de behandeling van depressie. Een precieze omschrijving van de interventies ontbreekt echter, evenals een duidelijke beschrijving van de behandelingen waarmee vergeleken wordt. Bovendien worden alleen intermediaire uitkomsten gerapporteerd en is het effect op de prognose van de depressie niet bekend. Op basis van deze meta-analyse kunnen daarom geen conclusies voor de praktijk worden geformuleerd.

Editoriaal: Huisarts en verpleegkundige: partners in de opvolging van chronische patiënten?

Chevalier P. , Laperche J.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 6 pagina 86 - 86

Revalidatie thuis na een CVA

Provoost S.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 6 pagina 91 - 93


Deze systematische review besluit dat bij CVA-patiënten een thuisbehandeling met kinesitherapie, ergotherapie of via multidisciplinaire teams in het eerste jaar na ontslag uit het ziekenhuis het ADL-functioneren kan verbeteren en een afname van het functioneren kan beletten. Hoe deze thuisbehandeling het best wordt opgevat en uitgevoerd, dient verder onderzocht te worden.

Een interdisciplinaire interventie voorkomt opnieuw vallen bij bejaarden

Goemaere S.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 8 pagina 338 - 340


Voor de huisarts kan het resultaat van dit onderzoek betekenen dat hij/zij bij iedere bejaarde die is gevallen een uitvoerig onderzoek verricht (visus, evenwicht, cognitie, stemmingsstoornis, geneesmiddelengebruik). Daarbij dienen tevens de omgevingsfactoren te worden aangepast. Praktische voorstellen voor aanpassing van de omgevingsfactoren zijn: verwijderen van losliggende matten en oneffen terreinen, verwijderen van wankelbaar meubilair, aanbrengen van handvaten op plaatsen van transferts (toilet en badkamer), goede verlichting, dragen van gepaste schoenen,...